Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Heiloo

Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Heiloo
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012, na 1e wijziging
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpLangdurigheidstoeslag WWB

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

In afwijking van artikel 7 is deze verordening vanaf 1 januari 2013 van toepassing op de belanghebbenden op wie op grond van artikel 78w van de wet de huishoudinkomenstoets nog tot 1 januari 2013 wordt toegepast. Tot 1 januari 2013 gelden de bepalingen uit de verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-10-201201-01-201201-01-2015nieuwe regeling

24-10-2012

Uitkijkpost, 24-10-2012

12-2976

Tekst van de regeling

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1 In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      college: het college van burgemeester en wethouders.

    • b.

      wet: de Wet werk en bijstand.

    • c.

      referteperiode: een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

    • d.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

    • e.

      WSF 2000: Wet Studiefinanciering.

    • f.

      bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.

    • g.

      belanghebbende: persoon bedoeld in artikel 4 van de wet, waarbij onder belanghebbende wordt mede verstaan het gezin.

    • h.

      peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1 Onverlet het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag de belanghebbende die gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden aangewezen is geweest op een inkomen dat niet hoger is dan 110% van de voor hem geldende bijstandsnorm en geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

  • 2 Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.

  • 3 De referteperiode als bedoeld in artikel 1 lid c wordt opgeschort gedurende de periode dat belanghebbende een studie of opleiding volgt als bedoeld in lid 2 van dit artikel.

  • 4 De referteperiode als bedoeld in artikel 1 lid c wordt opgeschort gedurende de periode dat belanghebbende rechtens van zijn vrijheid is ontnomen als bedoeld in artikel 13 lid 1 van de wet.

Artikel 3 Hoogte van de toeslag

  • 1 De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor een gehuwden € 509;

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 456 en

    • c.

      voor een alleenstaande € 358.

  • 2 Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3 Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 eerste lid van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4 De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm, bedoeld in artikel 21 eerste lid onder c van de wet per 1 januari van dat jaar, en de gehuwdennorm van het daaraan voorafgaande jaar met een afronding naar hele bedragen.

Artikel 4 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

  • 1 In gevallen die de uitvoering van deze verordening betreffen en waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 5 Hardheidsclausule

  • 1 Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 6 Nadere regels

  • 1 Het college kan met betrekking tot de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 7 Inwerkingtreding

  • 1 Deze verordening treedt de dag na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

  • 2 De verordening langdurigheidstoeslag WWB 2009, zoals vastgesteld op 2 februari 2009 wordt ingetrokken.

Artikel 8 Citeertitel

  • 1 Deze verordening kan aangehaald worden als: “Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012, na 1e wijziging”.

Artikel 1 Overgangsrecht

  • 1 In afwijking van artikel 7 is deze verordening vanaf 1 januari 2013 van toepassing op de belanghebbenden op wie op grond van artikel 78w van de wet de huishoudinkomenstoets nog tot 1 januari 2013 wordt toegepast. Tot 1 januari 2013 gelden de bepalingen uit de verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Heiloo in zijn openbare vergadering van 5 maart 2012.

Toelichting 1 Toelichting