Organisatie | Oud-Beijerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland |
Citeertitel | Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke ondersteuning, besluit |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | wijzigingen i.v.m. Wmo kanteling | 01-01-2014 Het kompas, 27-12-2013 | z-13.13576 |
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
In dit Besluit wordt verstaan onder Verordening: de van toepassing zijnde Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland 2014.
Kostprijs: de maximale kosten waarover belanghebbende een eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd.
Budgethouder: een persoon aan wie een Persoonsgebonden budget is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding daarvan verschuldigd is en een persoon aan wie een financiële tegemoetkoming is toegekend en die aan het college verantwoording over de besteding daarvan verschuldigd is.
Alle begrippen, die in dit Besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 en de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb).
HOOFDSTUK 2. RESULTAATGERICHTE COMPENSATIE
Artikel 2. Persoonsgebonden budget Hulp bij het huishouden
Bij de toekenning en de vaststelling van een Persoonsgebonden budget voor de Hulp bij het huishouden wordt uitgegaan van de onderstaande (bruto) uurtarieven:
a.Voor de vergoeding van een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 5, 1ste lid van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de hulp bij het huishouden wordt uitgegaan van het bruto uurtarief van € 12,31 (incl. vakantiegeld) (alfahulp).
Een Persoonsgebonden budget wordt alleen toegekend als tegelijkertijd gebruik gemaakt wordt van de ondersteunende dienstverlening waarvoor de gemeente met een derde partij een overeenkomst heeft afgesloten. De belanghebbende kan gratis gebruik maken van deze dienstverlening.
Na de verantwoording wordt het Persoonsgebonden budget vastgesteld op basis van de rechtmatige besteding vermeerderd met het vrij besteedbare bedrag. Het vastgestelde Persoonsgebonden budget bedraagt maximaal het toegekende Persoonsgebonden budget.
Het vrij besteedbare bedrag bedraagt 1,5% van het toegekende Persoonsgebonden budget met een minimum van € 250,00 en een maximum van € 1.250,00 per kalenderjaar.
Lid 4. Het Persoonsgebonden budget wordt op basis van het aantal toegekende minuten per week en op basis van het uurtarief van de van toepassing zijnde categorie zoals opgenomen in lid 1 berekend. Het Persoonsgebonden budget wordt op jaarbasis berekend en vervolgens per periode van een maand betaalbaar gesteld aan de belanghebbende, die de hulp uitbetaald met inbegrip van het vakantiegeld.
Aan de toekenning van een Persoonsgebonden budget is de verplichting verbonden dat door de belanghebbende uiterlijk 2 weken na de toekenning van het Persoonsgebonden budget een kopie van een aangegane arbeids- en/of zorgovereenkomst met een hulp wordt overgelegd. Bij de arbeids- of zorgovereenkomst dient uitgegaan te worden van de modelovereenkomst van de SVB.
Artikel 3. Hoogte financiële tegemoetkoming woonvoorziening
Indien de woonvoorziening bestaat uit een woningsanering wordt bij de bepaling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming rekening gehouden met de afschrijvingstermijn van de noodzakelijk te vervangen vloerbedekking en gordijnen.
Indien de belanghebbende (mede-)eigenaar is van de woning en de woonvoorziening bestaat uit een bouwkundige of woontechnische ingreep aan die woning waarvan de afschrijvingstermijn voor de helft of meer is verstreken wordt bij de bepaling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming rekening gehouden met de afschrijvingstermijn van de woonvoorziening.
Voor het bepalen van de hoogte van de financiële tegemoetkoming ter vervanging van bouwkundige of woontechnische ingreep aan de woning als bedoeld in het vorige lid worden de volgende afschrijvingstermijnen gehanteerd:
De hoogte van het bedrag voor de verhuiskostenvergoeding als genoemd in artikel 11 lid 4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland 2014 bestaat uit:
eenpersoonshuishouden € 2.448,--
tweepersoonshuishouden € 2.448,--
driepersoonshuishouden € 3.416,--
huishouden van vier of meer personen € 4.385,--
Het maximumbedrag bedoeld in artikel 11 lid 6 sub c. van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Oud-Beijerland 2014 bedraagt € 2.448,--.
De hoogte van de vergoeding voor vervanging van de vloerbedekking in verband met een noodzakelijke woningsanering of noodzaak van rolstoelvast tapijt wordt bepaald door de afschrijving van de te vervangen vloerbedekking, waarbij de volgende richtlijnen gehanteerd worden: Indien de te vervangen vloerbedekking: - nieuwer is dan 2 jaar komt 100% van de in aanmerking te nemen
kosten voor vergoeding in aanmerking;
-tussen de twee en vier jaar oud is komt 75% van de in aanmerking
te nemen kosten voor vergoeding in aanmerking;
-tussen de vier en zes jaar oud is komt 50% van de in aanmerking te
nemen kosten voor vergoeding in aanmerking;
-tussen zes en acht jaar oud is komt 25% van de in aanmerking te
Artikel 5. Terugbetaling bij verkoop woning
Het in artikel 11 lid 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 genoemde afschrijvingsschema luidt als volgt:
In alle bovenbedoelde gevallen verminderd met de eigen bijdrage dan wel het eigen aandeel dat voor rekening van de belanghebbende is gebleven.
Het bepaalde in artikel 11 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland 2014 met betrekking tot terugbetaling van (een gedeelte van) de financiële tegemoetkoming of het Persoonsgebonden budget is niet van toepassing indien de (mede)eigenaar in de plaats van vestiging een adequate aangepaste woonruimte dan wel een woonruimte, die met beperkte kosten voor eigen rekening kan worden aangepast, koopt.
Van beperkte kosten zoals bedoeld in lid 2 is sprake wanneer de kosten om de bedoelde woonruimte aan te passen niet meer bedragen dan € 13.180,--.
Artikel 6. Onderhoud en keuring lift
De vergoeding in de kosten van onderhoud en keuring van een lift bedraagt niet meer dan het bedrag als bedoeld in de aangehechte bijlage I “keuring en onderhoud liften”.
Artikel 7. Voorziening in natura voor vervoer
Met betrekking tot een bruikleenauto wordt uitgegaan van een aanschafwaarde van een referentieauto zijnde een bedrag van € 18.954,--.
Artikel 8. Financiële tegemoetkoming voor vervoer
De financiële tegemoetkoming voor het gebruik eigen auto of gesloten buitenwagen is gebaseerd op: een kilometervergoeding ad € 0,29 onder aftrek van de reguliere kosten voor openbaar vervoer ter hoogte van € 0,15 per km.
De financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een bruikleenauto is gebaseerd op: een kilometervergoeding ad € 0,19 onder aftrek van de reguliere kosten voor openbaar vervoer ter hoogte van € 0,15 per km.
De financiële tegemoetkoming voor individueel gebruik van een taxi of rolstoeltaxi wordt uitsluitend op declaratiebasis uitbetaald en is gebaseerd op:
Artikel 9. Persoonsgebonden budget voor vervoer
Het Persoonsgebonden budget wordt per kalenderjaar vastgesteld op basis van de tegenwaarde van de huurprijs van de goedkoopst-compenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie zoals deze door het college aan de leverancier, waarmee een contract is afgesloten, wordt betaald.
Bij het Persoonsgebonden budget voor vervoersvoorzieningen waarvoor het college geen contract met een leverancier heeft afgesloten, gaat het college voor de vaststelling per kalenderjaar uit van de adequaat-goedkoopste huurprijs van de goedkoopst compenserende voorziening inclusief onderhoud en reparatie, die het college bij verstrekking in natura middels huur bij een leverancier, zou moeten betalen.
Het college kan in een situatie zoals bedoeld in lid 2 bij meerdere leveranciers een prijsopgave vragen.
Een sportrolstoel als bedoeld in artikel 17 van de Verordening wordt uitsluitend verstrekt als financiële tegemoetkoming. De hoogte hiervan bedraagt € 2.755,--, welk bedrag bedoeld is als tegemoetkoming in de aanschaf en het onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van in beginsel drie jaar.
HOOFDSTUK 3. NADERE REGELS PERSOONSGEBONDEN BUDGET EN FINANCIËLE TEGEMOETKOMING
Artikel 11. Regels rond verstrekking en verantwoording
Verstrekking als Persoonsgebonden budget vindt niet plaats indien:
Lid 2. Verantwoording algemeen
Lid 3. Verantwoording specifiek
De verantwoording van het Persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming door de budgethouder aan het college vindt plaats:
De budgethouder legt verantwoording af bij het college over de besteding van het Persoonsgebonden budget binnen 3 maanden na afloop van de verstrekking dan wel binnen 3 weken na afloop van elk kalenderjaar, op basis van een verantwoordingsformulier en de op het verantwoordingsformulier aangegeven bewijsstukken;
HOOFDSTUK 4. EIGEN BIJDRAGE / EIGEN AANDEEL
Artikel 12. Bedragen eigen bijdrage en eigen aandeel
Bij de verstrekking van individuele voorzieningen is de maximale eigen bijdrage of een eigen aandeel in de kosten verschuldigd met inachtneming van de regels van het (landelijk) Besluit maatschappelijke ondersteuning.
Voor de eigen bijdrage of een eigen aandeel als bedoeld in het eerste lid gelden de gelijke bedragen en percentages zoals opgenomen in artikel 4.1 lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning (Stb. 2006 nr. 450), en wordt de jaarlijkse aanpassing door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gevolgd.
De eigen bijdrage of het eigen aandeel bedraagt niet meer dan de kostprijs van de voorziening.
De kostprijs van de voorziening is:
HOOFDSTUK 5. TERUGVORDERING EN VERREKENING
Artikel 13. Terugvordering en verrekening
Indien de belanghebbende een Persoonsgebonden budget of een financiële tegemoetkoming ontvangt en hiermee een individuele voorziening inkoopt en er een verschil bestaat tussen het verstrekte bedrag en de feitelijke kosten van de voorziening, vindt in beginsel verrekening plaats met het toegekende Persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming voor een nieuwe of een lopende voorziening.
HOOFDSTUK 6. OVERIGE BEPALINGEN
Op grond van artikel 31 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Oud-Beijerland 2014 geldende bedragen verhoogd of verlaagd worden conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Zodra het definitieve OVA-percentage en het prijsindexcijfer particuliere consumptie bekend zijn, wordt de indexering met terugwerkende kracht vanaf 1 januari van het desbetreffende kalenderjaar toegepast.”
Artikel 16. Intrekking oud besluit
Het Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeente Oud-Beijerland 2006 wordt met ingang van 1 januari 2014 ingetrokken.
Voor belanghebbenden, aan wie voor de inwerkingtreding van dit Besluit een voorziening binnen het kader van de Wmo is verstrekt welke aanspraak voor 1 juli 2014 afloopt zal de voorziening gecontinueerd worden tot 1 juli 2014, tenzij sprake is van een wijziging in de situatie die ook voor de inwerkingtreding van dit Besluit aanleiding zou zijn om een nieuwe beslissing te nemen.
Bijlage I: keuring en onderhoud liften
Maximale vergoeding van kosten van onderhoud en keuring.
Alleen de werkelijk gemaakte kosten (met een maximum van de in de tabel genoemde bedragen) van keuring, onderhoud en reparatie komen in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming.
De kosten bedragen exclusief BTW en exclusief voorrijkosten:
____________________________________________________________
Keuring van Begin Kosten Periodieke Kosten
Keuring excl. BTW Keuring excl. BTW
________________________________________________________________
Stoelliften 1x € 142,33 1x per 18 maanden € 89,27
Hefplateauliften 1x € 278,00 1x per 18 maanden € 118,63
Plateauliften 1x € 142,33 1x per 18 maanden € 88,65
________________________________________________________________
Onderhoud van Frequentie kosten exclusief BTW
________________________________________________________________
Stoellift 1 x per jaar € 165,02
Hefplateaulift 2 x per jaar € 165,02