Organisatie | Heiloo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016 |
Citeertitel | Verordening lijkbezorgingsrechten 2016 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Lijkbezorgingsrechten |
De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2015’ wordt ingetrokken.
Artikel 12 bevat overgangsrecht.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2016.
Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-12-2015 | 01-01-2017 | jaarlijkse aanpassing | 07-12-2015 Uitkijkpost, 23 december 2015 | 15-11226 | |
20-12-2012 | 01-01-2014 | nieuwe regeling | 05-11-2012 Uitkijkpost, 19-12-2012 | 12-12085 |
De raad van de gemeente Heiloo; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 oktober 2015; gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2016.
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten
De onderhoudsrechten, dan bedoeld in hoofdstuk 6.1 en 6.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de periode waarvoor de rechten zijn verleend. Het belastingtijdvak voor onderhoudsrechten vangt aan per 1 januari van het jaar volgend op dat waarin voor het eerst de rechten zijn verleend.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 6 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
De ‘Verordening lijkbezorgingsrechten 2015’ van 8 december 2014 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking van het in het voorgaande lid bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Heiloo in de openbare raadsvergadering van maandag 7 december 2015.
Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten
1.1 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt een eenmalig recht voor een periode van 20 jaar geheven van € 481,50
1.2 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt een eenmalig recht voor een periode van 10 jaar geheven van € 373,50
1.3 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt een eenmalig recht geheven voor een periode van 20 jaar van € 481,50
1.4 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf wordt een eenmalig recht geheven voor een periode van 10 jaar van € 373,50
1.5 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt een eenmalig recht geheven voor een periode van 20 jaar van € 481,50
1.6 Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnennis wordt een eenmalig recht geheven voor een periode van 10 jaar van € 373,50
1.7. Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 373,50
1.8 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1 met 5 jaar wordt een recht geheven van € 215,00
1.9 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 373,50
1.10 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3 met 5 jaar wordt een recht geheven van € 215,00
1.11 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5 met 10 jaar wordt een recht geheven van € 373,50
1.12 Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.5 met 5 jaar wordt een recht geheven van € 215,00
1.13 Voor het overboeken van het recht op een graf, met name van een andere rechthebbende wordt een recht geheven van € 26,00
2.1 Voor het begraven van een lijk, of overblijfselen van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven € 1.121,00
2.2 Voor het begraven van een lijk, of overblijfselen van een lijk van een kind beneden één jaar wordt geheven € 280,50
2.3 Voor het begraven van een lijk, of overblijfselen van een lijk van een persoon beneden 12 jaar wordt geheven € 559,50
2.4 Voor het begraven buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het recht, bedoeld in 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd met 50%, tenzij het begraven geschiedt op last van het bevoegd gezag
2.5 De gewone uren zijn van 8.00 tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag.
Hoofdstuk 3 Bijzetten van asbussen en urnen
3.1 Voor het bijzetten van een asbus of urn wordt geheven:
3.1.1 in een particulier urnennis € 149,50
3.1.2 op een particulier urnengraf € 149,50
3.1.3 in een particulier urnengraf € 149,50
3.1.4 op een particulier graf € 149,50
3.1.5 in een particulier graf € 149,50
3.1.6 op een algemeen graf € 60,00
3.1.7 in een algemeen graf € 60,00
3.1.8 Voor het bijzetten buiten de gewone uren en op feestdagen wordt het recht, bedoeld in 3.1.1. t/m 3.1.7 verhoogd met 50%, tenzij het bijzetten geschiedt op last van het bevoegd gezag
3.1.9 De gewone uren zijn van 08.00 tot 15.30 uur op maandag tot en met vrijdag
4.1 Voor het afgeven van een vergunning ter zake van het plaatsen of vernieuwen van gedenktekens op een graf of urnengraf wordt een recht geheven van:
4.2 voor een paaltje niet hoger dan een meter en niet breder dan 0.35 meter € 11,00
4.3 voor een stenen kruis of staande zerk, voor een liggende zerk het gehele graf bedekkend of voor elk ander gedenkteken, hierboven niet genoemd € 54,00
4.4 wanneer ten behoeve van een begraving in een bepaald graf één of meer daarop op omliggende graven geplaatste gedenktekens tijdelijk verwijderd moeten worden, wordt voor deze verwijdering en voor herplaatsing van de rechthebbende op het graf waarin de begraving plaatsvindt een recht geheven van € 175,50
4.5 voor het tijdelijk verplaatsen van de steen van een grafkelder € 423,50
Hoofdstuk 5 Opgraven, ruimen, verstrooien
5.1 Voor het opgraven van een reeds begraven lijk, of overblijfselen van een lijk wordt een recht geheven van:
5.1.1 indien het opgraven en weder begraven op dezelfde algemene begraafplaats geschiedt; € 2.243,50
5.1.2 indien het opgraven niet gevolgd wordt door weder-begraven op de algemene begraafplaats in de gemeente € 1.121,00
5.2 Voor het opgraven of verwijderen van een asbus wordt geheven:
5.2.1 uit een particulier graf € 26,00
5.2.2 uit een particulier urnengraf € 26,00
5.2.3 uit een particulier urnennis € 26,00
5.2.4 bij het weer terugplaatsen van de asbus in een particulier graf wordt geheven € 149,50
5.2.5 bij het weer terugplaatsen van de asbus in een nis € 149,50
5.3 Voor het schudden van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 473,50
5.4 Voor het ruimen van een graf op verzoek van de belanghebbende wordt geheven € 473,50
5.5 Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:
5.5.1 op een verstrooiingsplaats met familie € 149,50
5.5.2 op een verstrooiingsplaats zonder familie € 149,50
6.1 Voor het onderhoud van de begraafplaats wordt voor een graf en een urnengraf jaarlijks een recht geheven van € 80,00
6.2 Voor het onderhoud van een urnennis wordt jaarlijks een recht geheven van € 80,00
6.3 Voor het onderhoud van een algemeen graf wordt voor 10 jaar voor een overledene een jaarlijks recht geheven met een verplichting tot afkoop voor 10 jaar van € 240,50
6.4 De onderhoudsrechten genoemd in 6.1, 6.2 en 6.3 gaan in op 1 januari van het jaar volgende op dat waarin het recht op het graf, de nis of de plaats voor de eerste maal wordt verleend. Het is mogelijk de rechten voor de periode waarvoor zij zijn verleend af te kopen.