Organisatie | Pekela |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede de regels voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Pekela |
Citeertitel | Financiële verordening Pekela 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 17-12-2013 | 20131217_13 |
De gemeenteraad stelt bij aanvang van een nieuwe raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Het college van B&W biedt in mei van ieder jaar aan de gemeenteraad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de ontwerp begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Deze nota maakt onderdeel uit van de Voorjaarsnota. De gemeenteraad stelt deze nota uiterlijk 15 juli daaropvolgend vast.
Bij de begrotingsbehandeling geeft de gemeenteraad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college van B&W voorziet dat een geautoriseerd programma-budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college van B&W in zo mogelijk de eerstvolgende raadsvergadering of bij de eerstvolgende tussenrapportage aan de gemeenteraad gemeld. Het college van B&W voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Het college van B&W informeert in ieder geval vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit, nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen te uiten, voor:
Het college van B&W informeert vooraf de gemeenteraad en neemt pas een besluit nadat de gemeenteraad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college van B&W brengen indien het college van B&W nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijks lasten groter zijn dan € 50.000.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten wordt via de kostenverdeelstaat (KVS) een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
Het college van B&W zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college van B&W maatregelen tot herstel.
Toelichting op de verordening artikel 212 van de gemeentewet gemeente Pekela
Bijgaand treft u de herziene verordening inzake artikel 212 van de gemeentewet, kortweg 212 Gw, aan. In dit artikel is vastgelegd dat de raad een verordening vaststelt waarin het financieel beleid, het financiële beheer en de financiële organisatie, is geregeld.
Bij het opstellen van de voorliggende verordening zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Om tot een nieuwe verordening te komen die voldoet aan de vereisten en aansluit bij de huidige praktijk is gekeken naar de meest recente VNG modelverordening, zijn er gesprekken gevoerd met betrokkenen en is er een inventarisatie gedaan van vastgestelde verordeningen bij andere gemeenten. Bij deze inventarisatie is onder andere gekeken naar de grootte van de gemeente, de compactheid van de verordening en de actualiteit.
Bovenstaande werkwijze heeft geleid tot de voorliggende herziene verordening.
De nieuwe verordening is ingekort en bevat minder artikelen. Ze is meer toegespitst op de actualiteit en de opgedane ervaringen uit de afgelopen jaren.
Met de in de voorliggende verordening voorgestelde wijzigingen wordt recht gedaan aan de controlerende taak van de raad en meer invulling gegeven aan de wens om de financiële functie pragmatischer, transparanter toe te passen.
Artikel 1 Inleidende bepalingen
Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de gemeentewet, de Wet Fido (Financiering decentrale overheden), het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en het besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten.
De indeling van de programma’s wordt door de raad vastgesteld. De jaarrekening dient vervolgens conform dezelfde indeling te worden opgesteld. Het BBV bepaalt in aanvulling hierop dat het college de producten aan de programma’s toewijst.
Artikel 3 Inrichting en begroting jaarstukken
De bepalingen in het BBV voor de inrichting van de begroting en de jaarstukken zijn hier nader uitgewerkt. In artikel 3 is in aanvulling op het BBV de bepaling opgenomen over het opnemen van de stand van de investeringskredieten.
Artikel 4 Kaders ontwerpbegroting
Dit artikel bepaalt dat de raad vooraf aan het opstellen van de begroting kaders vaststelt waarin zowel de hoofdlijnen voor het beleid en de financiële kaders voor het komende begrotingsjaar zijn aangegeven. Deze kaders geven richting aan het college voor het opstellen van de ontwerpbegroting en de meerjarenraming.
Artikel 5 Autorisatie begroting en investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Dit artikel bevat nadere regels voor de autorisatie van de begroting en investeringskredieten.
Behalve de autorisatie van baten en lasten op programmaniveau is in dit artikel ook de autorisatie van investeringskredieten geregeld. Voor de autorisatie van investeringskredieten is er voor gekozen om deze bij de begrotingsbehandeling mee te nemen. De raad kan bij afzonderlijk besluit aangeven bij welke (politiek) belangrijke investeringen zij vooraf geïnformeerd wil worden (zie lid 2).
Verder wordt in dit artikel bepaald dat in de beschreven gevallen een begrotingswijziging door de raad moet worden vastgesteld. Hierbij moet worden gedacht aan:
Artikel 6 Tussentijdse rapportages
Op basis van tussenrapportages wordt de raad geïnformeerd over de uitputting van budgetten en de voortgang van de uitvoering van beleid. Er is gekozen voor twee tussentijdse rapportages. Een voorjaarsnota (over de eerste 4 maanden) en een najaarsnota (over de eerste 8 maanden). Voor de duidelijkheid zij vermeld dat het bij deze rapportages gaat om rapportage van afwijkingen t.o.v. de lopende begroting. Deze afwijkingen kunnen zowel financieel als beleidsmatig van aard zijn.
In dit artikel is vastgelegd wanneer het college de raad in de gelegenheid stelt om wensen en bedenkingen te uiten alvorens het college een besluit neemt. Deze bepaling is opgenomen om transparantie te waarborgen. Voor de goede orde; Het gaat hier om zaken die in de begroting weliswaar zijn geregeld maar waarvan de financiële uitwerking dusdanig is dat de raad in de gelegenheid wordt gesteld wensen en bedenkingen te uiten of aanvullende informatie te vragen.
Artikel 8 Waardering en afschrijving vaste activa
In dit artikel is de verwijzing gemaakt naar de nota activabeleid.
In de verordening is opgenomen wat in ieder geval in deze nota dient te worden geregeld.
Artikel 9 Voorziening oninbare vorderingen
Hier is geregeld dat er een beoordeling plaatsvindt op de diverse vorderingen en, indien noodzakelijk, ten laste van de rekening een voorziening wordt gevormd.
Artikel 10 Reserves en voorzieningen
In de verordening is een verwijzing opgenomen naar de nota reserves en voorzieningen en is aangegeven wat in ieder geval in deze nota moet worden geregeld. Jaarlijks wordt bij de jaarrekening conform artikel 54 en 55 van de BBV een toelichting gegeven op de reserves en voorzieningen
Artikel 11 Kostprijsberekening
In artikel 212 van de gemeentewet is de verplichting opgenomen om de grondslagen voor de in rekening te brengen bedragen voor tarieven en rechten, op te nemen.
In dit artikel wordt aangegeven dat voor een verdeelsystematiek conform een kostenverdeelstaat
is gekozen waarbij directe- en indirecte kosten volgens een bepaalde verdeelsleutel aan de diverse (beleids)producten wordt toegerekend.
Artikel 12 Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen
Het vaststellen van de tarieven voor belastingen, rechten en leges is een bevoegdheid van de raad.
Dit artikel bepaalt dat de raad deze tarieven jaarlijks vaststelt.
Hierbij zij vermeld dat het vaststellen van de prijs voor een gemeentelijke dienst of de levering van goederen of werken die niet onder artikel 229 van de Gemeentewet vallen, onder de bevoegdheid van het college vallen. In die gevallen betreft het een privaatrechtelijk besluit.
Artikel 13 Financieringsfunctie
Nadere regels voor financiering e.d. zijn opgenomen in een afzonderlijk treasurystatuut. In de verordening wordt hiernaar verwezen.
In de Notitie grondexploitatie 2012 heeft de commissie BBV aangaande het grondbeleid een aantal stellige uitspraken opgenomen. Stellige uitspraken van de BBV dienen te worden gevolgd en hebben daardoor de status van wetgeving. De gemeente kan kiezen voor een andere lijn, die ook ‘BBV proof’ is, maar dient dit dan expliciet te motiveren en kenbaar te maken bij de begroting en de rekening.
Onder artikel 15 zijn algemene bepalingen opgenomen voor de inrichting van de gemeentelijke administratie. Op hoofdlijnen wordt opgedragen welke gegevens systematisch moeten worden vastgelegd en aan welke eisen deze gegevens moeten voldoen.
De accountant controleert jaarlijks de rekening op getrouwheid en rechtmatigheid. In dit artikel draagt de raad het college op maatregelen te treffen op basis waarvan de gemeente zelf toetst of de cijfers in de rekening een getrouw beeld geven en de financiële mutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen.
Artikel 17 Misbruik en oneigenlijk gebruik
In dit artikel geeft het college aan maatregelen te treffen om misbruik en oneigenlijk van gemeentelijke regelingen en eigendommen te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld een nota interne controle zijn waarin jaarlijks een aantal bedrijfsprocessen worden getoetst. Ook zijn in de diverse verordeningen (zoals bijvoorbeeld de subsidieverordening) artikelen opgenomen om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen.
Artikel 18 Financiële organisatie
In artikel 18 staan de uitgangspunten voor de financiële organisatie vastgelegd.
In de Gemeentewet (artikel 160) is het college bevoegd regels vast te stellen voor de ambtelijke organisatie van de gemeente. Het college wordt in dit artikel opgedragen de regels die de financiële organisatie betreffen, vast te leggen in besluiten.
Deze verordening treedt in de plaats van de vorige op grond van artikel 212 gemeentewet ingestelde verordening. Er is gekozen voor een inwerkingtreding per 1 januari 2014 omdat dan de overgang het meest geruisloos kan verlopen. De jaarstukken 2013 dienen te worden opgesteld conform de oude verordening. Voor de alle overige documenten geldt dat ze vallen ze binnen de werkingsfeer van deze nieuwe verordening.