Organisatie | Veldhoven |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Monumentenverordening gemeente Veldhoven 1991 |
Citeertitel | Monumentenverordening gemeente Veldhoven 1991 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Datum inwerkingtreding is een datum bij benadering
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
21-06-2004 | 30-12-2010 | art. 1, art. 13 | 21-06-2004 Onbekend | 04.091 | |
01-01-1994 | art. 3, art. 6, art. 9, art. 10, art. 15 | 08-02-1994 Onbekend | 94.013 | ||
11-06-1991 | Nieuwe regeling | 11-06-1991 Onbekend | 91.152 |
Hoofdstuk 2. Beschermde gemeentelijke monumenten
Paragraaf 1. De plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst
Burgemeester en wethouders nemen binnen acht weken nadat de monumentencommissie is gehoord, een beslissing als bedoeld in het tweede lid. Zo spoedig mogelijk wordt de beslissing bekendgemaakt aan degenen die als eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden in de kadastrale legger bekend staan, aan de ingeschreven hypothecaire schuldeisers en, indien om aanwijzing is verzocht, aan de aanvrager.
Burgemeester en wethouders kunnen ambtshalve of op aanvraag van belanghebbenden in de gemeentelijke monumentenlijst wijzigingen aanbrengen. Indien de wijziging naar het oordeel van burgemeester en wethouders van ondergeschikte betekenis is of indien de wijziging betreft het doorhalen van de inschrijving van een monument dat is teniet gegaan, blijft overeenkomstige toepassing van artikel 3, leden 2 en 3, achterwege;
Monumenten die zijn ingeschreven in het register als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet of die zijn geplaatst op een lijst van monumenten, op grond van een monumentenverordening van de provincie Noord-Brabant, worden door burgemeester en wethouders niet op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst;
Monumenten, die na plaatsing op de gemeentelijke monumentenlijst worden ingeschreven in het monumentenregister als bedoeld in artikel 6 van de Monumentenwet, dan wel worden geplaatst op de monumentenlijst van de provincie Noord-Brabant, worden geacht niet meer op de gemeentelijke monumentenlijst voor te komen.
Paragraaf 2. Vergunningen tot wijziging of afbraak van beschermde gemeentelijke monumenten
Een vergunning blijft buiten werking gedurende 4 weken na de datum waarop zij is bekendgemaakt, danwel van rechtswege is verleend. Indien gedurende die termijn bezwaar is ingesteld op grond van de Wet administratieve rechtspraak overneidsbeschikkingen blijft de vergunning buiten werking totdat op dat beroep is beslist, tenzij met toepassing van artikel 107 van de Wet op de raad van State (Stb. 1986, 670) op een desbetreffend verzoek beslist wordt de schorsing op te heffen.
Burgemeester en wethouders nemen met betrekking tot een kerkelijk monument geen beslissing ingevolge de bepalingen van artikel 6 dan in overeenstemming met de eigenaar, indien en voor zover het betreft een beslissing, waarbij wezenlijke belangen van de godsdienstoefening in dat monument in het geding zijn.
Indien en voor zover blijkt dat een belanghebbende ten gevolge van:
voorschriften door burgemeester en wethouders verbonden aan een vergunning tot wijziging, afbraak of verwijdering van een gemeentelijk monument, schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven, kent de gemeenteraad hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding toe;
Hoofdstuk 7. Slot- en overgangsbepalingen
De opsporing van de in artikel 12 strafbaar gestelde feiten, is behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld;
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van deze verordening vereist is, wordt hierbij de last verstrekt al dan niet besloten ruimten en plaatsen, met uitzondering van woningen, desnoods tegen de wil van de rechthebbende, bewoner of gebruiker, te betreden, aan hen die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.