Organisatie | Kampen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING REIS- EN VERBLIJFKOSTEN |
Citeertitel | Regeling reis- en verblijfkosten |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | personeel en organisatie |
De oorspronkelijke versie (vastgesteld 23-12-2003, in werking met terugwerkende kracht tot en met 1-1-2001) en de 1e en 2e wijziging van deze regeling zijn niet opgenomen in deze collectie.
Van rechtswege vervallen op 1-1-2020 vanwege inwerkingtreding artikel 17 Ambtenarenwet (invoering Wnra).
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-02-2017 | 01-01-2017 | 01-01-2020 | wijz. art. 3; wijz. toel. art. 3 | 10-01-2017 | 16ADV00631 |
01-01-2016 | 02-02-2017 | art. 2, 5 | 08-12-2015 Gemeenteblad 2015, 123309 | 15ADV00510 | |
25-12-2013 | 01-01-2016 | art. 3, 4, 5, 7, 9 | 17-12-2013 De Brug, 24-12-2013 | Onbekend |
De kosten van het openbaar vervoer die in verband met een dienstreis zijn gemaakt worden vergoed op basis van het 2e klasse tarief.
Artikel 3 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is
Indien een dienstreis naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders niet of niet op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, kan aan de betrokkene toestemming worden verleend voor een dienstreis gebruik te maken van een eigen motorvoertuig, in welk geval hem een vergoeding wordt verleend conform het volgende lid.
Artikel 4 Eigen motorvoertuig of bromfiets indien openbaar vervoer wel mogelijk of wel doelmatig is
Indien een dienstreis naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders op doelmatige wijze per openbaar vervoer kan worden ondernomen, doch betrokkene maakt uit eigener beweging gebruik van een eigen motorvoertuig of bromfiets dan bedraagt de kilometervergoeding overeenkomstig het daarvoor bepaalde in het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.
Indien voor een dienstreis gebruik wordt gemaakt van een eigen fiets bedraagt de vergoeding per kilometer overeenkomstig het in artikel 4, sub b van de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties genoemde bedrag.
Indien naar het oordeel van of namens burgemeester en wethouders het dienstbelang er mee is gebaat dat tijdens een dienstreis naast openbaar vervoer tevens gebruik wordt gemaakt van een taxi, worden de aan dat taxigebruik verbonden kosten volledig vergoed.
De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor maaltijden en logies en voor kleine uitgaven overdag en 's avonds worden vergoed conform de bedragen genoemd in het Reisbesluit Binnenland en de Reisregeling Binnenland van het Ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.
Het declareren van de reis- en verblijfkosten geschiedt op een door burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze, onder overlegging van vereiste bewijsstukken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 23 december 2003
de secretaris, de burgemeester,
J.F. Goedegebure mr. ing. J. Oosterhof
Toelichting regeling reis- en verblijfkosten
In artikel 15:1:22 van de CAR/LAR is opgenomen dat de ambtenaar recht heeft op vergoeding van reis- en verblijfkosten voor reizen in het belang van de dienst. Deze vergoeding wordt vastgesteld en uitgekeerd overeenkomstig de daarvoor door burgemeester en wethouders gestelde regelen.
Onder verwijzing naar uw besluit van 3 april 2001, nr. A-18 tot formalisering van onder meer de voorstellen toepassing rechtspositie voor de nieuwe gemeente Kampen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003, heeft dit geleid tot de Regeling Reis- en verblijfkosten gemeente Kampen.
Uitgangspunten van deze voorstellen per 1 januari 2003 voor zakelijke dienstreizen zijn:
Over de voorstellen toepassing rechtspositie (nr’s 21, 22 en 23 is overeenstemming met het Bijzonder Georganiseerd Overleg bereikt op 12 december 2000 en de Commissie 2 is hierover gehoord in zijn vergadering van 15 februari 2001.
De reis- en verblijfkostenregeling heeft betrekking heeft op het zakelijk verkeer (dienstreizen).
Met rijksregeling reis- en verblijfkosten c.q. regeling van de voormalige gemeente IJsselmuiden wordt beoogd het gebruik van de auto voor dienstreizen terug te dringen.
Uitgangspunt is dat er primair gebruik moet worden gemaakt van het openbaar vervoer.
De regeling vertoont t.o.v. de regeling van de oude gemeente Kampen een aantal verschillen, waarvan als meest belangrijke kunnen worden genoemd:
Artikelsgewijze toelichting regeling reis- en verblijfkosten
Met de omschrijving van het begrip "betrokkene" wordt beoogd deze regeling, overeenkomstig de oude regeling, van toepassing te laten zijn op zowel het personeel als de bestuurders van de gemeente Kampen.
Voor de burgemeester geldt overigens ook het Reisbesluit binnenland (artikel 33 Rechtspositiebesluit burgemeesters 1994).
Artikel 3 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer niet mogelijk of niet doelmatig is
Met uitzondering van artikel 3 lid 2 van deze regeling komt artikel 3 inhoudelijk overeen met artikel 7 van het Reisbesluit Binnenland.
Door of namens burgemeester en wethouders dient beoordeeld te worden of het gebruik van een eigen motorvoertuig noodzakelijk is.
Indien dit het geval is, bestaat aanspraak op een kilometervergoeding van netto € 0,28.
Bij de beoordeling of het gebruik al dan niet noodzakelijk is kan onder meer het volgende overwogen worden:
Ook de combinatie van openvaar vervoer plus (trein) taxi kan bij de beoordeling worden betrokken.
Artikel 4 Eigen motorvoertuig indien openbaar vervoer wel mogelijk of wel doelmatig is
Inhoudelijk komt dit artikel overeen met artikel 8 van het Reisbesluit binnenland.
Het in dit artikel genoemde bedrag is afgeleid van artikel 3 van de Reisregeling binnenland (lage kilometertarief).
Indien openbaar vervoer wel doelmatig is, maar uit eigen beweging gebruik wordt gemaakt van een eigen motorvoertuig of bromfiets bedraagt de (lage) vergoeding € 0,09 (peildatum 1 januari 2013) per kilometer.
Uitgangspunt is dat de gemeente Kampen dienstfietsen beschikbaar stelt. Indien gebruik hiervan niet mogelijk is kan een vergoeding voor het gebruik van een eigen fiets worden verstrekt. Het bedrag voor een dienstreis per fiets is afgeleid van artikel 4, sub b van de Reisregeling Binnenland. Indien geen gebruik van een dienstfiets kan worden gemaakt bedraagt de vergoeding voor het noodzakelijk gebruik van een eigen fiets € 0,09 (peildatum 1 januari 2013) per kilometer.
Inhoudelijk komt dit artikel overeen met artikel 10 van het (rijks)Reisbesluit binnenland.
In dit artikel is de mogelijkheid opgenomen om in het belang van de dienst zowel gebruik te maken van openbaar vervoer als van een taxi. De in verband hiermee taxikosten worden vergoed. Van een dergelijk dienstbelang kan sprake zijn indien het gecombineerde openbaar vervoer/(trein)taxigebruik voor de gemeente voordeliger is dan het gebruik van een eigen motorvoertuig over het gehele traject tegen de hoge kilometervergoeding van € 0,36 (peildatum 1 januari 2004).
Het is dus van belang dat bij de beoordeling van het al dan niet noodzakelijk zijn van het gebruik van een eigen vervoermiddel ook de mogelijkheid van het gebruik openbaar vervoer/(trein)taxi wordt betrokken.
Inhoudelijk komt dit artikel grotendeels overeen met artikel 13 van het Reisbesluit binnenland.
De in dit artikel opgenomen bedragen zijn afgeleid van artikel 5 van de Reisregeling binnenland.
Hier is sprak van een systeem van opbouwcomponenten. Dat wil zeggen dat iedere component op zichzelf staat. De maaltijden- en logiescomponenten zijn uitgedrukt in vaste bedragen (voor ontbijt, lunch, diner en logies).
Deze bedragen kunnen alleen worden gedeclareerd indien kosten zijn gemaakt in een daartoe bestemde gelegenheid.
Uiteraard vindt geen vergoeding plaats indien deze voor rekening van derden worden verstrekt.
Kleine uitgaven (bijvoorbeeld kop koffie) worden bij dienstreizen uitsluitend vergoed indien er een nota kan worden overlegd.
Overlegging van de vereiste bewijsstukken is nodig bij gebruikmaking van treinreizen 1e klasse, van parkeer-, veer- en tolgelden, van (trein)taxi en noodzakelijk gemaakte verblijfkosten.