Organisatie | Stichtse Vecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2013 gemeente Stichtse Vecht |
Citeertitel | Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren 2013 gemeente Stichtse Vecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-12-2013 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 Vechtstroom, 24-12-2013 | SV 136 |
De raad van de gemeente Stichtse Vecht,
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gehoord de werksessie van 4 december 2013;
gelet op gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet Privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4 vierde lid van de Telecommunicatiewet en artikelen 149, 154, 156 en 229 van de Gemeentewet;
Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren (AVOI) 2013 gemeente Stichtse Vecht
Hoofdstuk 1 : Inleidende bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is van toepassing op de procedures en voorschriften voor het aanleggen, in stand houden en opruimen van kabels en leidingen in openbare gronden, voor zover de gemeente Stichtse Vecht deze gronden beheert, in bezit heeft dan wel daarover coördinatieverplichtingen heeft.
Deze nadere regels kunnen in ieder geval betrekking hebben op: de wijze van uitvoering bij de aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen, het medegebruik van voorzieningen en het opstellen van voorschriften op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven.
Hoofdstuk 2 : Aanvragen en melden van graafwerkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een door het college verleend instemmingsbesluit over plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden, medegebruik van voorzieningen en de afstemming van voorgenomen werkzaamheden met overige netbeheerders, kabels en/of leidingen in of op openbare gronden aan te leggen, in stand te houden of op te ruimen.
Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente Stichtse Vecht, wordt uiterlijk vier weken na ontvangst van de aanvraag, als genoemd in het eerste lid, het college schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het (voor)overleg tussen de grondroerder en de overige gedoogplichtige(n).
In geval van spoedeisende werkzaamheden, als bedoeld in onderdeel k van artikel 1, volstaat een melding bij voorkeur voorafgaand aan de start van de werkzaamheden. Als een melding vooraf niet mogelijk is, moet de melding uiterlijk binnen één werkdag na de start van de uitvoering gemotiveerd worden gedaan aan het college.
Artikel 6 Gegevensverstrekking
Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:
een uitvoeringsplan met daarin opgenomen:
- een opgave van het gewenste tracé;
- de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek betreffende de beschikbare ruimte;
- een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, van permanente als tijdelijke aard, maar ook van de situering daarvan;
- een omschrijving van eventuele opbrekingen;
- de maatregelen die de bereikbaarheid van in de openbare gronden aanwezige kabels en leidingen waarborgen;
- het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden.
Als de werkzaamheden betrekking hebben op kabels en leidingen van elektronische communicatienetwerken moeten, aanvullend op het tweede lid, bij de aanvraag ook de volgende gegevens worden verstrekt:
een opgave van het aantal kabels en leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en een opgave van het aantal kabels en leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;
de doorsnede van de kabel(goot) en lengte en breedte van de kabelsleuf.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met de voorgenomen werkzaamheden een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet Milieubeheer, een kapvergunning of een omgevingsvergunning als bedoeld in de ‘Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht’ is vereist, tenzij de beschikking op een aanvraag van genoemde vergunningen al is gegeven, en de in artikel 6:7 Algemene wet bestuursrecht genoemde termijn is verstreken zonder dat bezwaren zijn ingediend. Deze aanhouding eindigt na afloop van de bezwarentermijn, tenzij er bezwaren zijn ingediend en tevens is verzocht om een voorlopige voorziening; in dat geval eindigt de aanhouding met ingang van de dag nadat op dat verzoek is beslist.
Artikel 8 Voorschriften en beperkingen
Het college kan aan het instemmingsbesluit nadere voorschriften of beperkingen verbinden in het belang van:
de ondergrondse ordening, waaronder ook verstaan wordt het zo min mogelijk hinder veroorzaken voor reeds in de grond aanwezige werken en het niet in gevaar brengen of zonder noodzaak bemoeilijken van deze werken, waaronder ook verstaan worden werken ten behoeve van de riolering en de levering of het transport van elektronische informatie, gas, water en elektriciteit.
De wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels en leidingen en medegebruik van voorzieningen moet gebeuren conform in de gemeente van toepassing zijnde uitvoeringsvoorschriften. In dat kader is het college ook bevoegd voorschriften te stellen op het gebied van markering, afzetting en het toepassen van proefsleuven. Bij tegenstrijdigheden van de bepalingen van deze verordening en de bepalingen uit de uitvoeringsvoorschriften, hebben de bepalingen van deze verordening voorrang.
De grondroerder draagt in het geval van werkzaamheden voor de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en leidingen de marktconforme kosten voor herstel. Voor de berekening van de schadevergoeding wordt als basis gehanteerd de herstraattarieven conform de landelijke ‘Richtlijn Tarieven Graafwerkzaamheden’ uit 2004 en volgens de laatst vastgestelde landelijke tarieven, die jaarlijks opnieuw worden vastgesteld. In afwijking van de Richtlijn wordt echter voor de sleufbreedte altijd uitgegaan van de daadwerkelijk opgebroken verharding.
Artikel 9 (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg
Een netbeheerder maakt op verzoek van het college bij de aanleg van kabels en leidingen in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik maken van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde, telecommunicatie-voorzieningen. Deze verplichting geldt als dit technisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.
Het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, dan wel een door het college geïnitieerd overleg naar aanleiding van een aanvraag als bedoeld in artikel 5, eerste lid, is er ook op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.
Als een netbeheerder een marktconform aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten, of kabel- en leidingentunnels, is een netbeheerder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze telecommunicatievoorzieningen gebruik te maken.
Hoofdstuk 3 : Overige bepalingen
Indien ten gevolge van werkzaamheden, niet zijnde gemeentelijke werkzaamheden, verplaatsing, wijziging of verwijdering van enig eigendom van de gemeente noodzakelijk is, dan wel ten behoeve van werkzaamheden speciale voorzieningen moeten worden getroffen, komen de kosten ervan voor rekening van de opdrachtgever, tenzij er redelijkerwijs aanleiding bestaat om de kosten over meerdere partijen te verdelen, dan wel om geen kosten in rekening te brengen.
De netbeheerder stelt het college onverwijld en schriftelijk in kennis van het feit dat een kabel of leiding niet langer ten dienste staat van een net of netwerk in of op openbare gronden.
In dit kader kan van de netbeheerder een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen worden verlangd. De bewijslast van ingebruikname ligt bij de netbeheerder.
Hoofdstuk 5 : Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 21 Overgangsbepalingen en hardheidsclausule
De aanwezigheid van kabels en/of leidingen in of op openbare gronden, voor zover deze zijn gemeld of aangevraagd en aangelegd met toepassing van verleende vergunningen, instemmingsbesluiten en/of op basis van andere aantoonbare en gelegaliseerde afspraken met de gemeente, zoals die hebben gegolden tot de inwerkingtreding van deze verordening, wordt per ingang van deze verordening eveneens beheerst door de regels van deze verordening.