Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Wijk bij Duurstede

Verordening voor de bestuurscommissieopenbaar primair onderwijsin Wijk bij Duurstede

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieWijk bij Duurstede
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening voor de bestuurscommissieopenbaar primair onderwijsin Wijk bij Duurstede
CiteertitelVerordening BestuurscommissieOpenbaar Onderwijs
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 18 van de verordening voor de Bestuurscommissie openbaar primair onderwijs te Wijk bij Duurstede

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2008Onbekend

11-12-2007

Wijkse Courant

Bestuurscommissie

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening voor de bestuurscommissieopenbaar primair onderwijsin Wijk bij Duurstede

 

 

Raadsbesluit

De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2007, nr. 194

gelet op artikelen 18 van de verordening voor de Bestuurscommissie openbaar primair onderwijs te Wijk bij Duurstede

besluit:

  • 1.

    artikel 18 van de verordening zo te wijzigen, dat het mogelijk wordt dat de Bestuurscommissie de administratie door anderen dan ambtenaren van de gemeente laat uitvoeren;

  • 2.

    de gewijzigde verordening als volgt vast te stellen:

Verordening voor de bestuurscommissie openbaar primair onderwijs in Wijk bij Duurstede

Inhoudsopgave

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 2 Doel en middelen

Artikel 3 Duur en boekjaar

Artikel 4 De commissie

Artikel 5 Zittingsperiode

Artikel 6 Schorsing en ontslag

Artikel 7 Einde lidmaatschap van de commissie

Artikel 8 Taken en bevoegdheden van de commissie

Artikel 9 Taakverdeling

Artikel 10 Vergaderfrequentie

Artikel 11 Quorum

Artikel 12 Stemmen

Artikel 13 Openbaarheid van vergaderingen

Artikel 14 Geheimhouding van stukken

Artikel 15 Huishoudelijk reglement

Artikel 16 Subcommissies

Artikel 17 Financieel Statuut

Artikel 18 Ondersteuning

Artikel 19 Verantwoording

Artikel 20 Financiën en verslaglegging

Artikel 21 Schorsing en vernietiging

Artikel 22 Wijziging of intrekking van de verordening

Artikel 23 Bezwaar tegen besluit gemeente

Artikel 24 Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikelen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de raad: de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede;

    • b.

      de scholen: de scholen als bedoeld in de overwegingen van deze verordening.

    • c.

      de commissie: de bestuurscommissie

    • d.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede.

       

Artikel 2 Doel en middelen

  • 1.

    De commissie heeft ten doel het laten geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen, met inachtneming van artikel 46 WPO, artikel 42 WVO, dan wel artikel 49 WEC.

  • 2.

    Om het doel te verwezenlijken kan de commissie gebruikmaken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.

     

Artikel 3 Duur en boekjaar

1.De commissie is ingesteld voor onbepaalde tijd. 2. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.

 

Artikel 4 De commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit vijf leden.

  • 2.

    De raad benoemt vijf leden op voordracht van de commissie.

  • 3.

    De commissie stelt bij reglement een procedure vast voor de voordracht als bedoeld in het voorgaande lid en zendt dit reglement ter kennisgeving aan de raad. In de procedure wordt vastgelegd dat een breed samengestelde sollicitatiecommissie de kandidaten selecteert en voordraagt. De commissie doet vervolgens de voordracht aan de raad.

  • 4.

    De leden van de commissie respecteren de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs.

  • 5.

    Personen die werkzaam zijn op één van de scholen, die door de commissie

bestuurd worden, kunnen geen lid van de commissie zijn.

6.Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met het lidmaatschap van de

(Gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad (G)MR) van de commissie.

  • 7.

    Een lid van de commissie mag niet:

    • a.

      als advocaat, procureur, gemachtigde of adviseur in geschillen werkzaam zijn ten behoeve van de commissie dan wel ten behoeve van de wederpartij van de commissie;

    • b.

      als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot

het aangaan van collectieve arbeidsovereenkomsten met de commissie of

in die hoedanigheid deelnemen aan het Decentraal Georganiseerd Overleg;

c.als gemachtigde of als adviseur werkzaam zijn ten behoeve van derden tot

het aangaan van overeenkomsten met de commissie als bedoeld in d;

  • d.

    rechtstreeks of middellijk een overeenkomst aangaan betreffende:

    • ·

      het aannemen van werk ten behoeve van de commissie;

    • ·

      het buiten dienstbetrekking tegen beloning verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de commissie;

    • ·

      het doen van leveranties aan de commissie;

    • ·

      het verhuren van roerende zaken aan de commissie

    • ·

      het verwerven van betwiste vorderingen ten laste van de commissie;

    • ·

      het van de commissie onderhands verwerven van onroerende zaken of

beperkte rechten waaraan deze zijn onderworpen;

  • ·

    het onderhands huren van de commissie;

    • 8.

      De commissie kan zich in zijn vergaderingen door deskundigen met advies laten bijstaan.

    • 9.

      Indien in de commissie, om welke reden ook, één of meer commissieleden ontbreken, dan vormen de overblijvende commissieleden - met een minimum van twee - niettemin een commissie in de zin van deze verordening.

       

Artikel 5 Zittingsperiode

  • 1.

    De leden van de commissie worden voor vier jaar benoemd. De leden kunnen na afloop van hun zittingsperiode terstond, maar maximaal één maal worden herbenoemd.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 worden in de eerst benoemde commissie twee leden voor twee jaar benoemd.

  • 3.

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

  • 4.

    Een lid van de commissie dat tussentijds is benoemd, treedt af op het tijdstip waarop degene in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden.

     

Artikel 6 Schorsing en ontslag

  • 1.

    De raad kan een lid van de commissie, dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, voor maximaal vier maanden schorsen of ontslaan.

  • 2.

    De commissie kan op dezelfde gronden en voor dezelfde termijn als vermeld in lid 1 een lid van de commissie schorsen, mits daartoe wordt besloten met een tweederde meerderheid van stemmen. De commissie onderwerpt het besluit onmiddellijk aan het oordeel van de raad, die zo spoedig mogelijk daarop beslist of hij de schorsing al dan niet bevestigt. De schorsing geldt dan als door de raad besloten.

  • 3.

    Wanneer de raad de schorsing als bedoeld in het voorgaande lid bevestigt, wordt de schorsingstermijn geacht ingegaan te zijn op het moment van het besluit van de commissie daartoe.

     

Artikel 7 Einde lidmaatschap van de commissie

  • 1.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt door:

    • a.

      het eindigen van de periode waarvoor een lid is benoemd;

    • b.

      verklaring in staat van faillissement;

    • c.

      verlening van surseance van betaling;

    • d.

      onder curatele stelling;

    • e.

      ontslag;

    • f.

      opzegging;

    • g.

      overlijden.

       

Artikel 8 Taken en bevoegdheden van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft, met inachtneming van het bepaalde in artikel 156 van de Gemeentewet, alle bevoegdheden, die bij of krachtens de wet aan het bevoegd gezag van de scholen zijn toegekend, voorzover daarvan in deze verordening niet is afgeweken.

  • 2.

    De commissie is bevoegd tot het geven van betalingsopdrachten.

  • 3.

    De voorzitter en secretaris tekenen alle stukken die van de commissie uitgaan.

  • 4.

    Er is een managementstatuut dat de taken en bevoegdheden regelt van de

schooldirecties, de bovenschoolse directie en het bevoegd gezag.

 

Artikel 9 Taakverdeling

De commissie benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris/vicevoorzitter en een penningmeester.

 

Artikel 10 Vergaderfrequentie

  • 1.

    De commissie vergadert ten minste vier maal per jaar en voorts zo dikwijls als door de voorzitter, dan wel ten minste twee leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste tien dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden. Tegelijkertijd met de oproeping draagt de voorzitter zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft hij aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen.

  • 3.

    Ieder lid van de commissie is bevoegd om ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen. De commissie beslist of, en zo ja in hoeverre, aan dit voorstel gevolg wordt gegeven.

     

Artikel 11 Quorum

  • 1.

    De vergadering vindt geen doorgang indien niet ten minste drie leden aanwezig zijn.

  • 2.

    In geval een vergadering op grond van het eerste lid geen doorgang kan vinden, belegt de voorzitter binnen 14 dagen een nieuwe vergadering.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid op grond van het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

     

Artikel 12 Stemmen

  • 1.

    De leden stemmen zonder last.

  • 2.

    Tenzij de verordening anders bepaalt, worden alle besluiten genomen bij meerderheid van stemmen. Een blanco uitgebrachte stem geldt als een niet uitgebrachte stem.

  • 3.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 4.

    Indien de stemmen staken bij een stemming, niet een benoeming betreffende, wordt het nemen van een besluit tot een volgende vergadering uitgesteld, waarin de beraadslagingen kunnen worden heropend. Indien bij herstemming de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.

  • 5.

    Wordt bij stemming over personen, een benoeming betreffende, de vereiste meerderheid niet verkregen, dan vindt herstemming plaats tussen de personen die de meeste stemmen op zich verenigd hebben. Indien bij deze stemming de stemmen opnieuw staken, dan beslist terstond het lot.

     

Artikel 13 Openbaarheid van vergaderingen

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    De vergadering worden besloten gehouden, wanneer ten minste een vijfde van het

aantal aanwezige leden hierom vraagt of wanneer de voorzitter dit nodig acht.

3.De commissie beslist vervolgens op grond van de aard van de aan de orde zijnde

aangelegenheid of met gesloten deuren zal worden vergaderd.

4.Vergaderen met gesloten deuren kan uitsluitend geschieden indien het belang van

de openbaarheid niet opweegt tegen:

  • ·

    het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;

  • ·

    de economische of financiële belangen van de commissie;

  • ·

    het belang van voorkoming van onevenredige bevoordeling of benadeling

voor bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of

rechtspersonen dan wel voor derden.

5.Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt, tenzij de commissie anders beslist.

 

Artikel 14 Geheimhouding van stukken

  • 1.

    De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan haar zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2.

    De ingevolge het voorgaande lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen die bij de behandeling tegenwoordig waren, alsmede door degenen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, in acht genomen, totdat de commissie de geheimhouding opheft.

  • 3.

    De voorzitter kan omtrent de inhoud van stukken in het voorgaande lid voorlopige geheimhouding opleggen. De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin meer dan de helft van de zittende leden tegenwoordig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

  • 4.

    Indien leden van de raad om inzage vragen in stukken omtrent welke de commissie geheimhouding heeft opgelegd, wordt dit slechts geweigerd voorzover deze inzage in strijd is met het openbaar belang.

     

Artikel 15 Huishoudelijk reglement

  • 1.

    Alle zaken betreffende de interne aangelegenheden van de commissie worden geregeld bij huishoudelijk reglement.

  • 2.

    Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze verordening.

     

Artikel 16 Subcommissies

  • 1.

    De commissie kan al dan niet uit haar midden subcommissies benoemen, die onder verantwoordelijkheid van de commissie belast kunnen worden met aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de commissie behoren. Een subcommissie is verantwoording verschuldigd aan de commissie.

  • 2.

    Het huishoudelijk reglement bevat regels voor de werkwijze en samenstelling van de subcommissies.

     

Artikel 17 Financieel Statuut

  • 1.

    De commissie en het college stellen in overleg een Financieel Statuut vast dat regels bevat over het door de commissie te voeren financieel beleid en beheer en over de relatie tussen de commissie en de gemeente betreffende dit financieel beleid en beheer.

  • 2.

    Het Financieel Statuut voorziet in ieder geval in een regeling omtrent:

    • a.

      De inhoud en opstelling van een beginbalans;

    • b.

      De organisatie en bekostiging van de ondersteuning op het terrein van de

administratie, het beheer en bestuur;

  • c.

    De procedure voor de vaststelling van de begroting en rekening;

  • d.

    De verantwoording van het gevoerde beleid door de commissie aan het gemeentebestuur;

  • e.

    Een geschillenregeling betreffende uitleg en toepassing van het financieel statuut.

    • 3.

      De commissie en het college kunnen voorstellen het vastgestelde Financieel Statuut te wijzigen. Elke wijziging van het Financieel Statuut behoeft de instemming van de commissie en het college.

       

Artikel 18 Ondersteuning

De volgende ondersteunende werkzaamheden worden door ambtenaren van de gemeente uitgevoerd: de ondersteuning van het bestuur en de algemeen directeur op het gebied van algemeen en personeelsbeleid, de personeelsadministratie en het onderhoud en beheer van de schoolgebouwen.*

 

Artikel 19 Verantwoording

1.De commissie brengt jaarlijks aan de raad verslag uit omtrent haar werkzaamheden. In dit verslag wordt in ieder geval aandacht geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. *

 

Artikel 20 Financiën en verslaglegging

1.De commissie biedt jaarlijks vóór 1 juli het college een ontwerpbegroting met toelichting aan en vóór 1 april een ontwerpjaarrekening met toelichting. Deze worden vervolgens ter vaststelling voorgelegd aan de raad. *

 

Artikel 21 Schorsing en vernietiging

  • 1.

    Het college schorst een besluit van de commissie, dat naar zijn oordeel in strijd is met de wet of het algemeen belang. Alvorens het schorsingsbesluit te nemen hoort het college de commissie.

  • 2.

    Het college draagt een besluit van de commissie, dat is geschorst, met redenen omkleed ter vernietiging voor aan de raad.

  • 3.

    De raad neemt een met redenen omkleed besluit en regelt zo nodig de gevolgen van zijn beslissing.

  • 4.

    Indien de raad besluit tot vernietiging van het geschorste besluit van de commissie, dan deelt het college dit onverwijld schriftelijk aan de commissie mede.

  • 5.

    In het geval van vernietiging neemt de commissie binnen een maand na ontvangst van de in het vierde lid van dit artikel bedoelde mededeling een nieuw besluit met inachtneming van het besluit van de raad.

  • 6.

    Indien de raad besluit het geschorste besluit van de commissie niet te vernietigen, dan vervalt de schorsing van rechtswege.

     

Artikel 22 Wijziging of intrekking van de verordening

  • 1.

    De commissie kan een verzoek tot wijziging of intrekking van deze verordening indienen bij de raad.

  • 2.

    De raad kan de verordening te allen tijde wijzigen of intrekken. De raad kan niet daartoe overgaan dan na overleg met de commissie.

     

Artikel 23 Bezwaar tegen besluit gemeente

1.De bepalingen inzake bezwaar van de Algemene Wet Bestuursrecht zijn van overeenkomstige toepassing voorzover het besluiten van de raad of het college betreft, waardoor de commissie rechtstreeks in zijn belang wordt getroffen.

 

Artikel 24 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    De voordracht door de commissie als bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze verordening vindt voor de benoeming van de eerste commissie plaats door het college.

  • 2.

    De vaststelling van het Financieel Statuut als bedoeld in artikel 17, eerste en derde

lid van deze verordening, vindt de eerste keer plaats door het college.

2.De commissie neemt totdat zij anders besluit de lopende verplichtingen ten

aanzien van verslaglegging en beleidsplannen over.

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2006.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Bestuurscommissie

Openbaar Onderwijs.

* Deze punten worden verder uitgewerkt in het Financieel Statuut.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 december 2007

De raad voornoemd,

 

griffier, voorzitter,