Organisatie | Almelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 2014 |
Citeertitel | Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Onbekend | 03-12-2013 Almelo's weekblad 9-12-13 | Onbekend |
Raadsbesluit van 3 december 2013, houdende vaststelling van verordening op de heffing en invordering van haven-, kade-, opslag en liggelden 2014.
De Raad van de Gemeente Almelo;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 19 november 2013;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
de volgende verordening vast te stellen.
Verordening op de heffing en invordering van haven-, kade-, opslag en liggelden 2014.
Artikel 2. Begripsomschrijvingen
Onder de naam van ‘havengeld’ wordt een recht geheven ter zake van het gebruik van het voor de openbare dienst bestemde gemeentelijk vaarwater door vaartuigen die worden gebezigd dan wel bestemd of geschikt zijn voor het vervoer van goederen of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.
Degene, die gebruik maakt of doet maken van gemeentelijk vaarwater is verplicht terstond daarvan aangifte te doen ten kantore van de havenmeester.
Voor de toepassing van de tarieven:
wordt bij gebreke van een meetbrief of enig ander document of bij weigering om één van genoemde stukken te vertonen, wordt de waterverplaatsing door de gemeenteambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen als bedoeld in artikel 232, vierde lid, onderdeel a, van de Gemeentewet vastgesteld en wordt het havengeld naar de uitkomst daarvan geheven;
2 De heffing van havengeld voor een reis geeft recht op een onafgebroken gebruik van het gemeentelijk vaarwater gedurende veertien achtereenvolgende dagen, doch niet op een vaste ligplaats.
3 Indien de in het tweede lid genoemde termijn van veertien dagen eindigt op een zondag of een algemeen erkende christelijke feestdag, wordt deze termijn verlengd met zoveel dagen als er zon- en feestdagen na het einde van de voornoemde termijn, direct daarop aansluitend, volgen, vermeerderd met één.
4 Bij een voortgezet verblijf wordt voor vaartuigen waarvoor het havengeld is geheven na afloop van het in het tweede lid van dit artikel genoemde tijdvak en voorts telkens na verloop van een tijdvak van veertien achtereenvolgende dagen het havengeld opnieuw geheven; dit havengeld wordt uitsluitend berekend naar de waterverplaatsing.
Overschrijving, verrekening, teruggaaf en ontheffing
Hoofdstuk 3 VAN HET KADE- EN OPSLAGGELD
Onder de naam ‘kade- en opslaggeld’ wordt een recht geheven voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde werken en inrichtingen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente en voor het genot van de diensten die in verband daarmee worden verleend.
Belastingplichtig is degene, die gebruik maakt van de gemeentelijke kade of het gemeentelijk opslagterrein, voor het daarop plaatsen van goederen of voor het laden of lossen van voor de kade liggende vaartuigen.
Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld
De belastingschuld ontstaat bij aanvang van het gebruik van de gemeentelijke kade en/of het opslagterrein, dan wel bij aanvraag van het genot van de dienst.
Indien voor het verstrijken van de termijn het gebruik, waarvoor het onder Hoofdstuk 3, lid 1, onder b genoemde opslaggeld is betaald, niet meer plaatsvindt, wordt teruggaaf verleend van het gedeelte der betaalde gelden het welk overblijft na aftrek van de opslaggelden, welke voor het plaatsgevonden gebruik worden geheven.
Onder de naam “liggeld” wordt een recht geheven voor het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig, kano, roeiboot en/of woonboot op de aangewezen ligplaatsen binnen de gemeente.
Belastingplichtig is degene, die met een pleziervaartuig, kano, roeiboot of woonboot gebruik maakt van een ligplaats in de gemeentelijke jachthaven.
Artikel 21. Ontstaan van de belastingschuld
De rechten worden geheven bij wege van aanslag of bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder wordt begrepen een nota of andere schriftuur.
Artikel 25. Nadere regels door het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente
Het dagelijks bestuur van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de in deze verordening geregelde rechten.
Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening haven-, kade-, opslag en liggelden 2014”.
Gedaan ter openbare vergadering van 3 dec ember 201 3 , de griffier, de vicevoorzitter
drs. C.M. Steenbergen ir. J.J. Stapel