Overheidsorganisatie | Gemeente Smallingerland |
---|---|
Officiële naam regeling | Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014 |
Citeertitel | Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de regeling betreffende de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen 2013
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-12-2013 | 13-12-2013 | - | 03-12-2013 Breeduit, 05-12-2013 | 03-12-2013, volgnr. 7 | |
13-12-2013 | 01-01-2015 | - | 03-12-2013 Breeduit, 05-12-2013 | 03-12-2013, volgnr. 7 |
Het college van burgemeester en wethouders van Smallingerland;
gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de
Invorderingswet 1990 in verbinding met artikel 231, tweede lid, onderdeel a,
en derde lid van de Gemeentewet en de betreffende bepalingen van de belastingverordeningen;
B E S L U I T :
vast te stellen de volgende: REGELING MET BETREKKING TOT DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN GEMEENTELIJKE BELASTINGEN 2014
Reikwijdte van de regeling
De in deze regeling opgenomen regels gelden bij de heffing en de invordering van de gemeentelijke belastingen op grond van de onderscheiden belastingverordeningen voor zover deze regels in artikel 5 voor de betreffende gemeentelijke belasting van toepassing is verklaard.
Aangifte
De belastingplichtige die niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.
De belastingplichtige aan wie niet binnen twee maanden na afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitgereikt of een kennisgeving van het gevorderde bedrag als bedoeld in artikel 5 van de Verordening Afvalstoffenheffing 2014 is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die twee maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar schriftelijk te vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.
Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar schriftelijk vragen om uitreiking van een aangiftebiljet.
Voorlopige aanslag of voorlopig gevorderd bedrag
Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag onderscheidenlijk het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Na de aanvang van het belastingjaar kunnen aan de belastingplichtige maandelijks voorlopig gevorderde bedragen worden opgelegd ter grootte van een achtste gedeelte van het van toepassing zijnde jaartarief, dit tot het volledige jaartarief is voldaan.
Gelding voor gemeentelijke belastingen
Met betrekking tot:
de onroerende-zaakbelastingen vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;
de forensenbelasting vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 toepassing;
de parkeerbelastingen vindt artikelen 2 toepassing;
de hondenbelasting vinden de artikelen 2 en 4 toepassing;
de rioolheffing vinden de artikelen 2, eerste lid, 3 toepassing;
de afvalstoffenheffing vinden de artikelen 2 en 3 toepassing;
de straat-, kade- en havengelden vindt het artikel 2, eerste lid toepassing;
Inwerkingtreding en citeertitel
De "Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen" van november 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
De datum van inwerkingtreding van deze regeling is 1 januari 2014.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling betreffende heffing en invordering gemeentelijke belastingen 2014.
Drachten, november 2013.
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester
en wethouders voornoemd,
secretaris, burgemeester,