Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014 |
Citeertitel | Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapslasten; overwegende, dat in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Onbekend | 17-12-2013 Almelo's weekblad 23-12-2013 | Onbekend |
Raadsbesluit van 17 december 2013, houdende vaststelling van verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014.
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 december 2013;
gelet op artikel 255 van de Gemeentewet, artikel 26 van de Invorderingswet 1990, de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 en de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapslasten; overwegende, dat in afwijking van de regels gesteld in de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 gewenst is regels te stellen voor het in het geheel geen dan wel gedeeltelijk verlenen van kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en rechten;
de volgende verordening vast te stellen
Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2014
Artikel 1 Uitgesloten van kwijtschelding
Bij de invordering van de volgende belastingen en rechten wordt geen kwijtschelding verleend: A. haven-, kade- en opslaggeld; B. begraafrechten; C. markt- en staangelden; D. leges;
Artikel 3 Verruimde kwijtschelding
Bij de invordering van de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing, de afvalstoffenheffing en de hondenbelasting voor de eerste hond,vindt ten aanzien van kwijtschelding het bepaalde in hoofdstuk 2, artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 toepassing met dien verstande, dat de kosten van bestaan als bedoeld in artikel 16 van de genoemde uitvoeringsregeling, worden vastgesteld op 100 percent van de genormeerde bijstanduitkering.
Bij de kwijtschelding van van de in het eerste lid genoemde belastingen wordt voor echtgenoten, voor een alleenstaande of een alleenstaande ouder, die 65 jaar of ouder zijn, het percentage voor de berekening van de kosten van bestaan gesteld op 100% percent van de toepasselijke netto AOW-bedragen, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 1a van de Nadere regels kwijtschelding gemeentelijke en waterschapsbelastingen.
Artikel 4 Wijze van aanvraag kwijtschelding
Voor de aanvraag om kwijtschelding dient gebruik te worden gemaakt van het door de gemeenteambtenaar belast met invordering van gemeentelijke belasting, als bedoeld in artikel 232, lid 4 onder b van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar), vastgestelde aanvraagformulier met de daarbij behorende toelichting.
Artikel 5 Uitsluiting kwijtschelding invorderingskosten
In het geval terzake de belastingaanslag waarvoor de kwijtschelding wordt aangevraagd invorderingskosten zijn gemaakt, wordt kwijtschelding verleend onder de voorwaarde dat eerst de invorderingskosten moeten zijn voldaan.
1.Een verzoek om kwijtschelding wordt binnen twee maanden na de dagtekening vande aanslag, waarvoor kwijtschelding wordt gevraagd, bij de gemeente ingediend.
2.Verzoeken om kwijtschelding die na afloop van deze termijn worden ingediend, wordenambtshalve in behandeling genomen, met als voorwaarde dat er geen kwijtschelding kan worden aangevraagd indien het bedrag van de aanslag op het moment van aanvragen van kwijtschelding al minimaal 3 maanden geleden is betaald.
De Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen 2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2012, voor zover deze betrekking heeft op de in deze verordening behandelde beleidskeuzes, ingetrokken met ingang van de artikel 8 genoemde datum van ingang van de regeling, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op ingediende verzoeken die zich voor die datum hebben voorgedaan.