2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een
aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor
een project: de som van de verschuldigde leges voor de
verschillende activiteiten of handelingen waaruit het
project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag
betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra
toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden
uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het
bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In
afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit,
handeling of andere grondslag een legesbedrag worden
gevorderd. | |
| | |
| Bouwactiviteiten | |
2.3.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de
WABO, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten gelijk zijn aan of minder bedragen dan
€ 2.633,00: | € 158,00 |
2.3.1.1.2 | Indien de bouwkosten meer bedragen dan € 2.633,00 | € 158,00 |
| vermeerderd met: | 2,0 % |
| van de bouwkosten. | |
| | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.2 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het
tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat
onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het
bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk
is indien de bouwkosten | |
2.3.1.2.1 | gelijk zijn aan of minder bedragen dan € 4.740,00 | € 64,30 |
2.3.1.2.2 | meer bedragen dan € 4.740,00 vermeerderd met € 7,65 voor elke € 4.740,00 bouwkosten of
een gedeelte daarvan waarmee de bouwkosten de € 4.740,00 te
boven gaan, een en ander met een maximum van € 459,30 | € 63,30 |
2.3.1.2.3. | Indien de aanvraag betrekking heeft op de tweede beoordeling
van hetzelfde bouwplan zijn geen leges verschuldigd. Voor elke volgende behandeling zijn de verschuldigde leges
gelijk aan de onder de 2.3.1.2 vermelde legeskosten. | |
| | |
| Beoordeling bodem of archeologisch
rapport | |
2.3.1.3 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het
tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in
dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt
beoordeeld: | |
2.3.1.3.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport NVN
5725 | € 57,95 |
2.3.1.3.2 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport NVN
5740 | € 142,20 |
2.3.1.3.3 | voor de beoordeling van een archeologisch rapport | € 384,50 |
| | |
| Verplicht advies Limburgse
Kwaliteitscommissie | |
2.3.1.4 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het
tarief | € 47,40 |
2.3.1.4.1 | vermeerderd met de werkelijke kosten indien krachtens
wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde
aanvraag een advies van de Limburgse Kwaliteitscommissie
nodig is en wordt beoordeeld | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het
tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt
ingediend na aanvang of gereedkomen van de
bouwactiviteit: | 100 % |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
| | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.1.6 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het
tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende
gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel
bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | € 52,70 |
| | |
| Aanlegactiviteiten | |
2.3.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de
Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.2.1 | indien de aanlegkosten niet meer dan € 5.268,00 bedragen
| € 89,50 |
2.3.2.2 | indien de aanlegkosten meer dan € 5.268,00 en minder dan €
10.534,00 bedragen | € 179,10 |
2.3.2.3 | indien de aanlegkosten meer dan € 10.534,00 en minder dan €
237.017,00 bedragen | € 316,00 |
2.3.2.4 | indien de aanlegkosten meer dan € 237.017,00 bedragen | € 948,05 |
| | |
| Beoordeling rapport | |
2.3.2.2 | Onderdeel 2.3.1.3.3 vindt overeenkomstige toepassing met
betrekking tot de in onderdeel 2.3.2. bedoelde aanvraag,
tenzij onderdeel 2.3.1.3.3 zelf toepassing vindt. | |
| | |
2.3.3 | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens
sprake is van een bouw- of
aanlegactiviteit | |
2.3.3.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
tevens sprake is van een bouwactiviteit of een
aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het
tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en
2.3.2: | |
2.3.3.1.1 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse
afwijking): | € 210,65 |
2.3.3.1.2 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine
afwijking): | € 210,65 |
2.3.3.1.3 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (buitenplanse
afwijking): | € 5.793,70 |
2.3.3.1.4 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking) en
de aanvrager levert zelf een goede ruimtelijke onderbouwing
aan: | € 2.851,00 |
2.3.3.2 | indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de
Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking): | € 210,65 |
2.3.3.3 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde
lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens
provinciale verordening gegeven regels is afgeweken: | € 210,65 |
2.3.3.4 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft
en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van
de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet
ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur gegeven regels is afgeweken: | € 210,65 |
| | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij geen
sprake is van een bouw- of
aanlegactiviteit | |
2.3.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en
niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een
aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid,
onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.4.1 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (binnenplanse
afwijking): | € 210,65 |
2.3.4.2 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine
afwijking): | € 210,65 |
2.3.4.3 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (buitenplanse
afwijking): | € 5.793,70 |
2.3.4.4 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a,
onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking) en
de aanvrager levert zelf een goede ruimtelijke onderbouwing
aan: | € 2.851,00 |
2.3.4.5 | indien met toepassing van artikel 2.12, tweede lid, van de
Wabo voor een bepaalde termijn van het bestemmingsplan of de
beheersverordening is afgeweken (tijdelijke afwijking) | € 210,65 |
2.3.4.6 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b,
van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken: | € 210,65 |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang
betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid,
onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of
vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens
provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale
verklaring gegeven regels is afgeweken: | € 210,65 |
2.3.4.8 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft
en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van
de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid,
van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële
verklaring gegeven regels is afgeweken: | € 210,65 |
2.3.4.9 | indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d,
van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken: | € 210,65 |
2.3.4.10 | indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige
bewoning recreatiewoningen wordt toegepast (vervallen) | |
2.3.4.11 | indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige
bewoning recreatiewoningen wordt toegepast (vervallen) | |
| | |
2.3.5 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 210,65 |
2.3.5.1 | te vermeerderen met: | |
2.3.5.1.1 | voor een bouwwerk met een oppervlakte van minder dan 100 m2
| € 142,20 |
2.3.5.1.2 | 100 m2 tot 500 m2: per m2 | € 1,40 |
2.3.5.1.3 | 500 m2 tot 2000 m2 : basis bedrag verhoogd met, per m2 | € 374,00 € 0,44 |
2.3.5.1.4 | 2000 m2 tot 5000 m2: basis bedrag verhoogd met, per m2 | € 953,35 € 0,10 |
2.3.5.1.5 | 5000 m2 tot 50.000 m2: basis bedrag verhoogd met, per m2 | € 1.332,55 € 0,02 |
2.3.5.1.6 | 50.000 m2 of meer : basis bedrag verhoogd met, per m2 | € 1.869,80 € 0,01 |
| | |
2.3.5.2 | Indien en zover de aanvraag mede betrekking heeft op niet
bebouwde voor bedrijfsdoeleinden bestemde terreinen bij een
gebouw of bouwwerk, waarin bedrijfsmatig de in artikel 6.2.2
van de bouwverordening bedoelde stoffen worden opgeslagen,
voor terreinen met een oppervlakte van: | |
2.3.5.2.1 | minder dan 500 m2 | € 68,45 |
2.3.5.2.2 | 500 m2 tot 2000 m2 | € 131,65 |
2.3.5.2.3 | 2000 m2 tot 5000 m2 | € 205,45 |
2.3.5.2.4 | 5000 m2 of meer vermeerderd met, per 500m2 of een gedeelte daarvan | € 205,45 € 31,60 |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of
beschermde stads- of
dorpsgezichten | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met
betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel
2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een beschermd monument: | € 126,40 |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd
of in gevaar gebracht: | € 126,40 |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in
artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het
tarief: | € 126,40 |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met
betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de
Erfgoedverordening 2008 Gemeente Onderbanken aangewezen
monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening
of artikel 2, tweede lid, van die gemeentelijke verordening
een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het
tarief: | |
2.3.6.3.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht
wijzigen van een provinciaal of gemeentelijk monument | € 126,40 |
2.3.6.3.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een
provinciaal of gemeentelijk monument op een wijze waardoor
het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 126,40 |
2.3.6.4 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
bouwwerk in een krachtens provinciale verordening, bedoeld
in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor
op grond van die provinciale verordening een vergunning of
ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | € 126,40 |
| | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of
in bescherm stads- of
dorpsgezicht | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een
bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan,
beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald,
bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo,
bedraagt het tarief: | € 126,40 |
indien de sloopkosten meer bedragen dan € 36.87000
vermeerderd met: | 1,0 % |
van de sloopkosten met een maximum van: | € 526,70 |
| | |
| Beoordeling rapport | |
2.3.7.2 | Onderdeel 2.3.1.3.3 vindt overeenkomstige toepassing met
betrekking tot de in het onderdeel 2.3.7.1 bedoelde
aanvraag, tenzij de onderdelen 2.3.1.3.3 of 2.3.2.2 zelf
toepassing vinden. | |
| Aanleggen of veranderen
weg | |
2.3.8 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van
een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van
een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke
verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als
bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van
de Wabo, bedraagt het tarief: | € 31,60 |
| | |
2.3.9 | Uitweg/inrit | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben,
veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg
waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale
verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke
verordening> een vergunning of ontheffing is vereist, als
bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van
de Wabo, bedraagt het tarief: | € 126,40 |
| | |
2.3.10 | Kappen | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen
vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge een bepaling in
een provinciale verordening of artikel 3 van Boomverordening
gemeente Onderbanken een vergunning of ontheffing is
vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en
onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 52,70 |
2.3.11 | Opslag van roerende zaken | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van
roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of
de gemeente, waarvoor ingevolge een bepaling in een
provinciale verordening of artikel 2.10 (voorwerpen op of
aan de weg) en 4.13 (stankoverlast) van de APV een
vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief tot
het verkrijgen van: | |
2.3.11.1 | een vergunning tot het in de gemeente innemen van een
standplaats: | |
2.3.11.1.1 | geldig voor één of meer dagen in de week, per dag | € 13,60 |
| met een maximum van | € 40,25 |
2.3.11.1.2 | geldig voor één of meer weken in de maand, per week | € 40,25 |
| met een maximum van | € 68,05 |
2.3.11.1.3 | geldig voor één of meer maanden in een kwartaal, per
maand | € 68,05 |
| met een maximum van | € 136,10 |
2.3.11.1.4 | geldig voor één of meer kwartalen in een jaar, per
kwartaal | € 136,10 |
| met een maximum van | € 198,05 |
2.3.11.1.5 | geldig voor één jaar | € 198,05 |
| | |
2.3.12 | Handelsreclame | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met
behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in
welke vorm dan ook, die vanaf een openbare plaats zichtbaar
is, waarvoor ingevolge artikel 4:15 lid 1 van de APV een
vergunning is vereist | € 117,25 |
| | |
2.3.13 | Projecten of handelingen in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998 | |
2.3.13.1 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een
beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het
natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor
de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid,
van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 163,30 |
2.3.13.2 | Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van
projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats
en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel
19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 163,30 |
| | |
2.3.14 | Handelingen in het kader van de Flora- en
Faunawet | |
| Indien de aanvraag tot het verlenen van een
omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling
waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora-
en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief | € 231,70 |