Organisatie | Doesburg |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Paracommerciële verordening Doesburg 2014 |
Citeertitel | Paracommerciële verordening Doesburg 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, artikel 147 en de artikelen 4 en 25a van de Drank- en Horecawet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | Nieuwe regeling | 19-12-2013 Regiobode, 24 december 2013 | Onbekend |
De raad van de gemeente Doesburg;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2013;
gehoord de commissie Besturus- en Organisatiezaken van 14 november 2013 en 4 december 2013;
gelet op artikel 147 Gemeentewet en de artikelen 4 en 25a van de Drank- en Horecawet;
overwegende dat het wettelijk verplicht is per 1 januari 2014 een paracommerciële verordening vastgesteld te hebben;
vast te stellen de Paracommerciële verordening Doesburg 2014 onder gelijktijdige intrekking van de Drank- en horecaverordening gemeente Doesburg 1995.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De begripsbepalingen uit artikel 1 van de Drank- en Horecawet zijn op deze verordening van toepassing.
Een ontheffing wordt in ieder geval geweigerd indien:
a. de aanvrager niet beschikt over een rechtsgeldige drank- en horecavergunning;
b. de ontheffing in strijd is met het geldende bestemmingsplan;
c. er vrees bestaat voor verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;
d. er vrees bestaat voor nadelige beïnvloeding van het woon- en leefklimaat;
e. de ontheffing zou leiden tot onevenredige concurrentie door een paracommerciële rechtspersoon ten opzichte van reguliere horeca.
Een ingevolge deze verordening verleende ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en/of beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
c. op grond van veranderde wetgeving, omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
d. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een redelijke termijn. Deze termijn bedraagt in ieder geval zes maanden;
e. de ontheffing in strijd met een wettelijk voorschrift is verleend;
Hoofdstuk 3 Bijzondere bepalingen uit de Drank- en Horecawet
Artikel 5 Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
Het is verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet sterke drank te verstrekken in een inrichting:
a. waarin of in een onderdeel waarvan uitsluitend of in hoofdzaak geringe eetwaren worden verkocht;
b. waarin uitsluitend of in hoofdzaak onderwijs wordt gegeven;
c. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij jeugdorganisaties of –instellingen;
d. die of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij sportorganisaties of –instellingen;
e. die of waarvan een onderdeel in gebruik is als wachtruimte voor passagiers van een openbaar vervoerbedrijf;
f. die gelegen is op een terrein, dat uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is als kampeer- of caravanterrein.