Organisatie | Velsen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2014 |
Citeertitel | Verordening marktgelden 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentwet, artikel 229, eerste lid en onderdeel a en b
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 09-03-2015 | nieuwe regeling | 13-12-2013 De Jutter / De Hofgeest, 27-12-2013 | R13.093 |
artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
de activiteit waarbij een vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;
Overeenkomstig de bepalingen van deze verordening worden rechten geheven onder de naam van marktgeld, voor het hebben van een standplaats betreffende het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen op de onderscheiden markten gedurende de voor die markten aangewezen marktdagen.
Ontheffing wordt verleend als:
b. de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt ten gevolge van ziekte gedurende een aangesloten periode van tenminste een kalendermaand en belastingplichtige de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en gedurende die periode de standplaats niet door een ander is ingenomen, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
c. de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt ten gevolge van ziekte gedurende een aangesloten periode van tenminste een kalendermaand en belastingplichtige de ter beschikking gestelde plaats niet heeft kunnen innemen en gedurende die periode de standplaats niet door een ander is ingenomen, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel kwartalen van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog kwartalen overblijven.