Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Reimerswaal

Verordening afvalstoffenheffing 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieReimerswaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening afvalstoffenheffing 2014
CiteertitelVerordening afvalstoffenheffing 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpVerordening afvalstoffenheffing 2014

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

het artikelnummer 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015nieuwe regeling

26-11-2013

Reimerswaal Informatie

13.015221

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening afvalstoffenheffing 2014

De raad van de gemeente Reimerswaal;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013 nummer 13.015221; gelet op het artikelnummer 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, en 229d, aanhef, eerste lid onderdeel c, en tweede lid, en 255a van de Gemeentewet en artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening afvalstoffenheffing 2014

 

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Inleidende bepaling

Krachtens deze verordening wordt een afvalstoffenheffing geheven.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

perceel: een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan - dat blijkens indeling en inrichting bestemd is om als afzonderlijk geheel door een particuliere huishouding te worden gebruikt en ook als zodanig wordt gebruikt. Met perceel wordt gelijk gesteld: een stacaravan, een woonboot en een demontabel zomer- of vakantiehuisje, indien gebruikt door een particuliere huishouding bedrijfspand: een gebouwde onroerende zaak - of een gedeelte ervan -niet in gebruik zijnde als perceel.

 

Hoofdstuk 2 AFVALSTOFFENHEFFING

Artikel 3 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1

    Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer (Stb. 1994, 80).

  • 2

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1

    De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

    a. degene die naar de omstandigheden beoordeelt al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van het perceel;

    b. ingeval een gedeelte van een perceel in gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.1

    De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar € 333,60.

  • 1.1.1

    De belasting als bedoeld in onderdeel 1.1 wordt vermeerderd voor het op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht, in bruikleen hebben van een extra container, met € 191,64.

  • 1.2

    Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door  één persoon  wordt de belasting als bedoeld onder 1.1 verminderd met  € 112,56.

  • 1.3

    Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door twee personen wordt de belasting als bedoeld onder 1.1 verminderd met € 36,60.

  • 1.4

    Indien het perceel op 1 januari van het belastingjaar of, indien de belastingplicht later aanvangt, bij aanvang van de belastingplicht wordt gebruikt door drie of meer personen is de belasting gelijk aan het tarief genoemd onder 1.1.

  • 1.5

    Onverminderd het bepaalde onder 1.1, 1.1.1, 1.2, 1.3 en 1.4 bedraagt de belasting voor de op aanvraag verwijderen van grove huishoudelijke afvalstoffen tot een maximum van 2 m³, € 13,50 per m³.

  • 1.6

    Indien er in de gemeentelijke basisadministratie geen personen op het in lid 1.1 genoemde perceel staan ingeschreven is het onder lid 1.2 genoemde tarief van toepassing.

Artikel 6 Tijdstip van ontstaan van de belastingschuld en wijze van heffen

  • 1

    De belasting voor zover bedoeld in artikel 5, lid 1.1 tot en met 1.4 en 1.6, ontstaat bij de aanvang van het belastingjaar of, indien het gebruik van een perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt bij de aanvang van dat gebruik.

  • 2

    De belasting voor zover bedoeld in artikel 5, lid 1.1. tot en met 1.4 en 1.6, wordt door middel van aanslag geheven.

  • 3

    De belasting als bedoeld in artikel 5, lid 1.5 wordt geheven bij de aanbieding van de afvalstoffen of andere gedagtekende schriftelijke kennisgevingen.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen drie maanden en wel in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,-- doch minder is dan € 10.000,--, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande, dat het aantal termijnen ten minste vijf en ten hoogste negen bedraagt. De eerste termijn vervalt een maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in lid 1, en 2 gestelde termijnen.

Hoofdstuk 3 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de heffing, bedoeld in artikel 5, geheven over zoveel twaalfde gedeelten als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden in het belastingjaar overblijven.

  • 2

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de ingevolge artikel 5 berekende bedragen, als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3

    Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsheffingen.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1

    De "Verordening afvalstoffenheffing 2013" van 20 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 3

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening afvalstoffenheffing 2014".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Reimerswaal, gehouden op 26 november 2013.

 

de griffier,                   de voorzitter,