Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Voorschoten

Verordening betreffende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de commissie voor cultuur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVoorschoten
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening betreffende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de commissie voor cultuur
CiteertitelVerordening commissie voor cultuur 1991
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpregels omtrent de commissie voor cultuur

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

De gemeenteraad heeft de verordening ingetrokken op 5 juli 2012 (nr. 2002) en daarbij bepaald dat dit besluit in werking treedt op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen datum.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet, art. 91

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-19941e wijziging

23-12-1993

Onbekend

Onbekend.
01-01-199405-07-20121e wijziging

23-12-1993

Onbekend.e

Onbekend.

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening betreffende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de commissie voor cultuur

De raad der gemeente Voorschoten;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 februari 1991, nr. 35;

 

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 91 van de Gemeentewet;

 

besluit :

 

vast te stellen de volgende "Verordening betreffende de samenstelling, taak, bevoegdheden en werkwijze van de commissie voor cultuur"

Artikel 1

De commissie voor cultuur heeft tot taak om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders dan wel uit eigen beweging het college te adviseren over culturele aangelegenheden in de gemeente Voorschoten.

Artikel 2
  • 1.

    De commissie bestaat uit maximaal 7 leden.

  • 2.

    De leden worden benoemd door de gemeenteraad. Bij benoeming van de leden wordt ernaar gestreefd, dat de leden representatief geacht kunnen worden voor het culturele leven in de gemeente Voorschoten, evenwel met dien verstande dat zij worden geacht op te treden zonder voorafgaande last of ruggespraak.

  • 3.

    Aan de commissie kunnen - al dan niet op verzoek van de commissie door burgemeester en wethouders incidenteel adviseurs worden toegevoegd.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders wijzen uit hun midden iemand aan, die de vergaderingen van de commissie zal bijwonen. Dit collegelid heeft een adviserende stem.

Artikel 3
  • 1.

    De leden van deze commissie worden benoemd voor een periode van 4 jaar. Zij worden (her)benoemd en zijn aftredend aan het begin van iedere zittingsperiode van de gemeenteraad.

  • 2.

    De leden zijn éénmaal herbenoembaar, met dien verstande dat nimmer meer dan de helft van de leden tegelijk herbenoemd kan worden.

  • 3.

    De leden kunnen op voorstel van het college van burgemeester en wethouders - door de gemeenteraad - tussentijds worden ontslagen. De leden van de commissie kunnen op eigen - schriftelijk gedaan -verzoek door de gemeenteraad worden ontslagen.

  • 4.

    Indien in deze commissie een vacature ontstaat, plaatst het college van burgemeester en wethouders een oproep voor sollicitanten in de plaatselijke dag- en weekbladen. In deze oproep wordt aangegeven aan welke criteria - naast die van het hebben van voor de commissie van belang zijnde specifieke deskundigheid - de kandidaat dient te voldoen.

  • 5.

    Bij het ontstaan van een vacature gedurende de lopende zittingsperiode, wordt hierin voorzien op de wijze als is bepaald in het 4e lid van dit artikel. Het alsdan benoemde commissielid heeft gedurende het resterende gedeelte van de zittingsperiode in de commissie zitting. Voor wat betreft zijn recht tot herbenoeming en zijn plicht tot aftreden, treedt hij geheel in de plaats van zijn voorganger.

    De leden behouden in geval van aftreden aan het einde van de zittingsperiode hun lidmaatschap tot in hun vervanging is voorzien.

Artikel 4
  • 1.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangend secretaris.

    De secretaris draagt er zorg voor dat van iedere vergadering een verslag wordt gemaakt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen de taak van de secretaris nader omschrijven.

  • 3.

    De plaatsvervangend voorzitter en secretaris oefenen, zoveel mogelijk na overleg, de taken uit van de voorzitter respectievelijk de secretaris in geval van hun ontstentenis.

Artikel 5
  • 1.

    De commissie vergadert zo vaak de voorzitter dit nodig oordeelt en op door hem te bepalen tijdstip en plaats, doch als regel minstens éénmaal per kwartaal.

  • 2.

    Voorts belegt de voorzitter een vergadering, indien tenminste drie leden van de commissie hem dit schriftelijk met opgave van reden verzoeken en wel uiterlijk binnen een maand na ontvangst van dit verzoek.

  • 3.

    Spoedeisende gevallen uitgezonderd, wordt tenminste zeven dagen van te voren van het beleggen van een vergadering schriftelijk aan de leden kennis gegeven, zoveel mogelijk onder opgave van de te behandelen onderwerpen.

  • 4.

    De vergadering vindt slechts doorgang indien tenminste vier van de zitting hebbende leden zijn opgekomen.

  • 5.

    Indien wegens onvoltalligheid in de zin van het vorige lid een vergadering niet kan plaats hebben, worden de aan de orde zijnde onderwerpen door de voorzitter op de agenda geplaatst van een binnen 14 dagen te houden nieuwe vergadering, in welke vergadering die onderwerpen in elk geval worden behandeld.

Artikel 6

De vergaderingen worden in het openbaar gehouden.

Indien een zwaarwegend algemeen of particulier belang door openbare behandeling zou kunnen worden geschaad dan wel indien de voorbereiding van een bepaalde aangelegenheid openbare behandeling ongewenst maakt, geschiedt de behandeling van het betreffende onderwerp in een besloten vergadering, één en ander ter beoordeling van de voorzitter.

Artikel 7

De leden van de commissie nemen niet deel aan de beraadslaging indien het een onderwerp betreft dat hen persoonlijk aangaat of hiermee een persoonlijk belang in het geding zou kunnen zijn.

Artikel 8
  • 1.

    Indien burgemeester en wethouders of de gemeenteraad een besluit moeten nemen ten aanzien van een onderwerp dat de commissie aangaat, wordt hierover door burgemeester en wethouders advies gevraagd aan de commissie.

  • 2.

    De besluiten die door burgemeester en wethouders of door de gemeenteraad zijn genomen over onderwerpen, waaromtrent de commissie heeft geadviseerd, worden in de eerstvolgende vergadering van de commissie medegedeeld.

Artikel 9

Voor zover dat ter vervulling van taken door burgemeester en wethouders noodzakelijk wordt geacht kan door hen - gehoord de commissie - worden besloten ambtelijke bijstand ter beschikking te stellen van de commissie.

Artikel 10

De commissie is bevoegd deskundigen te horen over aangelegenheden, die tot haar werkgebied behoren, met dien verstande, dat de commissie machtiging van burgemeester en wethouders behoeft, indien aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

Artikel 11

De commissie kan besluiten tot het instellen van werkgroepen.

Artikel 12

Omtrent wijziging van deze verordening wordt de commissie voorafgaand gehoord.

Artikel 13

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 14

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 1991. De

"Verordening commissie commissie cultuur 1986" wordt per dezelfde datum ingetrokken.

Artikel 15

Deze regeling kan worden aangehaald als "Verordening commissie voor cultuur 1991".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad dergemeente Voorschoten, gehouden op 28 maart 1991.

De secretaris, de voorzitter,

w.g. w.g.