Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Almelo

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014.

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlmelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingFinancieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014.
CiteertitelFinancieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014.
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Onbekend

03-12-2013

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014.

 

 

Gemeenteblad van Almelo

Geldende tekst

regelingnummer: 2498

Nr. 16

Raadsbesluit van 3 december 2013, houdende vaststelling van de Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2014.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

De begripsbepalingen genoemd in artikel 1.1 van de verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning zijn ook op dit financieel besluit van toepassing.

Artikel 1.2 Uitgangspunt goedkoopst adequate voorziening

Tenzij in de verordening of in het financieel besluit anders is bepaald, wordt:

a een financiële tegemoetkoming in de kosten of een persoonsgebonden budget

gebaseerd op de kosten van de goedkoopst adequate voorziening. Het college

kan voordat een voorziening wordt toegekend, de verplichting opleggen dat er

maximaal drie offertes moeten worden opgevraagd waarvan één bij een door

het college aan te wijzen bedrijf of leverancier.

b het bedrag van de financiële tegemoetkoming na overlegging van

een factuur betaald en een persoonsgebonden budget vooraf betaald.

Artikel 1.3 Uitbetaling persoonsgebonden budget

Indien een persoonsgebonden budget is toegekend, wordt deze in principe overgemaakt op het bankrekeningnummer van de aanvrager. Hoofdstuk 2 De hoogte en de betaling van de bedragen

Artikel 2.1 Individuele voorziening hulp bij het huishouden

1 De tarieven voor de voorziening hulp bij het huishouden als deze in natura wordt verstrekt, zijn vastgesteld op:

a voor de overname van de normale huishoudelijke taken, genoemd in artikel 3.2 lid 1 sub a van de verordening, als deze hulp wordt geleverd door:

TSN € 20,05 per uur

T zorg € 20,10 per uur

Solace € 20,10 per uur

Overige aanbieders € 19,91 per uur

b voor de aanvullende huishoudelijke activiteiten en kortdurende aanvullende activiteiten, genoemd in artikel 3.2 lid 1 sub b en c, als deze hulp wordt geleverd door:

TSN € 23,80 per uur

T zorg € 23,43 per uur

Solace € 23,54 per uur

Overige aanbieders € 22,85 per uur

2 De hoogte van het bedrag voor de individuele voorziening hulp bij het huishouden, genoemd in artikel 3.2 lid 3 van de verordening is, indien de hulp wordt geleverd door een thuiszorgaanbieder die voldoet aan de kwaliteitseisen zoals gesteld in de beleidsregels, vastgesteld op:

a € 19,91 per uur voor overname van de normale huishoudelijke taken;

b € 19,91 per uur voor aanvullende huishoudelijke activiteiten en kortdurende aanvullende activiteiten als de hulp wordt geleverd door een niet gekwalificeerde helpende;

c € 22,85 per uur voor aanvullende huishoudelijke activiteiten en kortdurende aanvullende activiteiten en de hulp wordt geleverd door een gekwalificeerde helpende.

3 In overige situaties wordt de hoogte van het bedrag van de hulp bij het

huishouden vastgesteld op 80% van de bedragen genoemd in het eerste lid onder a tot en met c.

  • 4

    Het bedrag wordt per periode van vier weken vooruit betaald na beoordeling van de besteding van het persoonsgebonden budget over de voorgaande periode van 4 weken.

  • 5

    De betalingsperiode is gelijk is aan de betalingsperiode van de eigen bijdrage die door het Centraal Administratiekantoor wordt geïnd.

Artikel 2.2 Individuele woonvoorziening

  • 1

    De hoogte van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten, genoemd in artikel 4.2 lid 2 van de verordening, is vastgesteld op € 2.500,00.

  • 2

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt betaald nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden.

  • 3

    De omvang van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de kosten van tijdelijke huisvesting, genoemd in artikel 4.2 lid 2 van de verordening, is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van het huurbedrag waarvoor een huurtoeslag kan worden toegekend.

  • 4

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt maandelijks vooruit betaald indien en voor zover de tijdelijke huisvesting noodzakelijk is.

  • 5

    Het maximale bedrag voor het bezoekbaar maken van een woning, genoemd in artikel 4.2 lid 2 van de verordening, is vastgesteld op € 1.500,00.

  • 6

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt betaald na overlegging van de factuur.

Artikel 2.3 Individuele vervoersvoorziening

 

Artikel 2.3 Individuele vervoersvoorziening

  • 1

    De hoogte van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de

    vervoerskosten, genoemd in artikel 5.2 lid 2 van de verordening, is vastgesteld op € 580,00 per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op lokale verplaatsingen met een omvang van 2000 kilometer tegen een vergoeding van € 0,29 per kilometer.

  • 2

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt gedeeld door vier en per

kwartaal vooruit betaald.

3De hoogte van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten, genoemd in artikel 5.5 lid 2, wordt vastgesteld op € 0,29

per kilometer, waarbij wordt uitgegaan van de daadwerkelijk gereden kilometers.

4 De financiële tegemoetkoming in de vervoerskosten, genoemd in het vorige lid, wordt per kwartaal achteraf betaald waarbij de cliënt de gereden kilometers aannemelijk dient te maken.

Artikel 2.4 Overige voorzieningen

  • 1

    De hoogte van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten, genoemd in artikel 7.3 lid 1 van de verordening, is vastgesteld op € 3.500,00.

  • 2

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt betaald nadat de verhuizing heeft plaatsgevonden.

  • 3

    De omvang van het bedrag van de financiële tegemoetkoming in de kosten van huurderving, genoemd in artikel 7.3 lid 2 van de verordening, is gelijk aan de werkelijk gemaakte kosten tot een maximum van het huurbedrag waarvoor een huurtoeslag kan worden toegekend, waarbij de kosten:

    • ·

      in de eerste maand niet worden vergoed

    • ·

      voor 100% worden vergoed in de tweede en derde maand

    • ·

      voor 75% worden vergoed in de vierde en vijfde maand

    • ·

      voor 50% worden vergoed in de zesde maand

    • ·

      voor 100% worden vergoed na de zesde maand indien vaststaat dat binnen drie maanden de woning verhuurd kan worden aan een persoon die tot de doelgroep van de wet behoort.

  • 4

    Het bedrag, genoemd in het vorige lid, wordt maandelijks vooruit betaald

indien en voor zover de woning op verzoek van het college beschikbaar gehouden wordt voor bewoning door een persoon die tot de doelgroep van de wet behoort.

Artikel 2.5 Bonusregeling inname voorziening

  • 1

    De hoogte van het bedrag van de bonus, genoemd in artikel 8.9 lid 2 van de verordening, is vastgesteld op € 100,00.

  • 2

    Het bedrag wordt betaald nadat de voorziening is ingenomen.

Artikel 2.6 Bonus bruikbare besparende alternatieve voorzieningen

1De hoogte van het bedrag van de bonus, genoemd in artikel 10.2 lid 2 van de verordening, wordt vastgesteld op:

1 a € 100,00 indien de voorziening in een individuele situatie tot een structurele besparing leidt;

1 b € 250,00 indien de voorziening in meer situaties tot een structurele besparing leidt.

1 2 Het bedrag wordt betaald nadat de alternatieve voorziening bruikbaar en besparend is gebleken. Hoofdstuk 3 Bedrag terugbetaling en afzien van terugvordering

Artikel 3.1 Terugbetaling bij verkoop woning

De meerwaarde van de woning die door het ontvangen van een woonvoorziening, zoals bedoeld in artikel 4.5 van de verordening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden terugbetaald. Voor het bepalen van het bedrag van meerwaarde

wordt uitgegaan van:

a het toegekende bedrag voor de woonvoorziening minus de eigen bijdrage die voor de woonvoorziening is betaald;

b een afschrijving van 10% voor elk vol jaar dat de voorziening was gerealiseerd.

Artikel 3.2 Afzien van terugvordering

De hoogte van het bedrag waarbij wordt afgezien van terugvordering, zoals bedoeld in artikel 9.4 lid 1 sub a van de verordening, is vastgesteld op € 150,00.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 4.1 Indexering

Het college kan jaarlijks met ingang van 1 januari de bedragen wijzigen en het financieel besluit aanpassen.

Artikel 4.2 Evaluatie

Het financieel besluit wordt jaarlijks geëvalueerd. Als de evaluatie daartoe

aanleiding geeft, wordt het financieel besluit aangepast.

Artikel 4.3 Inwerkingtreding

Dit financieel besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 4.4 Citeertitel

Dit financieel besluit wordt aangehaald als: Financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Almelo 2014

Artikel 4.5

Intrekking oude financieel besluit

Het financieel besluit voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Almelo 2013 wordt ingetrokken.

Toelichting op het financieel besluit

In deze toelichting ontbreekt een artikelsgewijze toelichting. De artikelsgewijze toelichting is feitelijk te vinden in de beleidsregels. Door de artikelsgewijze toelichting achterwege te laten, worden dubbelingen in de teksten van het financieel besluit, de verordening en de beleidsregels voorkomen. De leesbaarheid van de teksten is daardoor toegenomen.

In het financieel besluit zijn alleen bepalingen opgenomen met betrekking tot het vaststellen van financiële tegemoetkomingen en persoonsgebonden budgetten, de hoogte van de bedragen en de wijze van betaling nadat de beschikking is afgegeven. Andere dan financiële bepalingen zijn opgenomen in de verordening en de beleidsregels