Organisatie | Noord-Brabant |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van rioolrecht Havenschap Moerdijk 2014 |
Citeertitel | Verordening rioolrecht Havenschap Moerdijk 2014 |
Vastgesteld door | gedelegeerde functionaris |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leges, financieel kader |
Externe bijlage | Tarieventabel Havenschap Moerdijk |
Deze verordening is ingetrokken bij besluit van 18 december 2014 (Provincaal Blad, 2014, 185) tot vaststelling van de Verordening rioolheffing Havenschap Moerdijk 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | Intrekking | 18-12-2014 | S0292667 | |
01-01-2014 | 20-12-2014 | nieuwe regeling | 19-12-2013 | S0277080 |
DE RAAD VAN BESTUUR VAN HET HAVENSCHAP MOERDIJK;
Gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 6 november 2013;
Gelet op de artikelen 10 en 11 van de gemeenschappelijke regeling Havenschap Moerdijk, herziening 1997, zoals hierna gewijzigd op 8 april 2004, 8 juli 2004 en op 18 september 2007 en artikel 223 van de Provinciewet;
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN RIOOLRECHT HAVENSCHAP MOERDIJK 2014
Artikel 3 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de heffing geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief
Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de heffing verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigendom voor de heffing als bedoeld in artikel 2 in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde heffing als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.
Artikel 8 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden na de eerste vervaldatum.
In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt, in geval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00 dat dit bedrag en een bestuurlijke boete op dit aanslagbiljet moeten worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.
In afwijking van het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid geldt, ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso en het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen € 100,00 of meer doch niet meer dan € 10.000,00 bedraagt, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de 28e dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Nadere regels door het Dagelijks Bestuur
Het Dagelijks Bestuur kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van rioolheffing.
Artikel 10 Kwijtschelding van belasting
Bij de invordering van rioolheffing wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 11 Verhouding tot provinciale en gemeentelijke verordeningen
Verordeningen van de provincie Noord-Brabant of de gemeente Moerdijk die hetzelfde onderwerp regelen als de onderhavige verordening houden op te gelden voor zover deze verordeningen tevens van toepassing zijn op het beheersgebied van het Havenschap Moerdijk.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van Bestuur van 19 december 2013.
DE RAAD VAN BESTUUR VOORNOEMD,
De Secretaris F. J. van den Oever
De voorzitter Y.C.M.G. de Boer