Overheidsorganisatie | Gemeente Halderberge |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet werk en bijstand, artikel 8 lid 1 sub d en artikel 36
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2009 | 01-01-2009 | 01-01-2012 | Onbekend | 12-02-2009 Halderbergse Bode van 18 februari 2009 | Onbekend |
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Halderberge;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 oktober 2008;
gelet op de artikelen 8, eerste lid, onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand;
gezien het amendement van mevrouw C. Verschuur-Geraets;
overwegende dat;
het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen;
gemeenten vrij zijn om een eigen maximale inkomensgrens te hanteren;
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in de toelichting bij de model verordening aangeeft dat het voor de hand ligt aan te sluiten bij de inkomensgrenzen die in het eigen gemeentelijk armoedebeleid worden gehanteerd;
de huidige modelverordening van de VNG op korte termijn aangepast wordt en de wijzigingen met name betrekking hebben op de passage die gaat over aansluiting bij het gemeentelijke armoedebeleid;
Er door de VNG vooral gewezen zal worden op de risico’s ten aanzien van een verboden onderscheid (anti discriminatieregel) dat hierdoor gemaakt wordt ten opzichte van de groep 65 plussers met uitsluitend AOW;
Deze groep 65 plussers uitgesloten is van de langdurigheidstoeslag omdat zij een minimaal inkomen hebben dat tussen de 105 en 109% van de bijstandsnorm ligt;
De feitelijke, wettelijke grens, hierdoor beperkt is tot een maximaal inkomen van plusminus 110% van de bijstandsnorm;
Als je de norm verhoogt tot 110% je te maken kunt krijgen met het benadelen c.q. discrimineren van een bepaalde groep 65 plussers en uit jurisprudentie de komende maanden nog moet blijken wat hiervan de gevolgen zijn voor betrokkenen en gemeenten;
De VNG ook gewezen heeft op de oplossing van dit probleem door het onderscheid eventueel te ondervangen door een categoriale regeling voor 65 plussers met alléén maar AOW;
Als tussenoplossing, in afwachting van meer duidelijkheid, gekozen kan worden voor het verhogen van de norm tot een veilige 105%;
ophoging van de inkomensgrens naar 110%, in combinatie met een categoriale regeling voor 65 plussers met een minimum inkomen, altijd nog mogelijk is als uit jurisprudentie blijkt dat dit gezien kan worden als een juridisch aanvaardbare oplossing.
BESLUIT:
Het voorgestelde besluit “de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 vast te stellen” als volgt te wijzigen:
de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 vast te stellen;
daar waar op in de verordening gesproken wordt over 101% de tekst te wijzigen in 105%;
de uitgaven die geraamd zijn op een bedrag van € 40.500 te verhogen met plusminus 5% (geschatte toename van het aantal aanvragen) tot een bedrag van € 43.000;
de verhoging van de uitgave te dekken uit het programma Armoedebestrijding 6.14.00;
de Verordening Langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand 2009 eind 2009 te evalueren en de resultaten hiervan voor te leggen aan de raad;
In deze verordening wordt verstaan onder:
college: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Halderberge;
wet: de Wet Werk en Bijstand;
bijstandsnorm: de norm bedoeld in artikel 5 onder c van de wet;
gehuwdennorm: de norm van artikel 21 onderdeel c van de wet;
WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
WSF 2000: Wet Studiefinanciering;
peildatum: de datum waarop in enig jaar het recht op de langdurigheidstoeslag ontstaat;
referteperiode: een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum;
inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede “een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan” moet worden gelezen als “de referteperiode”. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien.
De uitvoering van deze verordening berust bij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Halderberge.
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het gemiddelde inkomen per maand niet uitkomt boven 105% van de bijstandsnorm.
Voor een langdurigheidstoeslag komt niet in aanmerking de belanghebbende, die op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de WTOS, dan wel een studie volgt als genoemd in de WSF 2000.
1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:
voor gehuwden € 486
voor een alleenstaande ouder € 436
voor een alleenstaande € 341
De genoemde bedragen gelden per 1 januari 2008 en indexering vindt plaats per 1 januari 2009.
2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.
3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem of haar als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
4. De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gehuwdennorm per 1 januari van dat jaar en de gehuwdennorm van het daar aan voorafgaande jaar.
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2009 en werkt terug tot 1 januari 2009.
Deze verordening kan aangehaald worden als:
Verordening langdurigheidstoeslag Wet Werk en Bijstand 2009.
Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad
van de gemeente Halderberge d.d. 12 februari 2009,
de griffier, A. Koenen
de voorzitter, A.F.W. Osterloh