Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Moerdijk

Verordening toeristenbelasting Moerdijk 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMoerdijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening toeristenbelasting Moerdijk 2014
CiteertitelVerordening toeristenbelasting Moerdijk 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikel 224 van de Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Nieuwe regeling

12-12-2013

Moerdijkse Bode week 51, 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening toeristenbelasting Moerdijk 2014

De raad van de gemeente Moerdijk,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.12 december 2013,

 

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet,

 

mede gelet op het advies van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffingEN DE invordering van TOERISTENBELASTING

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.

      vakantieonderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

    • b.

      mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans, en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

    • c.

      niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd, dan wel te huur aangeboden;

    • d.

      vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte, gelegen op een kampeerterrein, dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

    • e.

      overnachting: elk verblijf tussen 22.00 uur ’s-avonds en 06.00 uur ’s-morgens.

Artikel 2 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste staanplaatsen,waarvoor in verband met de aanwezigheid aldaar een vergoeding in welke vorm dan ook wordt betaald door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.

Artikel 3 Belastingplicht

1.Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2

in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen;

  • 2.

    De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3.

    Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft.

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,08.

Artikel 7 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Minimum aanslagbedrag

Belastingaanslagen van minder dan € 10,00 worden niet opgelegd.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    Het bedrag inzake een bestuurlijke boete is invorderbaar in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van alle op één aanslagbiljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan € 10.000,00, dat dit bedrag moet worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    In afwijking van de voorgaande leden moet een voorlopige aanslag waarvan het aanslagbiljet een dagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteld worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van de dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden van het belastingjaar overblijven, met dien verstande dat het aantal betalingstermijnen steeds minimaal twee telt. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Aanmeldingsplicht

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

  • 2.

    De verplichting als bedoeld in het voorgaande lid geldt niet voor de belastingplichtige die met betrekking tot het jaar voorafgaand aan het belastingjaar in de heffing van de toeristenbelasting betrokken is.

Artikel 12 Registratieplicht.

  • 1.

    De belastingplichtige bedoeld in artikel 2 is gehouden verblijfhoudenden te registreren in een daarvoor bestemd en door de heffingsambtenaar van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2.

    Het nachtverblijfregister bevat met betrekking tot ieder aan wie gelegenheid tot overnachten wordt verschaft gegevens over tenminste: naam en woonplaats; datum van aankomst en datum van vertrek; het aantal overnachtingen ter zake waarvan belasting verschuldigd is.

  • 3.

    De heffingsambtenaar van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.

  • 4.

    De heffingsambtenaar van de gemeenschappelijke regeling Belastingsamenwerking West-Brabant is bevoegd voor bepaalde gevallen of groepen van gevallen van de in hert eerste lid bedoelde verplichtingen gehele of gedeeltelijke ontheffing te verlenen, zonodig onder door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 13 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 14 Nadere regels

Het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling belastingsamenwerking West-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de toeristenbelasting

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening toeristenbelasting Moerdijk 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 13 december 2012, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing. Zij blijft van toepassing op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 18 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening toeristenbelasting Moerdijk 2014.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2013.

 

De griffier, De voorzitter,

 

H.D. Tiekstra J.P.M. Klijs