Organisatie | Onderbanken |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Kwijtscheldingsverordening 2014 |
Citeertitel | Kwijtscheldingsverordening 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de kwijtscheldingsverordening 2013
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2021 | Onbekend | 07-11-2013 | Onbekend |
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend voor:
de afvalstoffenheffing zoals bedoeld in hoofdstuk 1, lid 5 en hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij de vigerende ‘Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing’;
Artikel 2 Verruimde kwijtschelding
100 procent van het belastingbedrag als bedoeld in hoofdstuk 1, eerste lid van
de tarieventabel behorende bij de vigerende ‘Verordening op de heffing en de invordering
van de afvalstoffenheffing’ (belasting per perceel);
van de belastingbedragen gebaseerd op de belastingtarieven als bedoeld in
hoofdstuk 1, leden 2 t/m 3 (belasting per lediging) van de tarieventabel
behorende bij de vigerende “Verordening op de heffing en de invordering van afval-
stoffenheffing”, wordt per belastingjaar kwijtschelding verleend tot een
“Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing” € 36,00
2.bij het aanbieden via een verzamelcontainer zoals bedoeld in hoofdstuk 1,
lid 2e en lid 3 van de tarieventabel behorende bij de vigerende
“Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing” € 36,00
1.2 de rioolheffing(gebruikersbelasting)
Artikel 3 Bepaling netto-besteedbare inkomen
Bij het bepalen van het netto-besteedbare inkomen wordt rekening gehouden met de nettokosten voor kinderopvang volgens artikel 28, lid 3 van de uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Artikel 4 Kwijtschelding in geval van een natuurlijk persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent
Met betrekking tot een natuurlijke persoon die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent die een verzoek om kwijtschelding indient, is in plaats van de afdelingen 3 en 4 van hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing de afdeling 2 van
hoofdstuk II van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990, ten aanzien van de in artikel 2
genoemde belastingen en heffingen die geen (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van dat bedrijf of beroep.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 7 en 8 november 2013.