Hoofdstuk 2 Beoordeling conceptaanvraag
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag vanaf het moment van indienen:
|
|
2.2.1
|
tot het beoordelen van een conceptaanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a of c, van de Wabo (Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor een op basis van een concept aanvraag uitgewerkt plan in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor geheven leges, indien de aanvrager en locatie hetzelfde zijn, met deze leges verrekend):
|
€ 226,00
|
2.2.2
|
vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, zijn geen kosten verbonden.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning vanaf het moment van indienen voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
2,50%
|
|
van de bouwkosten als bedoeld in artikel 2.1.1.2 met een minimum van
|
€ 226,00
|
|
en een maximum van
|
€ 750.000
|
|
|
|
|
Extra welstandstoets
|
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
|
€ 308,40
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in deze titel bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:
|
10%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges met een minimum van
|
€ 51,40
|
|
en een maximum van
|
€ 1.028,00
|
|
Anders dan via het Omgevingsloket online(OLO) ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag al in behandeling is genomen, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag niet wordt ingediend via het omgevingsloket online, maar op papier
|
€ 81,00
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 337,20
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 197,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 197,00
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): indien de bouwkosten meer dan € 150.000,- bedragen, wordt dit bedrag verhoogd met: van de bouwkosten boven de € 150.000 met een maximum van
|
|
|
indien de bouwkosten niet meer dan € 100.000,- bedragen, bedraagt het tarief
|
€ 3.940,00
|
|
indien de bouwkosten meer dan € 100.000 bedragen, bedraagt het tarief
|
€ 9.200,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 197,00
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 197,00
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 337,00
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 337,00
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 197,00
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, evenals indien er wel sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, maar hiervoor op grond van het bepaalde in artikel 2 of 3 van het Besluit omgevingsrecht geen vergunning vereist is:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 197,40
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 197,40
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 9.200,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 197,40
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 197,40
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 337,00
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 337,00
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 197,40
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerstel lid, onder d, van de Wabo bedraagt het tarief
|
€ 251,00
|
|
Dit bedrag wordt als volgt verhoogd voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580
|
|
|
0 tot en met 100 m² met een vast bedrag van
|
€ 251,00
|
|
101 tot en met 500 m² met een vast bedrag van
|
€ 120,30
|
|
vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van
|
€ 1,33
|
|
501 tot en met 1000 m² met een vast bedrag van
|
€ 385,50
|
|
vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van
|
€ 0,79
|
|
1001 tot en met 1500 m² met een vast bedrag van
|
€ 550,00
|
|
vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van
|
€ 0,61
|
|
1501 tot en met 2500 m² met een vast bedrag van
|
€ 969,40
|
|
vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van
|
€ 0,33
|
|
meer dan 2500 m² met een vast bedrag van
|
€ 1.248,00
|
|
vermeerderd met een bedrag per m² oppervlakte van
|
€ 0,22
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 1997 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ -
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ -
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 1997 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, derde lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ -
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€ 197,40
|
2.3.7.1.2
|
in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo:
|
€ 225,15
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.1.5.2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ -
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ -
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening 1998 een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 33,90
|
|
|
|
2.3.10.a
|
Handelsreclame
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:
|
|
2.3.10a.1
|
indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo:
|
€ 113,10
|
2.3.10a.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder i, van de Wabo:
|
€ 113,10
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
|
€ -
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
|
€ -
|
|
|
|
2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
2.3.13.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€ -
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.14.1
|
Gereserveerd
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 236,50
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 391,50
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning:
|
€ -
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 563,50
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 563,50
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 teruggaaf
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, intrekt nadat deze is ingediend bij de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het indienen ervan
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in indienen ervan
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken na het in indienen ervan
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.1.4
|
De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere ingetrokken aanvraag van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de intrekking.
|
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor een activiteit
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 1 jaar na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor een activiteit
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3.3
|
De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere weigering van een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de weigering.
|
|
|
|
|
2.5.4
|
Teruggaaf als gevolg van het niet behandelen van een aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit
|
|
2.5.4.1
|
Als de gemeente een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7, niet behandelt op grond van artikel 4:5 Awb, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
75%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.4.2
|
De leges voor het in behandeling nemen van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 t/m 2.3.5 of 2.3.7 worden verrekend met de leges van een eerdere niet behandelde aanvraag om een omgevingsvergunning, indien de aanvrager en de locatie hetzelfde zijn en de nieuwe aanvraag geen compleet nieuw bouwplan is. De nieuwe aanvraag dient te worden ingediend binnen twaalf maanden na de het buiten behandeling laten van de eerdere aanvraag.
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Teruggaaf als gevolg van het van rechtswege verlenen van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Indien de gevraagde vergunning niet binnen de daarvoor wettelijk gestelde termijn wordt verleend (vergunning van rechtswege), bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.6
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Een bedrag minder dan € 55,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
2.5.7
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.18 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
2.5.8
|
Geen vergunning vereist
|
|
|
Indien een besluit wordt genomen, dat voor de aangevraagde activiteit geen omgevingsvergunning is vereist, zijn er geen leges verschuldigd.
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing is:
|
€ -
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 113,10
|
|
|
|
Hoofdstuk 8 Herziening of wijziging van een bestemmingsplan
|
|
|
(Partiële) herziening/ wijziging/ uitwerking bestemmingsplan
|
|
2.8.1
|
Beoordeling principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan in procedure zal worden gebracht. Indien hierop positief wordt besloten en hier een gevolg aan wordt gegeven, worden de geheven leges, indien locatie en gevraagde ontwikkeling hetzelfde zijn, met deze leges verrekend.
|
€ 226,00
|
|
|
|
|
Bestemmingsplan
|
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag/verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en/of artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 9.200,00
|
2.8.3
|
Indien van gemeentewege een herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan dient te worden opgesteld (exclusief uit te voeren onderzoeken) wordt het legesbedrag verhoogd met:
|
€ 3.150,00
|
|
|
|
2.8.4
|
teruggaaf
|
|
2.8.4.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om herziening, wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in onderdeel 2.8.2 intrekt, nadat deze is ingediend bij de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het indienen ervan
|
100%
|
|
van de verschuldigde leges als bedoeld in artikel 2.8.2.
|
|
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na de termijn van 4 weken na het indienen ervan
|
50%
|
|
van de verschuldigde leges als bedoeld in artikel 2.8.2.
|
|
2.8.4.2
|
Indien een aanvraag/verzoek tot herziening, wijziging of uitwerking tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid en/of artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening wordt geweigerd, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges als bedoeld in artikel 2.8.2. De teruggaaf bedraagt:
|
25%
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
|
|
Vervallen bij 2e wijziging 2012 ivm nieuw Bouwbesluit 2012
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 10 Overig/administratief
|
|
2.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit) waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 2.5.8, 2.5.14, 2.5.28 en 2.5.29 van de Bouwverordening wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:
|
€ 197,40
|
2.10.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), waarbij uitsluitend ten behoeve van die aanvraag, tevens een procedure tot vaststelling van een hogere grenswaarde als bedoeld in de Wet geluidhinder moet worden toegepast, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:
|
€ 1.689,00
|
2.10.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in subonderdeel 2.3.1.1.1 (bouwactiviteit), waarvoor een bouwveiligheidsplan als bedoeld in artikel 2.7 lid a van de Ministeriële regeling omgevingsrecht door de aanvrager ingediend moet worden, wordt het berekende bedrag, onverkort het bepaalde in 2.3.1, verhoogd met:
|
€ 225,00
|
2.10.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende vergunning of ontheffing als bedoeld in titel 2 van deze tarieventabel
|
€ 113,10
|
2.10.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 113,10
|