Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Klachtenregeling gemeente Almelo 2013 |
Citeertitel | Klachtenregeling gemeente Almelo 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-01-2014 | Onbekend | 03-12-2013 | Onbekend |
Raadsbesluit van dinsdag 3 december 2013, houdende vaststelling van de Klachtenregeling gemeente Almelo 2013.
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet
gelet op het bepaalde in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen en algemene bepalingen
klacht: een mondelinge of schriftelijke uiting van ontevredenheid over de wijze waarop een gemeentelijk bestuursorgaan, diens voorzitter of een persoon werkzaam onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een natuurlijk of rechtspersoon heeft gedragen.
Hoofdstuk 2. Behandeling van klachten
Artikel 2.2 Klachten over leden van het College van Burgemeester en Wethouders, ( individuele collegeleden) en de gemeentesecretaris.
Het onderzoek, de behandeling en afdoening van een klacht geschiedt:
Artikel 2.3 Klachten over de raadsgriffier
De behandeling naar een klacht over de raadsgriffier wordt behandeld door de werkgeversvertegenwoordiging van de gemeenteraad.
Hoofdstuk 4. Registratie van klachten en het jaarverslag
Artikel 4.1 Registratie van klachten
1.De klachtencoördinator registreert de klacht in een centraal klachtenafhandelingssysteem. Registratie vindt plaats van:
Toelichting op de Klachtenregeling gemeente Almelo 2013
De klachtenregeling is een uitwerking van het in hoofdstuk negen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geregelde interne klachtrecht. De werkwijze en procedure is vastgelegd in de klachtenprocedure welke is opgenomen in het handboek juridische kwaliteitszorg.
In artikel 9:8 Awb zijn een aantal weigeringsgronden opgenomen. Zo kan er bijvoorbeeld geen klacht worden ingediend over zaken waarin voor de burger bezwaar bij de commissie bezwaarschriften dan wel beroep bij de bestuursrechter openstaat.
Een klacht wordt behandeld door een persoon of een aantal personen die niet bij de gedraging betrokken zijn geweest. Er zijn situaties denkbaar waarbij de afstand tussen beklaagde en klachtbehandelaar zeer klein is. Artikel 9:7 lid 2 Awb geeft aan dat het bestuursorgaan zelf beslist over een gedraging van het orgaan zelf of een van haar leden. De gemeente hecht echter aan een onpartijdige behandeling van de klacht. In sommige gevallen kan derhalve gebruik worden gemaakt van een door het raadspresidium aan te wijzen (ad-hoc) adviescommissie uit de gemeenteraad (zie artikel 2.1).
Tegen het oordeel van het bestuursorgaan over een klacht op grond van deze regeling kan een klacht worden ingediend bij de externe ombudsinstantie (zie hoofdstuk 5, extern klachtrecht).
Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen en algemene bepalingen
Een klacht is een uiting van ongenoegen over een gedraging van een bestuursorgaan (Gemeenteraad, Burgemeester, Burgemeester en Wethouders) of een persoon die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan, bijvoorbeeld de medewerkers van de gemeente Almelo.
Artikel 1.2 Het recht tot het indienen van een klacht
Een ieder heeft het recht een klacht in te dienen. De wettekst stelt dit met zoveel woorden in artikel 9:1 Algemene wet bestuursrecht (Awb). Op grond van artikel 9:8 lid 2 Awb wordt gekeken naar het belang van de klager. Het bestuursorgaan is immers niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de gedraging kennelijk onvoldoende is. Handhaving van de behandelingsplicht van dergelijke ‘bagatelklachten’ zou in dit geval in geen verhouding staan tot het met een zorgvuldige klachtbehandeling te dienen doel. Het bestuursorgaan heeft hier een zekere beoordelingsruimte, maar mag niet lichtvaardig aannemen dat sprake is van een klacht over ‘klein leed’ oftewel een bagatel als bedoeld in artikel 9:8 lid 2 Awb. Of het bestuursorgaan zich daaraan heeft gehouden ligt bij de externe klachtvoorziening (zie artikel 5.1) die bevoegd is om klachten over de behandeling door het desbetreffende bestuursorgaan te onderzoeken.
De zinsnede dat de klacht “een bepaalde aangelegenheid” moet betreffen beoogt uit te sluiten dat klachten over beleid of regelgeving van het bestuursorgaan klachten zijn als bedoeld in de Awb en deze richtlijn.
Klachten die betrekking hebben op de technische uitvoering van werkzaamheden en de infrastructuur, zoals een losliggende trottoirtegel, zijn meldingen en vallen niet onder het begrip klacht. Pas wanneer op de melding niet adequaat wordt gereageerd wordt het een klacht.
Uitgezonderd van de richtlijn zijn klachten die onder een bijzondere regeling vallen. Momenteel zijn dat uitsluitend de klachten over seksuele intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Voor deze klachten is voorzien in een externe klachtencommissie, die vervolgens advies uitbrengt aan het bevoegd bestuursorgaan.
Artikel 1.3 Mondelinge en schriftelijke klachten
Klachten kunnen op verschillende manieren binnenkomen: via telefoon, in een brief, per email, via het digitaal loket en fysiek bij de balie of bij een specifieke medewerker persoonlijk. De Algemene wet bestuursrecht bepaalt in artikel 2:6 dat bestuursorganen de Nederlandse taal gebruiken. Dit betekent dat het op schrift stellen van een mondelinge klacht in een vreemde taal doorgaans niet mogelijk zal zijn. Klachten worden in de Nederlandse taal vastgelegd. Bij het op schrift stellen van een mondelinge klacht kan de klachtencoördinator zich laten ondersteunen door een tolk. Bij een schriftelijke klacht in een vreemde taal wordt de klager bericht dat de klacht na het verstrijken van een hersteltermijn niet in behandeling wordt genomen.
Hoofdstuk 2. Behandeling van klachten
Artikel 2.1 Klachten over de Gemeenteraad, de voorzitter en individuele raadsleden.
In dit artikel wordt uitdrukkelijk ook de mogelijkheid geboden om een klacht in te dienen tegen een individueel raadslid. De werkwijze rondom het behandelen van deze klachten is vastgelegd in een nadere uitwerking welke bij raadsbesluit d.d. 14 juli 2005 (2005/19750) is vastgesteld.
Artikel 2.2 Klachten over het College van Burgemeester en Wethouders, individuele collegeleden en de gemeentesecretaris.
Voor de burgemeester bestaan twee verschillende procedures voor de afhandeling van een klacht.
De te kiezen procedure, of de onderhavige of die van het vorige lid, heeft een directe relatie met het deel van de functie van de burgemeester waarop de klacht gericht is.
Artikel 2.3 Klachten over de raadsgriffier
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2.4 Klachten over gemeentelijke medewerkers.
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 2.5 Klachtencoördinator
Dit artikel spreekt voor zich.
De klachtbehandelaar handelt de klacht zo snel mogelijk af. De wettelijke termijn is maximaal zes weken vanaf de datum dat de klacht binnenkomt bij de gemeente. Eventueel kan in bijzondere gevallen de afhandeling met een termijn van vier weken worden verlengd (verdaging). Hierbij valt te denken aan bijzondere complexe klachten waarbij bijvoorbeeld een hoorzitting en nader onderzoek nodig zijn.
Hoofdstuk 4. Registratie van klachten en het jaarverslag
Artikel 4.1 Registratie van klachten
Dit artikel spreekt voor zich.
Over de klachtbehandeling wordt gerapporteerd in het jaarverslag klachten (door de klachtencoördinator) en in het burgerjaarverslag. Het gaat dan om vastlegging van:
Hoofdstuk 5. Extern klachtrecht
Artikel 5.1 Extern klachtrecht
De klager kan zich na het afhandelen van de klacht door de gemeente wenden tot de externe Ombudsinstantie waarbij de gemeente zich op dat moment bij heeft aangesloten, met het verzoek het optreden van de gemeente (opnieuw) te onderzoeken. Bij de afhandeling van de klacht wordt altijd aan klager aangegeven tot welke externe Ombudsinstantie men zich kan wenden.
De bepalingen over de inwerkingtreding en de citeertitel behoeven geen toelichting.