Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsverordening Wet Werk en Bijstand,Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) gemeente Smallingerland |
Citeertitel | Handhavingsverordening WWB , Ioaw en Ioaz gemeente Smallingerland 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de HANDHAVINGSVERORDENING PARTICIPATIEWET, IOAW EN IOAZ GEMEENTE SMALLINGERLAND 2015.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 09-12-2014 | 9 december 2014, volgnr. 6 | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 10-12-2013 Breeduit, 19-12-2013 | 10-12-2013, volgnr. 6 |
De raad van de gemeente Smallingerland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Smallingerland d.d. 7-11-2013;
gelet op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet, artikel 8a van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 35 , eerste lid , onderdeel c van zowel de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) als van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz);
overwegende dat het noodzakelijk is bij verordening regels te stellen aangaande het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB, Ioaw en Ioaz ;
vast te stellen de volgendeHandhavingsverordening WWB , Ioaw en Ioaz gemeente Smallingerland 2013.
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
Artikel 1. Begripsomschrijving
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand , de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers , in de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen en in de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2. Opdracht aan het college
Artikel 2. Opdracht aan het college
Het college draagt zorg voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de wetten waaronder de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wetten.
Artikel 3. Opstellen van een handhavingsplan.
In het kader van het voorkomen en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik draagt het college zorg voor het opstellen van een handhavingsplan.
Hoofdstuk 3. Hoogwaardig handhaven
Het college draagt zorg voor het op efficiënte wijze verkrijgen en onderzoeken van relevante informatie van de belanghebbende en derden met betrekking tot de uitkeringsaanvraag of voortzetting van de uitkering. Het college informeert de belanghebbende over de werkwijze van het verkrijgen van informatie en over het resultaat van het onderzoek
Artikel 9. Onvoorzienbare omstandigheden
In gevallen , de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet in voorziet , beslist het college.
Deze verordening wordt aangehaald als: Handhavingsverordening WWB , Ioaw en Ioaz gemeente Smallingerland 2013.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd
in zijn vergadering van 10 december 2013
Artikel 8a WWB schrift voor dat de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een uitkering , alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de WWB.
Met ingang van 1 januari 2010 is de wet Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Buig) in werking getreden. Met de invoering van de wet worden de specifieke uitkeringen op grond van de Ioaw ( Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) Ioaz (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) en Bbz ( Bijstandsbesluit zelfstandigen) 2004 aan gemeenten gebundeld.
Op grond van artikel 35 lid 1 c van de Ioaw en de Ioaz dient de gemeenteraad bij verordening regels te stellen met betrekking tot de bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet in het kader van het financiële beheer. Deze artikelen zijn op 1 juli 2010 in werking getreden.
De veranderingen in 2013 vragen om aanpassing van het beleid. Op 1 januari 2013 is de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving , de handhavingswet in werking getreden. De belangrijkste verandering is dat bij de schending van de inlichtingenplicht er door de gemeente een boete moet worden opgelegd . Deze verplichting is opgenomen in de WWB , Ioaw en Ioaz.
Voorts moet de ten onrechte ontvangen uitkering worden teruggevorderd en kan worden verrekend met andere uitkeringen bijvoorbeeld uitkeringen van het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen
( UWV) zoals de WW , WIA , WAO en IOW en uikeringen van de Sociale Verzekeringsbank ( SVB).
Een schuld ten gevolge van het ten onrechte ontvangen van een uitkering mag niet worden ingebracht bij schuldhulpverlening.
Een andere aanpassing is de Wet Huisbezoeken. De feitelijke woonsituatie van de persoon die een uitkering aanvraagt moet worden aangetoond. Dit kan door toestemming te geven voor een huis-bezoek met specifieke aandacht voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder. Het gaat hierbij om het "feitelijk" aantonen van de gezinssituatie en dat kan eigenlijk niet op een andere manier dan met een huisbezoek. Bij het niet meewerken, geeft de wetgever aan dat er een lagere uitkering verstrekt moet worden en dat er geen rechten zijn voor de alleenstaande ouder zoals de ontheffing van de arbeidsverplichting. Overigens blijft de regel ook van toepassing als het recht helemaal niet kan worden vastgesteld, dan zal er geen uitkering worden toegekend. Deze wetswijziging geeft echter meer mogelijkheden tot het verrichten van een huisbezoek.
De aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik wordt door het Kabinet van groot belang geacht en heeft daarom voor het Kabinet een hoge prioriteit. Naar verwachting zal per 1 juli 2014 of per 1-1-2015 de Wet maatregelen WWB worden ingevoerd. In deze wet zal de naleving van de arbeidsverplichting en de handhaving worden geïntensiveerd. Strengere regels en straffen bij het niet solliciteren en als je geen werk kunt vinden door gedrag , uiterlijk of onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal . Maatregelen worden wettelijk voorgeschreven zodat er geen gemeentelijke verschillen meer zullen zijn. In het handhavingsplan dat onderdeel uitmaakt van deze verordening wordt ook nader ingegaan op de nieuwe en toekomstige wetgeving. In deze verordening wordt overigens voornamelijk gesproken over handhaving in plaats van fraudebestrijding omdat deze term beter past in de visie van de gemeente Smallingerland.
Hoofdstuk 2. Opdracht aan het college
De verantwoordelijkheid voor een rechtmatige en doelmatige uitvoering van de WWB , de Ioaw en Ioaz en ook de Bbz 2004 wordt neergelegd bij het college
Hoewel de wettelijke bepaling meer gericht lijkt op fraudebestrijding-sec is in deze toch gekozen voor het ruimere begrip handhaving. De term fraudebestrijding roept te veel het beeld op van repressie en genoegdoening, terwijl handhaving meer uit gaat van het bevorderen van de spontane naleving van de wet- en regelgeving. Naast repressie is in deze optie onontbeerlijk. Het is immers altijd nog beter om fraude te voorkomen. Het college heeft de opdracht om een gemeentelijk handhavingsplan op te stellen.
Hoofdstuk 3. Hoogwaardig handhaven
Om het belang van een goede handhaving te onderstrepen is in dit artikel aangegeven welke onderwerpen in een gemeentelijk handhavingsplan op zijn minst aan bod moeten komen. In artikel 5
en 6 wordt dat nader gespecificeerd. De gemeente zet in op het instrument hoogwaardig handhaven.
Maandelijks worden de signalen van het Inlichtingenbureau gecontroleerd. Dit zijn signalen van inkomsten , vermogen , bankrekeningen , studie , detentie etc. Daarnaast zijner re-integratie-onderzoeken, periodieke heronderzoeken en andere onderzoeken als daar aanleiding voor is.
( bijv. n.a.v. mutaties ). Via de themacontroles wordt er gericht op een bepaald onderwerp gecontroleerd. Uitgangspunt is dat iedere klant minstens 1 keer per jaar persoonlijk contact heeft met een klantmanager/consulent.