Organisatie | Zwijndrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van de rioolheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening rioolheffing Zwijndrecht 2014(herziene versie) |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 Stadsnieuws, 2013-12-24 | 2013-11993 Herzien |
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 4 Zelfstandige gedeelten
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Artikel 5 Maatstaf van de heffing
Het aantal kubieke meters water als bedoel in het tweede lid wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater en grondwater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van twaalf maanden, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald. Bij die herleiding wordt een gedeelte van een kalendermaand voor een volle maand gerekend.
De belasting wordt niet geheven van percelen met een aansluiting op de gemeentelijke riolering uitsluitend voor de afvoer van hemel- en grondwater met een vloeroppervlakte kleiner dan 50 vierkante meter.
Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
Artikel 11 Termijnen van betaling
In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 3.500,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in gelijke termijnen van minimaal € 5,00, waarbij de laatste termijn vervalt op de laatste dag van de tiende maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de eerdere termijnen telkens een maand eerder.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de rioolheffing.
Toelichting (raadsvoorstel en- besluit)
De rioolheffing wordt geheven als dekking van de kosten voor collectieve maatregelen die nodig zijn voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater.
We kennen momenteel drie tarieven. Voor woningen zijn dit het basistarief, ook wel het tarief voor meerpersoonshuishoudens genoemd en het tarief voor eenpersoonshuishoudens. Voor het tarief voor eenpersoonshuishoudens komt men uitsluitend in aanmerking als de woning door één persoon wordt bewoond en dit door middel van inschrijving in het GBA kenbaar is. Het tarief voor eenpersoonshuishoudens is op dit moment de helft van het tarief van de meerpersoonshuishoudens. Voor niet-woningen geldt, afhankelijk van het waterverbruik, een gedifferentieerd tarief. Voor de diverse tarieven verwijzen wij u naar artikel 6 in de verordening.
In het geactualiseerde Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) Zwijndrecht 2013-2017, wat inmiddels ter vaststelling aan u is aangeboden, is opgenomen dat in de eerstkomende circa tien jaar een tamelijk forse tariefsverhoging nodig is. Dit om de rioolheffing op lange termijn kostendekkend te houden. Daarnaast is geconstateerd dat de kosten van de riolering nauwelijks beïnvloed worden door het aantal personen wat in een woning woont en wij met de helft van het tarief voor eenpersoonshuishoudens afwijken van een ruime meerderheid van de overige gemeenten. Bij de aanbieding van de begroting 2014-2017 en de belastingverordening rioolheffing hadden wij u dan ook voorgesteld om de tarieven voor de een- en meerpersoonshuishoudens in 2 jaar gelijk te trekken.
Tijdens de op 12 november gehouden algemene beschouwingen over de begroting en belastingvoorstellen is geconstateerd dat voor een geleidelijker toegroei in 4 jaar meer draagvlak in uw raad is. Daarnaast was de vraag over welk deel van de kosten aan een persoon toegerekend kan worden niet geheel naar tevredenheid beantwoord om de verhoging van het tarief voor eenpersoonshuishoudens te rechtvaardigen. Tenslotte werd de forse tariefsverhoging, door de lagere realisatie van de investeringen, niet nodig geacht. Een en ander leidde tot een drietal ingediende amendementen. Nadat aan uw raad werd toegezegd om diverse scenario’s nader uit te werken en met cijfers te onderbouwen, werden zowel de amendementen als de verordening rioolheffing aangehouden.
In de bij deze verordening bijgevoegde memo gaan we uitgebreid op het bovenstaande in. We hopen daarmee aan uw wensen tegemoet te zijn gekomen. Naast ons eerdere voorstel om de tarieven van eenpersoonshuishoudens in 2 jaar gelijk te trekken naar die van
meerpersoonshuishoudens hebben we nog een tweetal scenario’s uitgewerkt, namelijk gelijktrekking in 3 en in 4 jaar. Voor alle scenario’s hebben we voor de bepaling van de tarieven de volgende uitgangspunten gehanteerd, te weten:
We merken overigens op dat het GRP over 4 jaar weer opnieuw dient te worden geactualiseerd.
Alles overwegende stellen wij u voor om te kiezen voor scenario 3, dit wil zeggen:
Dit leidt tot de volgende tarieven:
De in de meerjarenbegroting 2014-2017 geraamde opbrengst (die nog gebaseerd was op gelijktrekking in 2 jaar) zal door de geleidelijke toegroei in 4 jaar niet geheel worden bereikt.
Dit wordt veroorzaakt, doordat we voor de dekking de extra benodigde tariefsstijging zo beperkt mogelijk hebben gehouden. De hieruit tijdelijk voortvloeiende hogere exploitatietekorten kunnen we echter verrekenen met de reserve riolering, die hierdoor wat sneller afneemt. Voor de langere termijn heeft dit echter voor de kostendekkendheid geen nadelige gevolgen. Wel dient de meerjarenbegroting 2014-2017 hierop te worden aangepast.
Wij maken u er nog op attent dat u aan het einde van deze toelichting (naast bovengenoemde memo) de twee gebruikelijke bijlagen aantreft, namelijk:
- bijlage I: Raming kosten en opbrengsten Riolering over 2014;
- bijlage II: Voortgangsrapportage GRP
[Bijlage I en II kunt u vinden op de website van de gemeente:
http://www.raadzwijndrecht.nl/Stukken_raadplegen/Archief_2013/Raadsvoorstellen_en_besluiten_2013/2013_11993_Herzien_verordening_rioolheffing_Zwijndrecht_2014
In beide bijlagen hebben wij de effecten van de herziene verordening verwerkt. Daarnaast hebben wij in bijlage II tevens de actualisatie van het investeringsprogramma opgenomen.]
Het voor 2014 vaststellen van kostendekkende tarieven.
De verordening is getoetst door Gemeentebelastingen Drechtsteden en is in
overeenstemming met de modelverordening van de VNG.
De vaststelling van deze verordening zal eind december bekend worden gemaakt in ons gemeenteblad en via internet. De verordening ligt voorts na publicatie in het gemeenteblad gedurende 12 weken ter inzage in de Publiekshal van het gemeentehuis.
Zoals uit bijlage I (raming kosten en opbrengsten riolering) blijkt, bedraagt het geraamde exploitatietekort voor 2014 bijna € 655.000 en komt ten laste van de reserve riolering. Het saldo van de reserve bedraagt hierna nog bijna € 1,9 miljoen, maar zal in de komende jaren verder teruglopen. Zie onderdeel 6 in bijlage II.
Het college van burgemeester en wethouders van Zwijndrecht,