Organisatie | Winterswijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van rioolheffing 2014 |
Citeertitel | Verordening Rioolheffing 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingverordening |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 19-12-2013 | 2013, nr. XII-2 sub j |
Onder de naam “rioolheffing” wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de lasten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
Met betrekking tot het gebruikersdeel, wordt als gebruiker aangemerkt: a. degene die naar omstandigheden beoordeeld het perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt of persoonlijk recht gebruikt; b. ingeval een gedeelte van het perceel – niet een gedeelte als bedoeld in artikel 4 – voor gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte voor gebruik heeft afgestaan.
Indien gedeelten van een in artikel 3 bedoeld perceel blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt de belasting geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één perceel worden aangemerkt.
Ingeval gebruik wordt gemaakt van een pompinstallatie moet die pompinstallatie zijn voorzien van een: a. watermeter, waarvan de hoeveelheid opgepompt water kan worden afgelezen, of b. bedrijfsurenteller, waarvan het aantal uren dat een pompinstallatie met vaste capaciteit in bedrijf is geweest kan worden afgelezen. De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
Indien wordt aangetoond dat bedrijfsmatig toegevoerd water niet op de riolering is geloosd en indien deze hoeveelheid tenminste 20% van de toegevoerde hoeveelheid water bedraagt, wordt op voet van het tweede lid bepaalde hoeveelheid water verminderd met de op andere wijze afgevoerde hoeveelheid m³ water.
Indien voor de in artikel 3 eerste lid bedoelde percelen in verband met het ontbreken van afzonderlijke watermeters niet de hoeveelheid water kan worden vastgesteld zoals hiervoor omschreven, wordt: a. voor tot woning dienende eigendommen de hoeveelheid water bepaald op 45 m³ per persoon; b. voor gebruikers van niet tot woning dienende eigendommen de verdeelsleutel gehanteerd zoals deze door de respectievelijke gebruikers wordt gebruikt voor de onderlinge verdeling van de waternota van het Waterbedrijf Vitens. Bij het ontbreken van een dergelijke regeling wordt overgegaan tot een zo reëel mogelijke verdeling op basis van de beschikbare gegevens.
Het gebruikersdeel als bedoeld in artikel 3, eerste lid, bedraagt voor elke volle eenheid van 1 kubieke meter water, bij een hoeveelheid water:
Artikel 10 Termijnen van betaling
In afwijking van het bepaalde in lid 1 en in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de bij wege van aanslag geheven belasting als bedoeld in artikel 8, lid 4, worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld. De tweede termijn vervalt twee maanden later.
In afwijking van lid 2, geldt indien gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid van automatische incasso, bij de bij wege van aanslag geheven belasting als bedoeld in artikel 8 lid 4, dat de aanslag betaald moet worden in zes gelijke maandelijkse termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
De ‘Verordening rioolheffing 2013,’ vastgesteld bij raadsbesluit van 20 december 2012, nr. XII-2 sub j, wordt ingetrokken met ingang van de in het artikel 13 lid 2 genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.