RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 juni 2009;
gelet op de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet
B E S L U I T :
vast te stellen de Verordening op het raadplegend referendum.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
raad: de raad van de gemeente Halderberge;
- b.
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Halderberge;
- c.
raadplegend referendum: een op initiatief van de raad gehouden
volksstemming over een mogelijk door de raad te nemen besluit of
over meerdere door de raad geformuleerde alternatieven voor een
eventueel te nemen besluit;
- d.
besluit: een schriftelijke beslissing van de raad;
- e.
kiesgerechtigden: diegenen die op de drieënveertigste dag
voorafgaande aan de dag waarop het referendum wordt gehouden
overeenkomstig artikel B3 jo. J1 van de Kieswet kiesgerechtigd zijn
voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente
Halderberge en op de dag waarop het referendum plaatsvindt de
leeftijd van 18 jaar hebben bereikt;
- f.
vakantieperiode: de periode waarin in Halderberge of delen daar van
geen onderwijs wordt gegeven.
Artikel 2 Algemene bepalingen
- 1.
Een raadplegend referendum over een door de raad te nemen besluit vindt
plaats op initiatief van de raad en wordt gehouden indien de raad
daartoe heeft besloten.
- 2.
De uitkomst van het referendum is niet bindend. De uitkomst van het
referendum wordt aangemerkt als een advies aan de raad dat kan worden
overgenomen of verworpen.
- 3.
Indien de aanleiding tot het houden van een referendum vervalt, kan de
raad besluiten het referendum niet te laten plaatsvinden.
Artikel 3 Toepassing
- 1.
Een referendum wordt alleen gehouden over een te nemen besluit dat naar
het oordeel van de raad ingrijpende gevolgen kan hebben voor de
bevolking.
- 2.
De raad kan bij het nemen van een besluit bepalen dat over dat besluit
geen referendum kan worden gehouden.
- 3.
Een referendum wordt in ieder geval niet gehouden over voorgenomen
besluiten:
- a.
inzake beslissingen op bezwaar;
- b.
- c.
over arbeidsrechtelijke of ambtenaarrechtelijke zaken;
- d.
over de vaststelling of wijziging van de begroting en de
jaarrekening;
- e.
voorgenomen besluiten over de gemeentelijke tarieven en
belastingen;
- f.
in het kader van deze verordening;
- g.
ter uitvoering van een gebonden bevoegdheid;
- h.
die naar het oordeel van de raad zijn grondslag vinden in een
eerder genomen beslissing, waarover een referendum is gehouden
of kon worden gehouden;
- i.
waar van de inwerkingtreding of uitvoering naar het oordeel van
de raad niet kan worden uitgesteld vanwege een daarmee gemoeid
spoedeisend gemeentelijk belang.
- 4.
Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele
grondgebied van de gemeente.
Artikel 4 Datum, vraagstelling en procedure
- 1.
De raad stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden. Het
referendum vindt niet later plaats dan drie maanden na de dag waarop de
raad overeenkomstig artikel 2 heeft besloten tot het houden van het
referendum. De raad kan besluiten deze termijn te verlengen, onder meer
om het referendum te kunnen combineren met algemene verkiezingen.
- 2.
De raad stelt tenminste vier weken voor het te houden referendum de
vraagstelling van het referendum vast.
- 3.
In het raadplegend referendum wordt aan de stemgerechtigden gevraagd of
zij voor of tegen een mogelijk door de raad te nemen besluit zijn, dan
wel wordt aan hen de keuze uit een aantal alternatieven voorgelegd. Bij
de keuze uit meerdere alternatieven wordt duidelijk aangegeven hoe de
uitslag wordt vastgesteld.
- 4.
Het college is verantwoordelijk voor de organisatie van en de
communicatie over het referendum
- 5.
Het referendum kan gecombineerd worden met Europese, landelijke,
provinciale of gemeentelijke verkiezingen. Het referendum vindt niet
plaats op een zaterdag, een zondag, een algemeen erkende feestdag of in
een vakantieperiode.
- 6.
Er kunnen meerdere referenda op één dag worden gehouden.
- 7.
De raad kan bepalen op welke wijze wordt gestemd.
- 8.
Uiterlijk drie weken voor de datum waarop het referendum wordt gehouden
worden alle relevante stukken ter inzage gelegd op een aantal door het
college te bepalen plaatsen.
- 9.
Een gemachtigde kan gebruik maken van ten hoogste twee machtigingen.
Artikel 5 De stemming en de uitslag
- 1.
Kiesgerechtigd zijn degenen die op de drieënveertigste dag voordat het
referendum wordt gehouden ingezetene zijn van de gemeente Halderberge en
op de dag waarop het referendum wordt gehouden de leeftijd van 18 jaar
hebben bereikt. De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de
raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.
- 2.
In afwijking van het voorgaande lid is de raad bevoegd om op basis van
nader vast te stellen regels de stemming op een door hem te bepalen
wijze te organiseren, mits verzekerd is dat het referendum het karakter
behoudt van een volksstemming onder alle kiesgerechtigden.
- 3.
Het referendum wordt als geldig beschouwd als tenminste 30% van de
kies-gerechtigden een stem heeft uitgebracht.
- 4.
De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone
meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen.
Artikel 6 Besluit naar aanleiding van de referendumuitslag
De raad neemt zo mogelijk in de eerstvolgende vergadering na het houden van
het referendum, maar uiterlijk in de daarop volgende vergadering, een
definitief besluit.
Artikel 7 Financiën
De raad stelt een budget beschikbaar voor de organisatie van een
referendum.
Artikel 8 Strafbepalingen
Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de eerste
categorie wordt gestraft hij die bij de stemming:
- a.
oproepingskaarten of volmachtbewijzen namaakt of vervalst met het
oogmerk deze onvervalst te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken;
- b.
oproepingskaarten of volmachtbewijzen die hij zelf heeft nagemaakt
of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze
ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of
door anderen doet gebruiken dan wel deze met het oogmerk om deze als
echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
in voorraad heeft;
- c.
oproepingskaarten of volmachtbewijzen voorhanden heeft met het
oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen
gebruiken;
- d.
als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is
overleden.
Artikel 9 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als Referendumverordening.
Artikel 10 Inwerkingtreding
De referendumverordening treedt in werking op de dag na de
bekendmaking.