Organisatie | Reimerswaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Citeertitel | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Verordening toeristenbelasting 2014 |
Geen.
artikel 224 van de Gemeentewet
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 26-11-2013 Reimerswaal Informatie | 13.003267 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
2. mobiele kampeeronderkomens; tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;
3. niet beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur aangeboden;
4. vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan.
Voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1. van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;
2. van degene die verblijf houdt in een gemeubileerde woning indien hij ter zake van het verblijf in of het ter beschikking houden van die woning forensenbelasting is verschuldigd en betaalt;
3. van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g en h van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als
bedoeld in artikel 2 van de verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers.
4. als deelnemer van een Scouting of aan Scouting gelieerde organisatie in het onderkomen van de Ridder Boudewijngroep in de gemeente Reimerswaal.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.
Artikel 6 Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a. vakantieonderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op het aantal slaapplaatsen;
b. mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald op:
twee personen indien het aantal slaapplaatsen drie of minder bedraagt;
drie personen indien het aantal slaapplaatsen meer dan drie bedraagt;
c. mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som van het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van maximaal drie personen, vermenigvuldigd met twee en het aantal kampeeronderkomens bestemd voor verblijf van meer dan drie personen, vermenigvuldigd met drie.
Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
a. ingeval verblijf wordt gehouden in vakantieonderkomens, niet beroepsmatig verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen bepaald op 60;
b. ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet vaste standplaatsen bepaald op 365.
Artikel 7 Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende
Geen belasting wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan 10 zal of heeft belopen.
Artikel 12 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,00 doch minder is dan € 10.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt een maand
na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 14 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b en d van de Gemeentewet.