Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Loppersum

Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2014l

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLoppersum
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2014l
CiteertitelVerordening rioolheffing 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Verordening op de

heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2013 van 5 november

2012.

Datum ingang van heffing is 1 januari 2014.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 228a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-201301-01-2015Nieuwe regeling

04-11-2013

Ommelander Courant, 11-11-2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van een rioolheffing in de gemeente Loppersum 2014l

De raad van de gemeente Loppersum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 oktober 2013;

gelet op de artikelen 228a van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de:

"VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN

EEN RIOOLHEFFING IN DE GEMEENTE LOPPERSUM 2014".

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel: een roerende of onroerende zaak of een zelfstandig gedeelte daarvan;

  • b.

    gemeentelijke riolering: een voorziening of combinatie van voorzieningen voor inzameling, verwerking, zuivering of transport van afvalwater, hemelwater of grondwater, in eigendom, in beheer of in onderhoud bij de gemeente;

  • c.

    water: huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater, hemelwater of grondwater.

Artikel 2 Aard van de belasting

Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:

  • a.

    de inzameling en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater, alsmede de zuivering ervan; en

  • b.

    de inzameling van afvloeiend hemelwater en de verwerking van het ingezamelde hemelwater, alsmede het treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken.

Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.

  • 2.

    Ingeval het perceel een onroerende zaak is, wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 4 Vrijstellingen

Van het recht zijn vrijgesteld:

  • 1.

    eigendommen van de gemeente, uitsluitend gebezigd voor de publieke dienst;

  • 2.

    eigendommen, uitsluitend dienende tot openbare eredienst of voor bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen;

  • 3.

    gebouwen, uitsluitend dienende voor onderwijs, waarvoor door de gemeente subsidie of vergoeding wordt verleend.

Artikel 5 Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De grondslag voor de belasting als bedoeld in artikel 3 is:

  • a.

    voor een eigendom, gebruikt als bejaardentehuis of gezinsvervangend tehuis, het aantal appartementen dat het tehuis bevat;

  • b.

    voor alle overige onroerende zaken, wordt per perceel geheven.

Artikel 7 Belastingtarieven

De belasting bedraagt per jaar:

a.

voor een perceel, gebruikt als bejaardentehuis of gezinsvervangend tehuis, per appartement

€ 153,25

b

Voor percelen die enkel een directe of indirecte aansluiting op de gemeentelijke

riolering hebben voor de afvoer van hemel- of grondwater én een WOZ-waarde

hebben van € 30.000,00 of minder

€ 91,95

c

voor alle overig percelen,

€ 306,45

Artikel 8 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 10 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

De belasting is verschuldigd per het begin van het belastingjaar.

Artikel 11 Termijnen van betaling

  • 1.

    De aanslagen moeten worden betaald in drie gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 2.

    Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 4.000,00 of meer bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 3.

    Ingeval het totaalbedrag van het aanslagbiljet waarop de aanslagen staan vermeld € 10,00 of minder bedraagt, moet dit bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    De belastingplichtige kan machtiging tot automatische incasso verlenen. Indien een machtiging tot automatische incasso verleend is, moet het bedrag, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, worden betaald in tien gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand, die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de bovengenoemde termijnen.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

De “Verordening rioolrecht 2013” van 5 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14 tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening rioolheffing 2014'.

Vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van de gemeente Loppersum,

gehouden op 4 november 2013, nr. 6.

De raad voornoemd,

A.Rodenboog, voorzitter.

A. R.S. Bosma, griffier.