Organisatie | Molenwaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemeen plaatselijke verordening 2013 gemeente Molenwaard |
Citeertitel | Algemeen plaatselijke verordening 2013 gemeente Molenwaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet art. 149
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2013 | 03-11-2015 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 | 69407 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsbepalingen 6
Artikel 1:3 Indiening aanvraag 6
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 6
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing 6
Artikel 1:8 Weigeringsgronden 7
Artikel 1:9 Lex silencio positivo (gereserveerd) 7
Artikel 1:10 Lex silencio positivo, niet van toepassing verklaard (gereserveerd) 7
AFDELING 6 VEILGHEID OP DE WEG
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid (gereserveerd)9
Artikel 2:14 Winkelwagentjes (gereserveerd)9
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp (gereserveerd)9
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. (gereserveerd) 9
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. (gereserveerd)9
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen (gereserveerd) 10
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp (gereserveerd)10
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen (gereserveerd)10
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 10
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn (gereserveerd) 10
AFDELING 8 TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN
Artikel 2:27 Begripsbepaling 11
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting 11
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 12
Artikel 2:31 Verboden gedragingen (gereserveerd) 12
Artikel 2:32 Handel binnen openbare inrichtingen (gereserveerd) 12
AFDELING 11 MAATREGELEN TEGEN OVERLAST EN BALDADIGHEID
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal 13
Artikel 2:42 Plakken en kladden 13
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. 14
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 14
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. (gereserveerd)14
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. (gereserveerd)14
Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 14
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 14
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 14
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor publiek toegankelijke ruimten 14
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. (gereserveerd) 14
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt- en kermisterrein e.d. (gereserveerd) 15
Artikel 2:53 Bespieden van personen (gereserveerd) 15
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur (gereserveerd)15
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren (gereserveerd)15
Artikel 2:56 Alarminstallaties (gereserveerd)15
Artikel 2:57 Loslopende honden 15
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden, paarden en pony’s 15
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden 15
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren 16
Artikel 2:61 Wilde dieren (gereserveerd)16
AFDELING 12 BEPALINGEN TER BESTRIJDING VAN HELING VAN GOEDEREN
Artikel 2:66 Begripsbepaling (gereserveerd)16
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister (gereserveerd)16
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht (gereserveerd)16
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen (gereserveerd)17
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven (is verplaatst naar artikel 2:32)17
Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d.
AFDELING 2 SEKSINRICHTINGEN, STRAATPROSTITUTIE, SEKSWINKELS E.D.
Artikel 3:4 Seksinrichtingen 19
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder 19
Artikel 3:6 Sluitingstijden 19
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting 20
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder 20
Artikel 3:9 Straatprostitutie 20
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke 20
Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente
AFDELING 1 GELUIDHINDER EN VERLICHTING
Artikel 4:1 Begripsbepalingen 22
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten 22
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten 22
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten (gereserveerd)23
Artikel 4:5 Onversterkte muziek 23
Artikel 4:6 Overige geluidshinder 23
Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren 23
Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente
Artikel 5:1 Begripsbepalingen 25
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. 25
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen (gereserveerd) 25
Artikel 5:4 Defecte voertuigen 26
Artikel 5:5 Voertuigwrakken en vaartuigwrakken 26
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.d. 26
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen (gereserveerd) 26
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 26
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 26
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen (gereserveerd)26
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen 26
Artikel 5:12 Overlast van fiets en bromfiets (gereserveerd) 27
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water 28
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen 29
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats 29
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats 29
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken 29
Artikel 5:29 Reddingsmiddelen 29
Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Artikel 6:2 Toezichthouders 31
Artikel 6:3 Binnentreden woningen 31
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening 31
Artikel 6:5 Overgangsbepaling 32
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald.
AFDELING 1 Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
AFDELING 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:11 Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
AFDELING 8 Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden.
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
de omgeving van het horecabedrijf of openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed.
Openbare inrichtingen zijn gesloten op maandag tot en met vrijdag tussen 01.00 uur en 06.00 uur en op zaterdag tussen 02.30 uur en 06.00 uur en op zondag tussen 02.30 uur en 06.00 uur, met dien verstande dat het de exploitatie-houder of leidinggevende verboden is in het horecabedrijf op zaterdag en zondag personen toe te laten na 01.00 uur.
Het is de houder van een inrichting, als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, verboden in die inrichting toe te laten of te laten verblijven niet tot zijn gezin behorende personen, die naar het oordeel van de burgemeester misbruik van alcoholhoudende drank plegen te maken, in drugs handelen c.q. gebruiken en/of overlast veroorzaken, en wier namen als zodanig schriftelijk door de burgemeester aan die houder zijn opgegeven.
Het is aan een persoon wiens naam ingevolge het bepaalde in het eerste lid door de burgemeester aan de houders van inrichtingen, als bedoeld in artikel 2:27, eerste lid, is opgegeven, verboden zich in een dergelijke inrichting te bevinden nadat hij schriftelijk door de burgemeester van dit verbod in kennis is gesteld.
AFDELING 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
In deze afdeling wordt verstaan onder inrichting: elke al dan niet besloten ruimte waarin, in de uitoefening van beroep of bedrijf, aan personen de mogelijkheid van nachtverblijf of gelegenheid tot kamperen wordt verschaft.
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, betrekking, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
AFDELING 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte, dan wel deze te verontreinigen of te gebruiken voor een ander doel dan waarvoor deze ruimte is bestemd. Onder deze ruimten worden in elk geval begrepen: portalen, telefooncellen, wachtlokalen voor het openbaar vervoer, parkeergarages en rijwielstallingen.
De rechthebbende op herkauwende en eenhoevige dieren of varkens (vee) die zich bevinden in een weiland of op een terrein dat niet van de weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit).
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling, af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
AFDELING 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 154a van de Gemeentewet te besluiten tot het tijdelijk doen op- houden van door hem aangewezen groepen van personen op een door hem aangewezen plaats indien deze personen het bepaalde in de volgende artikelen van de Algemene plaatselijke verordening groepsgewijs niet naleven.
artikel 2:1 samenscholing en ongeregeldheden
artikel 2:10 voorwerpen of stoffen op, aan of boven de weg
artikel 2:11 aanleggen, beschadigen en veranderen van de weg
artikel 2:16 openen straatkolken en dergelijke;
artikel 2:47 hinderlijk gedrag op openbare plaatsen;
artikel 2:48 openlijk drankgebruik;
artikel 2:49 verboden gedrag bij of in gebouwen;
artikel 2:50 hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten;
artikel 2:73 bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling.
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester is bevoegd overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aan te wijzen als veiligheidsrisicogebied.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
seksinrichting :de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
AFDELING 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Curacao en Sint Maarten, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een on-voorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;
de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3.4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en;
van vervoer, te bevinden op of aan de wegen en op de tijden bedoeld in het eerste lid onder b.
5.De burgemeester beperkt het verbod bedoeld in het vierde lid indien dat in verband met de persoonlijke omstandig-heden van betrokkene noodzakelijk is.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in een door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
AFDELING 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Voor seksinrichtingen en in Nederland gevestigde escortbedrijven kan, onverminderd het bepaalde in artikel 1:8, de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, worden geweigerd dan wel de aanwijzing of vaststelling bedoeld in artikel 3:9, eerste lid, achterwege gelaten, in het belang van:
AFDELING 4 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant besluit de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
AFDELING 1 Geluidshinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
De voorwaarden met betrekking tot de verlichting ten behoeve van sportbeoefening in de buitenlucht als bedoeld in artikel 4.113, eerste lid, van het Besluit gelden niet voor door het college per kalenderjaar aan te wijzen collectieve festiviteiten gedurende de daarbij aan te wijzen dagen of dagdelen.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan, naast de vier festiviteiten genoemd in artikel 2:29, lid 3, van deze verordening, maximaal acht incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening met 20 dB worden verhoogd, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld. Voor de beoordeling van het geluidsniveau is, in afwijking van de ‘Handleiding meten en rekenen industrielawaai’ geen strafcorrectie voor muziekgeluid van toepassing. Voor de beoordeling van het geluidsniveau wordt geen bedrijfsduurcorrectie toegepast.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal acht incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 4.113 , eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste tien werkdagen voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Indien de houder van de inrichting ruimere geluidsvoorschriften nodig acht voor een incidentele festiviteit kan hij het college verzoeken de normen uit het eerste lid te verhogen. Het college kan hieraan medewerking verlenen waarbij eventueel om advies aan de Milieudienst Zuid-Holland-Zuid advies wordt gevraagd. Het verzoek dient ten minste 6 weken voor de datum van de festiviteit te worden gedaan.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Voor de duur van 12 uur in de week is onversterkte muziek, vanwege het oefenen door muziekgezelschappen zoals orkesten, harmonie- en fanfaregezelschappen, in een inrichting gedurende de dag- en avondperiode uitgezonderd van de genoemde geluidsniveaus in het eerste lid. Indien versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is het Besluit van toepassing.
Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren
Degene die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer de zorg heeft voor een dier, moet voorkomen dat dit voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder veroorzaakt.
Artikel 4:6b (Geluid)hinder door bromfietsen e.d.
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer zich met een motorvoertuig of een bromfiets zodanig te gedragen, dat daardoor voor een omwonende of overigens (geluid)hinder ontstaat.
Artikel 4:6c (Geluid)hinder door vrachtauto’s
Het is verboden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer met een vrachtauto als bedoeld in artikel 1, onder a, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens op zodanige wijze te laden of te lossen dat daardoor voor een omwonende of overigens voor de omgeving (geluid)hinder wordt veroorzaakt.
AFDELING 4 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
In het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, kan het college plaatsen aanwijzen die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, in de openlucht of buiten de weg zijn gelegen, waar het verboden is de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
AFDELING 5 Kamperen buiten kampeerterreinen
In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan: een onderkomen of voertuig waarvoor geen omgevingsvergunning voor het bouwen in de zin van artikel 2.1, eerste lid onder a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in de daarin geregelde onderwerpen wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Provinciale vaarwegenverordening, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruiken voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
AFDELING 7 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een training- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
AFDELING 9 Verstrooiing van as
In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.
Artikel 5:37 Hinder of overlast
Incidentele asverstrooiing is verboden indien daardoor hinder of overlast wordt veroorzaakt voor derden.
Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie: artikel 2:1, 2:3, 2:9, 2:10, 2:11, 2:12, 2:21, 2:23, 2:25, 2:26, 2:29, 2:33, 2:36, 2:38, 2:40, 2:41, 2:42, 2:44, 2:57, 2:60, 2:62, 2:64, 2:72, 2:73, 2:75, 2:76, 2:77, 3:4, 3:6, 3:8, 3:9, 3:10, 3:11, 3:15, 3:17, 4:3, 4:5, 4:6, 4:13, 4:15, 4:18, 5:2, 5:4, 5:5, 5:6, 5:8, 5:9, 5:11, 5:13, 5:15, 5:16, 5:18, 5:19, 5:24, 5:25, 5:26, 5:27, 5:28, 5:29, 5:30, 5:31, 5:32, 5:33, 5:36 en 5:37.
Artikel 6:3 Binnentreden woningen
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Intrekking oude verordening
De Algemene Plaatselijke Verordening 2011 gemeente Graafstroom, Liesveld en Nieuw-Lekkerland, vastgesteld op 31 mei 2011, worden ingetrokken.
Besluiten, genomen krachtens de verordening bedoeld in artikel 6:4, eerste lid, die golden op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening en waarvoor deze verordening overeenkomstige besluiten kent, gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.