Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Midden-Delfland

Bijzonder bijstandsbeleid in Midden-Delfland 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieMidden-Delfland
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBijzonder bijstandsbeleid in Midden-Delfland 2005
CiteertitelBijzonder bijstandsbeleid in Midden-Delfland 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

n.v.t.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

12-05-200531-12-2011Nieuwe regeling

29-03-2005

Gemeenteblad, 2005, 6

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Bijzonder bijstandsbeleid in Midden-Delfland 2005

 

 

Inleiding

In de voorliggende nota wordt het gemeentelijk bijzonder bijstandsbeleid zoals dat per 1 januari 2004 wordt gevoerd behandeld. Nadat per 1 augustus 1991 gemeenten volledig risicodragend werden voor de bijzondere bijstand is door gemeenten op eigen wijze gebruik gemaakt van de daarbij geboden beleidsvrijheid. Het bieden van maatwerk, een belangrijk argument voor het budgetteren van de bijzondere bijstand, leidde vanzelfsprekend tot verschillen tussen gemeenten. Hierdoor kan het gebeuren dat voorzieningen in de ene gemeente wel maar in de andere niet of onder andere condities worden verstrekt. Een zeker verlies van rechtsgelijkheid is dan ook onvermijdelijk en gaat samen met de gemeentelijke beleidsvrijheid.

In de Westlandse gemeenten is van begin af aan nauw samengewerkt; het bijzondere bijstandsbeleid vertoonde tussen de afzonderlijke gemeenten dan ook geen grote verschillen. Gelukkig hebben de beide nieuw te vormen gemeenten besloten de samenwerking, zij het in andere vorm, op het gebied van de bijstandsverlening, voort te zetten. Dit maakte de herziening, in het kader van de bestuurlijke herindeling en de inwerkingtreding van de nieuwe Wet werk en bijstand (Wwb), eenvoudiger. Deze nota is daar één van de resultaten van.

 

Kenmerken van het (bijzondere) bijstandsbeleid

Geheel in de geest van de nieuwe Wet werk en bijstand gaat het nieuwe beleid uit van de primaire verantwoordelijkheid van de burger voor het eigen bestaan. Dat betekent dat bijstand slechts wordt verstrekt als de noodzaak daartoe is vastgesteld. Voor de algemene bijstand geldt dat deze slechts aanvullend op de eigen inkomsten kan worden verstrekt, waarbij de burger wordt geacht zich maximaal in te spannen de bijstandsafhankelijkheid te minimaliseren. Heldere regels en afspraken rond reïntegratie-activiteiten, controle en sanctionering zijn daarmee onlosmakelijk verbonden. Voor de bijzondere bijstand geldt feitelijk hetzelfde uitgangspunt; het speciale karakter ervan vraagt echter om een nadere uitwerking in een aantal kernkenmerken. Al dan niet specifiek voor Midden-Delfland zijn dat de volgende:

  • -

    De kosten dienen noodzakelijk en dus onvermijdbaar te zijn;

  • -

    Als er sprake is van een voorliggende voorziening worden de kosten als niet noodzakelijk aangemerkt;

  • -

    De kosten dienen te worden aangetoond;

  • -

    Bij de bepaling van de noodzakelijke kosten wordt steeds uitgegaan van het beginsel “goedkoopst adequaat”;

  • -

    De systematiek van de bijzondere bijstand dient inzichtelijk te zijn voor zowel klant als uitvoerder;

  • -

    In principe wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor kosten welke voor de aanvraag gemaakt zijn, uitgezonderd kosten welke onder de € 200,00 blijven;

  • -

    Voor aanvragen i.v.m. eerder gemaakte kosten onder de € 200,00 geldt een uiterste termijn van 6 maanden;

  • -

    Indien de inkomsten van de aanvrager de geldende bijstandsnorm te boven gaan is bijstand slechts mogelijk indien de draagkracht de kosten van de gevraagde voorziening niet overschrijdt;

  • -

    Er wordt geen drempelbedrag gehanteerd.

Hoofdstuk 1. Ruimte in het inkomen en draagkracht

Bijzondere bijstand kan worden verstrekt, ook indien het eigen inkomen de bijstandsnorm te boven gaat. De inkomensbron is daarbij niet van belang. In het geval de eigen inkomsten de bijstandsnorm overschrijden zal steeds een deel van de kosten voor eigen rekening komen. Dit wordt in de bijzondere bijstand de draagkracht genoemd en is steeds een deel van de ruimte in het inkomen.

 

De ruimte in het inkomen wordt als volgt berekend:

Netto jaarinkomen -/- geldende bijstandsnorm = ruimte in het inkomen

 

Van de aldus vastgestelde ruimte in het inkomen wordt een deel (een percentage volgens een schijvensysteem) aangemerkt als draagkracht.

 

De berekening hiervan geschiedt als volgt:

Van de ruimte in het inkomen wordt van de eerste € 1.500,-- 10% als draagkracht aangemerkt. Van de volgende € 1.500,-- 35% en van het meerdere 50%. Opgeteld vormen de uitkomsten de draagkracht.

 

Een rekenvoorbeeld kan wellicht als toelichting dienen.

Stel: het netto jaarinkomen bedraagt € 14.000,--

Stel: de geldende bijstandsnorm bedraagt € 10.000,--

Dan is de ruimte in het inkomen: € 4.000,--

De eerste schijf bedraagt € 1.500,-- 10% hiervan = € 150,--

De tweede schijf bedraagt € 1.500,-- 35% hiervan = € 525,--

De derde schijf loopt vanaf € 3.000,-- 50% van € 1.000,-- = € 500,--

De totale draagkracht komt hiermee op: € 1.175,--

 

Bepaling van het inkomen

In principe wordt elk inkomensbestanddeel meegeteld.

Een uitzondering wordt alleen gemaakt voor die inkomsten die bij de bepaling van de algemene bijstand worden vrijgelaten (zoals bijvoorbeeld kinderbijslag en huursubsidie); deze worden ook bij de bijzondere bijstand niet bij het inkomen geteld.

 

Bepaling van de ruimte in het inkomen

Zoals hiervoor aangegeven wordt de ruimte in het inkomen bepaald door het verschil tussen het netto inkomen en de geldende bijstandsnorm. Alvorens de ruimte in het inkomen vast te stellen wordt in voorkomende gevallen de kosten van een particuliere ziektekostenverzekering (excl. de nominale premie) in mindering gebracht. Daarnaast kan het zijn dat de woonkosten (na aftrek van huursubsidie) hoger zijn dan de normhuur als bedoeld in de Huursubsidiewet; de meerkosten worden op de ruimte in het inkomen in mindering gebracht.

 

Vermogen

De vermogensgrenzen die worden gehanteerd bij de algemene bijstand, gelden eveneens voor de bijzondere bijstand. Het meerdere boven het vrij te laten vermogen wordt volledig aangemerkt als draagkracht.

 

Zelfstandigen

De inkomensvaststelling bij zelfstandigen vraagt een speciale benadering, ook omdat de inkomsten sterk kunnen wisselen. Daarom wordt het inkomen van het voorafgaande jaar als basis voor de berekening gehanteerd.

Hoofdstuk 2. Vormen van bijzondere bijstand

Iedereen die noodzakelijk bijzondere kosten moet maken en daarvoor niet over financiële draagkracht beschikt komt in principe in aanmerking voor bijzondere bijstand. Bijzondere bijstand wordt in principe om niet verstrekt. Echter de wetgever biedt de gemeente de mogelijkheid in bepaalde gevallen bijstand in de vorm van leenbijstand te verstrekken al dan niet in de vorm van een krediethypotheek.

 

De gemeente heeft er voor gekozen om in een aantal situaties in plaats van bijzondere bijstand om niet aan belanghebbenden bijstand in de vorm van een lening te vertrekken al dan niet onder verband van hypotheek.

 

  • -

    Van belanghebbenden met een eigen vermogen vastgelegd in een onroerende zaak kan meestal niet verwacht worden dat zij deze zaak verkopen omdat dit hun huisvesting is. De aanvrager van bijzondere bijstand die in het bezit is van een eigen woning van wie niet verwacht kan worden dat hij zijn woning verkoopt kan voor bijzondere bijstand in aanmerking komen. Deze bijstand wordt in de vorm van een rentedragende lening aan belanghebbenden verstrekt. Indien de aangevraagde bijzondere bijstand in een jaar meer bedraagt dan één keer de van toepassing zijnde maandelijkse bijstandsnorm dan zal deze bijstand verstrekt worden in de vorm van een krediethypotheek. Dit ter zekerstelling voor de gemeente.

 

  • -

    Indien belanghebbenden noodzakelijke kosten moeten maken en niet over voldoende financiële middelen beschikken, maar naar verwachting op korte termijn wel over deze middelen zullen beschikken, komen belanghebbenden in aanmerking voor bijzondere bijstand. Deze bijzondere bijstand zal verstrekt worden in de vorm van een lening omdat het in de verwachting ligt dat de belanghebbenden op korte termijn over voldoende middelen zullen beschikken om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien.

 

  • -

    Ook indien er bij belanghebbenden sprake is van een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid kunnen zij indien de noodzaak vast staat in aanmerking komen voor verstrekking van bijzondere bijstand. Deze bijstand zal vertrekt worden in de vorm van een lening.

 

Ook bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen zal in principe worden verstrekt in de vorm van een lening. Individueel dient onderzocht te worden of belanghebbenden voldoen aan de in deze beleidsnota in hoofdstuk 3 punt 5 genoemde voorwaarden.

Hoofdstuk 3. Rubrieken van bijzondere bijstand verstrekking

Bijzondere bijstand beoogt te voorzien in de kosten die weliswaar noodzakelijk zijn maar die door hun aard niet behoren tot de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de noodzakelijk te maken kosten, de financiële ruimte van de aanvrager en van de regelgeving opgenomen in deze nota.

 

Aantoonbaar maken kosten

Voor al de aan te vragen kosten geldt dat deze moeten worden aangetoond middels nota’s/betaalbewijzen. Alle kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt toegekend moeten aantoonbaar worden gemaakt. Indien het een aanvraag voor een eigen bijdrage betreft dan dient uit een door de zorgverzekeraar te verstrekken overzicht te blijken wat de hoogte van de eigen bijdrage is.

 

Medische hulpverlening

De kosten van medische behandelingen welke niet volledig worden vergoed door een voorliggende voorziening, komen in aanmerking voor bijzondere bijstand. Indien er geen vergoeding wordt verstrekt door de zorgverzekeraar dan kan er in principe ook geen vergoeding worden verstrekt vanuit de bijzondere bijstand. Bij medische kosten dient te worden aangetoond dat:

  • -

    De behandeling / voorziening medisch noodzakelijk is;

  • -

    Er onvoldoende financiën zijn om de noodzakelijke kosten te voldoen;

  • -

    Het de goedkoopst adequate behandeling/ voorziening betreft.

 

Verzekering

In het geval belanghebbenden particulier verzekerd zijn en een eigen risico van toepassing is kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt voor aanvragen welke in principe vergoed worden maar in dit geval niet omdat er sprake is van een eigen risico. In dit geval moeten belanghebbenden de financiële last van hun eigen risico zelf dragen. Van belanghebbenden mag verwacht worden dat zij aanvullend verzekerd zijn. De ziekenfondsverzekering is slechts een basisverzekering. Een uitgebreide aanvullende verzekering is onontbeerlijk. Indien een belanghebbende niet aanvullend verzekerd is en hierdoor een lagere dan wel geen vergoeding van het ziekenfonds wordt ontvangen, wordt er voor de berekening van de vergoeding middels bijzondere bijstand van uitgegaan alsof de belanghebbende wel aanvullend verzekerd was. Er kan in dat geval slechts bijstand worden verleend voor de kosten die de dekking vanuit de aanvullende verzekering te boven gaan.

 

Medische noodzaak

Per categorie zal in dit hoofdstuk blijken dat in bepaalde situaties een medisch advies moet worden ingewonnen bij de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD). Deze verplichting geldt omdat de ambtenaren van de gemeente niet deskundig zijn in het vaststellen van de medische noodzaak, dan wel het vaststellen van de medische meerkosten.

 

Alternatieve geneeswijzen en therapieën

De ziektekostenverzekeraar geeft meestal geen volledige vergoeding voor alternatieve geneeswijzen, therapieën en medicijnen. De eigen bijdrage voor deze kosten kan in de vorm van bijzondere bijstand worden vergoed. Geeft de zorgverzekeraar geen vergoeding voor deze kosten dan kan ook geen bijzondere bijstand worden verleend.

Alternatieve geneeswijzen, therapieën en medicijnen zijn o.a.: Acupunctuur, antroposofie, homeopathie, manuele therapie, manuele geneeskunde, Moermantherapie, proktologie, ortho-manipulatie, chiropractor, natuurgeneeswijze.

 

AWBZ inrichting

De zorgverzekeraar voert de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) uit. De AWBZ betaalt onder andere de verpleging en verzorging in: Verpleegtehuizen, verzorgingshuizen (bejaardenoorden), psychiatrische ziekenhuizen / inrichtingen, psychiatrische dagbehandeling, tehuizen voor zwakzinnigen, instituut voor doven, blinden en slechtzienden, dagverblijven voor gehandicapten, gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten, dagbehandeling in verpleegtehuizen. Bij opname in een tehuis of inrichting kan een eigen bijdrage worden gevraagd voor de verpleegkosten. Dit wordt de inkomensonafhankelijke bijdrage genoemd. Wanneer iemand een laag inkomen heeft en geen vermogen boven het vrij te laten vermogen dan kan genoemde bijdrage middels bijzondere bijstand worden vergoed.

 

Bevallingskosten en kosten kraamzorg

De eigen bijdrage voor de kosten van een bevalling kan via de bijzondere bijstand worden vergoed. De bevalling kan thuis plaats vinden of in het ziekenhuis. Voorwaarde voor een vergoeding van de bevallingskosten in het ziekenhuis is de aanwezigheid van een medische indicatie. Ook de eigen bijdrage voor de kraamzorg kan middels bijzondere bijstand worden vergoed.

 

Kosten van bewassing

Extra kosten van bewassing komen in aanmerking voor een vergoeding bijzondere bijstand (bijvoorbeeld door ziekte, handicap of ouderdom). De gemeente kan de GGD om advies vragen. De GGD moet dan aangeven of er redenen zijn om voor bijzondere bijstand in aanmerking te kunnen komen en hoeveel meerkosten gemaakt worden. Uitgangspunt vormen de werkelijk te maken kosten, minus de normale waskosten welke op basis van de gegevens van het NIBUD kunnen worden gerekend. Hierbij wordt uitgegaan van 1,5 wasbeurt per persoon per week. Voor 2005 geldt hiervoor € 8,45 per persoon per maand.

 

Contactlenzen / bril

De kosten van aanschaf of vervanging van een brilmontuur en brillenglazen worden veelal niet of slechts gedeeltelijk gedekt door een ziektekostenverzekering.

Voor een brilmontuur kan in principe één maal per twee jaar een vergoeding worden verstrekt. Een termijn van twee jaar is redelijk, de praktijk geeft geen aanleiding om af te wijken van deze termijn. In bepaalde situaties, zoals het eerder kapot gaan van een montuur of bij medische noodzaak, kan worden afgeweken. De maximale vergoeding per brilmontuur bedraagt € 40,00.

De ongedekte kosten van standaard brillenglazen kunnen volledig worden vergoed. Onder standaard brillenglazen worden ook ontspiegelde kunststof “glazen” verstaan. Voor de kosten van speciale glazen (bijv. kleuring) wordt alleen bijstand verstrekt indien de medische noodzaak is aangetoond.

Ook voor de brillenglazen geldt als richtlijn dat één maal per twee jaar een vergoeding wordt verleend. Afwijken van deze termijn is mogelijk analoog aan de vergoeding van brilmonturen.

Ten aanzien van contactlenzen kan de vergoeding worden gehanteerd die geldt voor de bril. Dit houdt in dat voor contactlenzen maximaal de maximale vergoeding van een brilmontuur plus standaardglazen voor de betreffende persoon kan worden gehanteerd. De meerkosten komen voor eigen rekening, behalve als er een medische/sociale noodzaak tot het dragen van lenzen is. Dan dient onderzocht te worden wat de goedkoopst adequate lenzen voor belanghebbende zijn.

 

Dieetkosten

De kosten voor een dieet kunnen hoger zijn dan de kosten voor "normale voeding”. Voor deze extra kosten kan bijzondere bijstand worden aangevraagd. De gemeente onderzoekt middels een GGD-advies of het dieet noodzakelijk is. Daarnaast vraagt de gemeente in dit advies wat de extra kosten van het dieet zijn. Dit zijn vaste bedragen die per dieet zijn vastgesteld. Indien er een medische indicatie bestaat komt het dieet voor vergoeding in aanmerking. Alle dieetpreparaten (voeding in poeder of vloeibare vorm) vallen onder de werkingssfeer van de AWBZ. Deze wet wordt uitgevoerd door de ziektekostenverzekeraar.

De eigen bijdrage kan worden vergoed uit de bijzondere bijstand. Worden deze kosten niet vergoed door het ziekenfonds dan kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Hoortoestel

Is iemand volledig verzekerd tegen ziektekosten en worden de aanschafkosten van een hoorapparaat niet volledig vergoed door de zorgverzekeraar dan kan voor de voor eigen rekening blijvende kosten bijzondere bijstand worden aangevraagd. Ook de voor eigen rekening blijvende reparatiekosten en aanschafkosten van batterijen komen voor bijstandsverlening in aanmerking.

 

Orthodontie

Is men aanvullend verzekerd dan krijgt men vanuit de verzekering een gedeeltelijke vergoeding voor een behandeling bij de orthodontist. Middels de vergoeding vanuit de verzekering staat de noodzaak vast. Vanuit de bijzondere bijstand kan de eigen bijdrage vergoed worden. Wanneer men niet aanvullend verzekerd is en er geheel geen vergoeding wordt verstrekt door de zorgverzekeraar kan er geen bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Orthopedisch schoeisel

Orthopedische of allergeenvrije schoenen worden gedeeltelijk vergoed door de zorgverzekeraar. Voor een gedeelte van de eigen bijdrage, de meerkosten, kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

Niet de gehele eigen bijdrage komt in aanmerking voor vergoeding via de bijzondere bijstand, omdat de aanschafkosten voor "gewone" schoenen worden uitgespaard. Is de eigen bijdrage voor volwassenen hoger dan de aanschafkosten van "gewone" schoenen volgens de Prijzengids van het Nibud (voor 2005 geldt voor volwassenen € 55,-- en voor kinderen € 38,--), dan kan voor het meerdere bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Pedicure

Is behandeling bij een pedicure medisch voorgeschreven dan kan de eigen bijdrage vergoed worden middels de bijzondere bijstand. Om voor bijstandsverlening in aanmerking te komen moet de noodzaak vaststaan.

 

Plaswekker

De huurkosten van een plaswekker worden meestal niet geheel door de zorgverzekeraar vergoed. De eigen bijdrage komt voor bijstandsverlening in aanmerking.

 

Podotherapie

Bij een voetafwijking kan een huisarts iemand naar een podotherapeut sturen. De kosten daarvan worden meestal niet volledig (eigen bijdrage) door de zorgverzekeraar vergoed. Betaalt de zorgverzekeraar in het geheel niet dan wordt ook geen bijzondere bijstand verstrekt

 

Pruik

Door bestraling of door andere medische ingrepen kan een pruik noodzakelijk zijn. De eventueel door de ziektekostenverzekeraar opgelegde eigen bijdrage kan middels bijstand worden betaald. Wil de ziektekostenverzekering geen vergoeding betalen dan wordt in principe ook geen bijzondere bijstand verleend.

 

Psoriasis

De kosten van behandeling van psoriasis worden meestal niet volledig vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Verstrekt de ziektekostenverzekeraar slechts een gedeeltelijke vergoeding dan kan de eigen bijdrage worden vergoed. Indien de ziektekostenverzekeraar helemaal geen vergoeding geeft, terwijl de huisarts behandeling noodzakelijk vindt dan kan een medisch advies worden gevraagd aan de GGD. Indien er een medische indicatie aanwezig is kan tot vergoeding worden overgegaan.

 

Psychologische hulp

Voor psychologische hulp moet al dan niet via verwijzing door de huisarts in eerste instantie een beroep worden gedaan op het RIAGG. Meestal behoeft men voor de eerste behandelingen geen eigen bijdrage te betalen. Moet men echter wel een eigen bijdrage betalen dan komt deze voor vergoeding in aanmerking.

De wachtlijst bij het RIAGG is meestal lang en soms is spoedige behandeling vereist. Wanneer plaatsing bij het RIAGG met voorrang niet mogelijk is en wachten onverantwoord is, hetgeen door de huisarts moet worden verklaard, dan kan voor de kosten van behandeling door een psycholoog die is aangesloten bij het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) bijzondere bijstand worden verleend. Men moet wel een brief van een arts overleggen, waaruit medische urgentie blijkt.

 

Steunzolen

De kosten van steunzolen worden meestal niet volledig vergoed door de ziektekostenverzekeraar. Verstrekt de ziektekostenverzekeraar geen vergoeding dan kan er ook geen bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Tandarts

Is men aanvullend verzekerd tegen tandartskosten dan kan men voor de eigen bijdrage van de behandeling bijzondere bijstand aanvragen. De vergoeding bedraagt maximaal het bedrag van de eigen bijdrage. Wanneer men niet verzekerd is tegen tandartskosten of niet gesaneerd is en er dus geen vergoeding door de zorgverzekeraar wordt verstrekt is het in principe niet mogelijk bijzondere bijstand te verstrekken. Echter er kan sprake zijn van een uitzonderlijke situatie:

Om gesaneerd te zijn moet iemand minstens één keer per jaar voor periodiek onderhoud en controle naar de tandarts. Is belanghebbende niet gesaneerd en moet er toch een tandheelkundige behandeling plaats vinden dan moet er onderzocht worden of belanghebbende verwijtbaar niet gesaneerd is. Indien belanghebbende verwijtbaar niet gesaneerd is maar de noodzaak van de behandeling komt vast te staan dan kan aan belanghebbende bijzondere bijstand in de vorm van een lening worden verstrekt.

Indien belanghebbende geen verwijt treft dan kan bij een noodzakelijke behandeling bijstand om niet verstrekt worden.

 

Kronen en bruggen

Vanuit de aanvullende verzekering worden kronen en bruggen gedeeltelijk vergoed. Indien belanghebbende een vergoedingsoverzicht van de verzekeraar kan overleggen staat de noodzaak vast. Middels de bijzondere bijstand kan de eigen bijdrage worden vergoed.

 

Kunstgebit

De aanschafkosten van een kunstgebit of reparatiekosten van een kunstgebit worden niet volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Voor de eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Ziekenvervoer per taxi

Het ziekenfonds legt voor het gebruik van een ziekentaxi (bezoek huisarts, specialist) een eigen bijdrage op (één bedrag voor het gehele gezin). Deze eigen bijdrage kan voor bijstandsverlening in aanmerking komen. Het gebruik moet medisch geïndiceerd zijn. Men dient een verklaring te overleggen dat men van de ziekentaxi gebruik moet maken en dat men de eigen bijdrage volledig heeft voldaan (de ziektekostenverzekeraar kan dergelijke verklaring geven).

 

Sociale kosten op medische indicatie

 

Stook en verwarmingskosten

Als men vanwege ziekte of handicap of vanwege vergroting van de woning als gevolg van een aanpassing vanwege een handicap de woning extra moet verwarmen, dan kan men voor de extra verwarmingskosten bijzondere bijstand aanvragen. De gemeente kan de GGD om advies vragen. De GGD moet aangeven of er een medische indicatie is om extra te stoken. Indien dit het geval is dat kan er bijzondere bijstand verstrekt worden. De vergoeding bedraagt op basis van in het verleden gedaan onderzoek door het Westland Energie Bedrijf

€ 269,00 per jaar.

 

Extra kleding ten gevolge van bewassing en slijtage

Normaal gesproken moet kleding uit eigen middelen worden aangeschaft. Door een prothese, orthese of incontinentie kan extra kledingslijtage ontstaan. Ook kunnen extra kosten ontstaan door plotselinge toe- of afname van gewicht in bijzondere gevallen. Voor de meerkosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt indien de GGD een positief advies afgeeft. De vergoeding wordt vastgesteld op basis van de toepassingstabellen in de Prijzengids van het Nibud.

 

Extra beddengoed ten gevolge van kleding en slijtage

Door ziekte of handicap kan het voorkomen dat beddengoed extra snel slijt, bijvoorbeeld omdat extra moet worden gewassen. Voor de meer kosten door slijtage kan bijzondere bijstand worden verstrekt indien de GGD een positief advies afgeeft. Bij bijstandsverlening wordt uitgegaan van de Prijzengids van het Nibud.

Hoofdstuk 4. Voorzieningen voor zelfstandigen

De kosten die een zelfstandige moet maken voor verzekeringen tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid en ziektekosten zijn noodzakelijk en dienen daarom voor vergoeding in aanmerking te komen. Daarnaast bestaat er voor zelfstandigen die tijdelijk een beroep op de bijstand moeten doen de mogelijkheid een woonkostentoeslag te ontvangen.

 

Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen

De ervaring heeft inmiddels geleerd dat er in sommige gevallen sprake is van extreem hoge premies voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Hieromtrent zijn er voorbeelden te noemen van premies tot € 908,-- per maand. Uit oogpunt van kostenbeheersing en redelijkheid wordt daarom gedacht aan een limitering van de vergoeding. Uitgegaan kan worden van een verzekerd bedrag van € 1.589,-- netto per maand (l.o.-norm + premies ziektekostenverzekering + arbeidsongeschiktheidsverzekering + woonkostentoeslag + vakantietoeslag). Ingeval het tot een arbeidsongeschiktheidsuitkering komt betreft het altijd een bruto uitkering, waarvan de ontvanger zelf de belastingen en premies moet betalen. Derhalve is op jaarbasis uitgegaan van een verzekerd jaarbedrag van € 27.227,00 hetgeen ongeveer herleid kan worden tot het genoemde netto maandbedrag. De hierbij horende premie bedraagt ongeveer € 4.085,-- per jaar. Afgerond wordt uitgegaan van een bedrag van maximaal € 364,-- per maand aan premie arbeidsongeschiktheidsverzekering.

In voorkomende gevallen kan worden overgegaan tot het verlenen van bijzondere bijstand voor de premie arbeidsongeschiktheidsverzekering tot een bedrag van maximaal € 364,00 per maand

 

Particuliere ziektekostenverzekering

Heeft men een eigen bedrijf dan heeft men meestal een particuliere ziektekostenverzekering. Het kan voorkomen dat tijdelijk een beroep op bijstand in het kader van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen moet worden gedaan. In deze situatie kan de premie van de particuliere ziektekostenverzekering worden meegenomen in de berekening van de bijstand. De wettelijke premies komen niet voor bijstandsverlening in aanmerking (nominale premies, aanvullende verzekeringen). Ook wordt geen bijstand verleend voor het eigen risico.

 

Ziekenfondsverzekering zelfstandigen

Heeft men een eigen bedrijf dan is men in bepaalde gevallen verplicht verzekerd ingevolge de Ziekenfondswet. Indien men een Bbz-uitkering ontvangt kan bijzondere bijstand verstrekt worden voor de procentuele premie, uitgezonderd de nominale premie. Deze premie bedraagt 11,80 % van het belastbaar inkomen. Omdat de hoogte van de premie jaarlijks achteraf wordt vastgesteld wordt er eerst een voorlopige vergoeding vastgesteld deze bedraagt 11,80 % van de bijstandsnorm. Mocht bij de vaststelling van het jaarinkomen later blijken dat er meer premie moet worden betaald dan kunnen de meerkosten ook vergoed worden middels bijzondere bijstandsverstrekking exclusief de nominale premie voorzover de draagkracht dit toelaat.

 

Woonkostentoeslag voor zelfstandigen

Moet men een tijdelijk beroep doen op bijstand in het kader van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) dan kan hierbij bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag worden verleend voor de rentelasten die zijn vermeld op het aangiftebiljet Inkomstenbelasting, verminderd met het huurwaardeforfait respectievelijk het door het Rijk jaarlijks vast te stellen bruto/netto-percentage (voor 2005 21%).

De woonkostentoeslag is gelimiteerd op het maximale huursubsidiebedrag voor de betreffende categorie. Heeft men geen woonlasten vermeld op het aangiftebiljet, dan is in principe geen woonkostentoeslag mogelijk.

Achteraf wordt altijd bekeken of op grond van behaalde bedrijfsresultaten over het verstrekkingsjaar bijstand moet worden terugbetaald.

Hoofdstuk 5. Duurzame gebruiksgoederen en verhuiskosten

Onder duurzame gebruiksgoederen wordt met name verstaan: meubilair, vloerbedekking, huishoudelijke apparatuur etc.

In beginsel behoren de aanschaf- en vervangingskosten van duurzame gebruiksgoederen tot de algemene bestaanskosten. Dat betekent dat deze kosten in principe dienen te worden betaald uit de bijstandsnorm.

Het is echter mogelijk dat voor deze goederen bijstand wordt aangevraagd. Indien tot bijstandverstrekking wordt overgegaan dan wordt aan belanghebbenden bijstand verstrekt volgens het beginsel goedkoopst adequaat aan de hand van de prijzenlijst. Belanghebbenden worden er te allen tijde op gewezen dat er een mogelijkheid is de aangevraagde goederen tweedehands te kopen. Dikwijls zijn deze goederen beter en gaan langer mee dan de nieuwe van matige kwaliteit. Belanghebbenden kunnen echter nooit worden verplicht tweedehands te kopen.

Belanghebbenden dienen er op gewezen te worden geen kosten te maken zonder overleg met de klantmanager. Kosten die vooraf, zonder overleg, zijn gemaakt komen in principe niet voor vergoeding in aanmerking.

Bij het toekennen van bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen/ inrichtingskosten wordt gebruik gemaakt van de prijzengids Nibud. De te gebruiken uitgave van de prijzengids loopt in het betreffende jaar vanaf september tot september van het volgende jaar. Deze prijzengids is een leidraad en de in de prijzenlijst opgenomen bedragen zijn maximumbedragen.

 

Vervanging van duurzame gebruiksgoederen

Bijzondere bijstand wordt verstrekt voor de vervanging van duurzame gebruiksgoederen indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, te weten:

  • -

    aanvrager moet niet of onvoldoende beschikken over financiële middelen om de kosten te dragen;

  • -

    er is geen voorliggende voorziening (b.v. GKB of commerciële bank);

  • -

    er moet sprake zijn van de noodzaak om tot vervanging van de (noodzakelijke) gebruiksgoederen over te gaan.

De bijstand wordt vervolgens verstrekt in de vorm van een renteloze lening. Uitgaande van een gemiddelde levensduur van duurzame gebruiksgoederen van 8 jaar kan een belanghebbende in principe 8 jaar nadat bijzondere bijstand voor een goed is ontvangen opnieuw in aanmerking komen voor hetzelfde goed. Mocht dit goed eerder kapot gaan dan zal belanghebbende dit goed in principe voor eigen rekening dienen te vervangen. Indien belanghebbende hiertoe geen mogelijkheid heeft en de noodzaak vast staat, dan kan eerder leenbijstand worden verstrekt.

Wanneer leenbijstand wordt verstrekt, wordt de aflossingstermijn steeds gesteld op een periode van maximaal 36 maanden, waarbij het maandelijkse aflossingsbedrag wordt vastgesteld op de maximale aflossingscapaciteit in de voor betrokkene geldende bijstandsnorm. Indien de leenbijstand na die periode van 36 maanden nog niet geheel is afgelost, terwijl betrokkene in die periode wel volledig aan zijn aflossingsverplichtingen heeft voldaan, wordt het restant van de leenbijstand buiten invordering gesteld.

 

Verhuiskosten

Gaat men voor het eerst zelfstandig wonen of bewoont men een kamer en wil men zelfstandig gaan wonen dan kan geen bijzondere bijstand voor verhuis- en inrichtingskosten worden verstrekt. Voor deze kosten dienen belanghebbenden te sparen.

Verhuiskosten moeten in principe uit het eigen inkomen worden betaald. Is dit onmogelijk dan zal belanghebbende zich in eerste instantie tot een kredietverlenende instantie, bijvoorbeeld de GKB moeten wenden teneinde een lening aan te vragen. Indien geen lening wordt verkregen dan dient de noodzaak van de verhuizing te worden onderzocht.

De kosten van een medische of sociaal geïndiceerde verhuizing welke onvoorzienbaar is kan als noodzakelijk worden beschouwd. In principe kan voor deze kosten bijstand worden verstrekt indien er geen voorliggende voorziening is. Bij een verhuizing op medische gronden moet in eerste instantie onderzocht worden of deze verhuizing vanuit de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) vergoed kan worden. Indien er geen Wvg vergoeding openstaat dan kan na vaststelling van de medische noodzaak middels een GGD advies bijstand worden verstrekt.

Vergoed worden die kosten welke in rechtstreeks verband staan met de verhuizing (dubbele huur, waarborgsom, administratiekosten en transportkosten) en inrichtingskosten (stoffering, meubileren). Inrichtingskosten alleen voor zover belanghebbende deze goederen niet reeds heeft of kan meenemen vanuit de oude woonsituatie naar de nieuwe. De vergoeding wordt vastgesteld op basis van de toepassingstabellen in de Prijzengids van het Nibud.

 

Verhuizen buiten de gemeente

Indien er sprake is van een noodzakelijke verhuizing naar een andere gemeente komt de gemeente van vertrek alleen in beeld voor de vergoeding van de verhuiskosten. De gemeente waar belanghebbende zich gaat vestigen kan worden aangesproken voor de (her)inrichtingskosten.

 

Aanvulling op aflossing lening Gemeentelijke Kredietbank (GKB)

Wanneer iemand voor reparatie, vervanging of aanschaf van duurzame gebruiksgoederen (koelkast, wasmachine en dergelijke) contact opneemt met de afdeling sociale zaken zal, nadat geconstateerd is dat reservering niet of gedeeltelijk heeft kunnen plaatsvinden, in principe worden doorverwezen naar de GKB of andere bank. Krijgt betrokkene een lening voor het gevraagde bedrag of voor een deel van het gevraagde bedrag dan zal deze lening moeten worden afgelost. Soms is de maandelijkse aflossing te hoog voor belanghebbende.

Bij een normale uitkering, zonder verlagingen, wordt onder een erg hoge aflossing verstaan een hoger bedrag dan voor:

  • -

    gehuwden € 68,99 per maand;

  • -

    voor een alleenstaande ouder € 62,09 per maand;

  • -

    voor een alleenstaande € 48,29 per maand.

Genoemde bedragen zijn gebaseerd op 6% van de bijstandsnorm, inclusief de maximale toeslag en vakantietoeslag (peil 1 januari 2005). Bij wijziging van de bijstandsnormen worden deze bedragen aangepast. Belanghebbenden met een inkomen boven de bijstandsnorm hebben een hogere maximale aflossingsnorm. Zij moeten aflossen 6% van de bijstandsnorm + 50% van het meerdere inkomen boven de bijstandsnorm.

Is sprake van een lagere uitkering vanwege kostendeling, geen woonkosten, leeftijd of schoolverlater, dan gelden lagere aflossingsbedragen.

Ook voor personen van 65 jaar en ouder gelden andere bedragen.

Is sprake van een erg hoge aflossing dan kan voor het verschil tussen het bedrag dat betrokkene zelf behoort te betalen en het GKB-aflossingsbedrag bijzondere bijstand worden verstrekt. Voorwaarde is wel dat de lening is aangegaan voor een aan te schaffen goed welke door de gemeente als noodzakelijk wordt beschouwd. Vooraf dient dan ook overleg te zijn gevoerd met de gemeente.

Hoofdstuk 6. Zorg

De mensen met lage inkomens behoren tot de kwetsbare groepen in onze maatschappij. Dikwijls hebben deze groepen extra zorg nodig. Vanwege de geringe draagkracht moet er voor gewaakt worden dat juist deze groepen gebruik kunnen maken van de voor hen onmisbare zorg. Teneinde dit mogelijk te maken kunnen diverse kostenposten vergoed worden middels de bijzondere bijstand.

 

Huishoudelijke hulp

Hulp in de huishouding kan geregeld worden door de Stichting Maatzorg/De Werven en de Thuiszorg Nieuwe Waterweg-Noord. Maatzorg brengt belanghebbenden een eigen bijdrage in rekening. Deze eigen bijdrage kan vergoed worden middels bijzondere bijstand.

 

Intensieve thuiszorg voor particulier verzekerden

Bij intensieve thuiszorg worden ernstig zieken voor een periode van 3 maanden verzorgd en verpleegd. Deze periode kan maximaal 3 maanden worden verlengd. Ziekenfondsverzekerden krijgen de kosten van intensieve thuiszorg volledig vergoed. Particulier verzekerden moeten soms een deel van de kosten zelf betalen. De eigen bijdrage van intensieve thuiszorg voor particulier verzekerden kan vergoed worden middels te verstrekken bijzondere bijstand.

 

Kinderopvang; peuterspeelzaal

Voor de vergoeding van de eigen bijdrage voor kinderopvang gerelateerd aan het verkrijgen dan wel behouden van werk wordt het fonds werk en inkomen belast. Dit is geregeld in het reïntegratiebeleid van de gemeente. De eigen bijdrage voor de kosten van de peuterspeelzaal kan in bepaalde gevallen vergoed worden middels het verstrekken van bijzondere bijstand. Men heeft een kind met een sociaal/maatschappelijke achterstand waarvoor geconstateerd wordt dat het ter opheffing van de achterstand noodzakelijk is dat het kind in contact komt met de andere kinderen middels bezoek aan de peuterspeelzaal.

Er zal altijd nauwkeurig onderzocht moeten worden waarom een kind naar de peuterspeelzaal gaat. Indien de noodzakelijkheid kan worden aangetoond kan in principe bijstand worden verschaft voor maximaal 2 dagdelen per week.

 

Maaltijdvoorziening

Dit is een voorziening voor ouderen of gehandicapten die niet meer in staat zijn de eigen maaltijd te bereiden. Voor de meerkosten van een warme maaltijd kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Het betreft hier de kosten voor zover zij de algemene kosten van een warme maaltijd overschrijden.

Voor de algemene kosten kan uitgegaan worden van de waardering hiervan door het Nibud. Momenteel bedraagt de waardering voor één warme maaltijd voor ouderen € 1,97 (norm 2005).

Hoofdstuk 7. Schuldhulpverlening

Mensen met problematische schulden zien zich niet alleen met een materieel probleem geconfronteerd maar ondergaan in veel gevallen ook psychische problemen. Er zijn 2 instrumenten om hun schulden te regelen: schuldsanering en schuldbemiddeling, beiden met of zonder afkoop.

Een schuldsanering is het volledig oplossen van een schuldsituatie door het verstrekken van een saneringskrediet (renteloos) middels bijzondere bijstandverstrekking. De hoogte van het saneringskrediet wordt begrensd door 36x de maandelijkse aflossingscapaciteit van de cliënt.

Een schuldbemiddeling is het volledig oplossen van een schuldsituatie door het bemiddelen tot een regeling met schuldeisers, op basis van de beschikbare aflossingscapaciteit van de cliënt.

Bij het uitvoeren van de schuldsanering worden een aantal regels gehanteerd deze zijn ontleend aan de Gedragscode Schuldregeling welke door de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) is ontwikkeld.

Hoofdstuk 8. Leven, kleden en wonen

Kosten die in verband staan met de woon- en leefsituatie van belanghebbenden worden gedekt door de periodieke uitkering of het inkomen. Er kunnen zich echter individuele omstandigheden voordoen die leiden tot noodzakelijke kosten van het bestaan welke niet kunnen worden voldaan uit de uitkering. Hieronder volgt een uitwerking van een aantal kostensoorten.

 

Baby-uitzet

Een baby-uitzet moet in principe uit eigen middelen (inkomen, reservering al dan niet tijdens zwangerschapsperiode) worden aangeschaft. Heeft men een laag inkomen of heeft men door individuele bijzondere omstandigheden niet kunnen reserveren dan moet in eerste instantie bij de GKB een lening worden aangevraagd.

Wordt de lening afgewezen dan kan bijzondere bijstand worden aangevraagd. Kan men aantonen dat door een aanzienlijke schuldenlast geen lening kan worden verkregen dan kan direct een aanvraag om bijzondere bijstand worden ingediend. Bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een renteloze lening.

De hoogte van de bijstand wordt bepaald aan de hand van richtprijzen uit de Prijzengids van het Nibud. Moet men voor de volledige baby-uitzet beroep doen op bijzondere bijstand dan bedraagt de maximale vergoeding € 516,90 (peil 2005).

 

Begrafenis- of crematiekosten

Indien de taak van de lijkbezorging door niemand wordt opgenomen, worden de algemene bepalingen van de Wet op de lijkbezorging van toepassing.

Wanneer voornoemde wet niet van toepassing is en bij overlijden blijkt dat iemand niet voldoende is verzekerd of niet voldoende geld achter laat om de begrafenis/ crematie van te betalen zijn de erfgenamen in principe de aangewezenen om de begrafenis/ crematie te bepalen. Hebben de erfgenamen niet voldoende middelen (aantonen) of weigeren de erfgenamen (een deel van) de kosten te betalen, dan kan voor hun deel bijzondere bijstand worden verstrekt. In het laatste geval zal de gemeente trachten de kosten op de erfgenamen te verhalen.

Voor de hoogte van de te verstrekken bijstand voor een eenvoudige begrafenis / crematie wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Prijzengids van het Nibud.

 

Doorbetalen vaste lasten woning

Personen die zijn opgenomen in een inrichting/ ziekenhuis moeten hun woning “tijdelijk” verlaten. Verblijft belanghebbende in een inrichting / zorginstelling dan kan het zo zijn dat het verstandig is dat de woning wordt aangehouden. Van geval tot geval dient de noodzaak te worden vastgesteld. Bij de vraag of de doorbetaling van de woonlasten noodzakelijk is speelt de duur van de opname een rol. Als richtlijn geldt dat het aanhouden van een woning als noodzakelijk kan worden beschouwd indien de periode van verblijf elders niet langer dan 6 maanden bedraagt. Voor de woonlasten kan dan bijzondere bijstand worden verstrekt. Er wordt alleen bijzondere bijstand verstrekt indien belanghebbende niet heeft kunnen reserveren voor de kosten dan wel een alternatieve verhuurregeling heeft kunnen bewerkstelligen.

 

Kosten verblijfsvergunning

Asielzoekers/nieuwkomers die in Nederland zijn toegelaten behoren te beschikken over een geldig verblijfsdocument. Dit verblijfsdocument moet na de verloopdatum weer worden vervangen voor een geldig document. De kosten voor een nieuw verblijfsdocument kunnen worden vergoed middels het verstrekken van bijzondere bijstand.

Deze kosten kunnen niet worden vergoed indien belanghebbenden de mogelijkheid hebben zich te naturaliseren tot Nederlander. De kosten van naturalisatie worden nooit vergoed want deze behoren tot de algemene kosten van het bestaan.

 

Overbruggingstoeslagen

a. Voor alleenstaande ouders wanneer sprake is van normwijziging

Indien in een éénoudergezin het laatste in de gezinsbijstand begrepen kind een eigen inkomen krijgt en dus niet meer ten laste van de bijstandsontvangende ouder komt, heeft de ouder niet langer aanspraak op het normbedrag voor een één-oudergezin maar op het normbedrag voor een alleenstaande. Het is mogelijk dat bij een dergelijke normwijziging, waarbij het betreffende kind blijft inwonen er sprake is van een achteruitgang in inkomen.

Hierbij wordt het gezinsinkomen (inkomen ouder + kind) van voor en na de normwijziging met elkaar vergeleken. Indien sprake is van een teruggang in inkomen kan gedurende maximaal 6 maanden een toeslag worden toegekend.

De hoogte van de toeslag bedraagt het verschil tussen de norm alleenstaande ouder en de norm alleenstaande. De toeslag bedraagt gedurende de eerste drie maanden 100% en gedurende de tweede drie maanden 50%.

 

b. Voor alleenstaande ouders in geval van co-ouderschap

Wanneer sprake is van de hiervoor onder a. genoemde situatie en bovendien sprake is van een co-ouderschap dan kan bij de vaststelling van de hoogte van de bijstand de norm per dag worden berekend (bijvoorbeeld 2/7 norm alleenstaande ouder en 5/7 alleenstaandenorm, dit op basis van een week).

 

Particuliere Ziektekostenverzekering

Wanneer men niet in aanmerking komt voor een ziekenfondsverzekering dan kan men voor de kosten van een particuliere ziektekostenverzekering bijzondere bijstand aanvragen. In principe wordt in deze situatie bijzondere bijstand verleend voor de kosten van de standaardpakketpolis.

Heeft men al een particuliere ziektekostenverzekering en is om bepaalde redenen oversluiten (naar de standaardpakketpolis) niet mogelijk, dan kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de premie van de bestaande verzekering. De wettelijke premies komen niet voor bijstandsverlening in aanmerking (nominale premies, aanvullende verzekeringen). Ook wordt geen bijzondere bijstand verleend voor het eigen risico.

 

Woonkostentoeslag

(Voor zelfstandigen is de woonkostentoeslag opgenomen onder rubriek 3)

Voor huurders:

Wanneer de huur in verhouding tot het inkomen te hoog is, krijgt men normaal gesproken huursubsidie. Als men door omstandigheden geen of te weinig huursubsidie (of vergoeding op grond van de Vangnetregeling) ontvangt, kan men bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag aanvragen. Bij de berekening van de hoogte van de woonkostentoeslag wordt de rekensystematiek gehanteerd zoals opgenomen in de Huursubsidiewet. De betreffende bedragen wijzigen ieder jaar per 1 juli. Is de huur voor het betreffende tijdvak hoger dan de maximale huurgrens, dan krijgt men een verhuisplicht opgelegd, tenzij er aantoonbare sociaal / medische redenen zijn waardoor er van belanghebbenden niet verwacht kan worden dat zij verhuizen.

De woonkostentoeslag wordt steeds voor maximaal een jaar toegekend. Na dat jaar wordt getoetst of men actief zoekt naar goedkopere woonruimte zodat men wel recht krijgt op huursubsidie. Als men wel actief zoekt maar nog geen goedkopere woonruimte heeft gevonden, kan de woonkostentoeslag met telkens een jaar worden verlengd. Men moet wel voor een goedkopere woning ingeschreven staan.

Bij aangepaste woningen is het mogelijk dat huursubsidie wordt verleend hoger dan de maximale huursubsidiegrens. Worden de in de huur doorberekende kosten van aanpassing niet volledig door de huursubsidie vergoed, dan is een aanvullende woonkostentoeslag mogelijk.

 

De woonkostentoeslag voor huiseigenaren:

Woont men in een eigen woning dan kan men geen huursubsidie krijgen. Wel is in bepaalde gevallen een woonkostentoeslag mogelijk. De woonkosten van de koopwoning worden beschouwd als huur en de woonkostentoeslag wordt op dezelfde wijze berekend en met dezelfde verplichtingen verstrekt als de woonkosten bij een huurwoning (verhuisplicht bij woonkosten boven de maximale huurgrens, toekenning telkens voor een jaar).

Voor de berekening van de woonkostentoeslag bij koopwoningen worden als woonlasten beschouwd de vaste lasten verminderd met onder andere de eigen bijdrage voor woonkosten en premies en subsidies die men voor de woning ontvangt.

Onder vaste lasten worden verstaan:

  • -

    hypotheekrente gecorrigeerd na belastingteruggaaf (geen aflossing);

  • -

    eigenaarsdeel onroerende zaakbelasting;

  • -

    rioolrecht;

  • -

    erfpachtcanon;

  • -

    premie opstalverzekering;

  • -

    eigenaarsdeel waterschapsomslag en dergelijke;

  • -

    onderhoudskosten (genormeerde bedragen welke jaarlijks op voordracht van DIVOSA worden aangepast);

  • -

    Bijdrage Vereniging van Eigenaren (let op: geen stookkosten meenemen)

Heeft men overwaarde op het huis, dan zal gekeken worden of de woonkostentoeslag moet worden verstrekt in de vorm van een Krediethypotheek.

Hoofdstuk 9. Overig

Juridische bijstand

Indien een toevoeging wordt afgegeven staat de noodzaak van een te voeren procedure vast. Voor de in rekening gebrachte eigen bijdrage kan, wanneer de procedure voor de bijstandsverlening van belang is, bijzondere bijstand worden verstrekt.

 

Bijzondere reiskosten

Kosten die moeten worden gemaakt voor bezoek aan gezinsleden of naaste familieleden in strafinrichtingen, verpleeghuizen, verzorgingshuizen, ziekenhuizen en afkickcentra kunnen voor bijstandsverlening in aanmerking komen.

 

Bezoek aan in strafinrichting verblijvende personen

Bij reiskosten verbonden aan een bezoek aan een gedetineerde is er sprake van meerkosten voor vervoer. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt.

Frequentie: Op basis van een bezoekfrequentie van één maal per week kan voor de te maken reiskosten van ouders, partners en kinderen bijstand worden verstrekt. De maximale vergoeding is gebaseerd op het tarief openbaar vervoer 2e klas. Indien belanghebbenden goedkoper kunnen reizen dan wordt niet meer vergoed dan de daadwerkelijk gemaakte kosten.

 

Gedetineerden in het buitenland

Reiskosten aan een in het buitenland verblijvende gedetineerde komen op grond van het territorialiteitsbeginsel slechts in aanmerking voor zover het de kosten van het reizen betreft over Nederlands grondgebied. Bijstand wordt dus verleend tot de grens.

 

Bezoek aan in een inrichting verblijvende personen

Bij bezoek aan verpleegden kunnen de reiskosten van de partners / ouder of kind worden vergoed op basis van het tarief openbaar vervoer 2e klas met een frequentie van twee keer per week. Als de verpleegde dermate ernstig ziek is dat meer bezoek noodzakelijk is kan vaker bijstand worden verleend.

 

Toeslag 18 tot 21 jarigen

Als men 18, 19 of 20 jaar oud is en recht heeft op een bijstandsuitkering dan krijgt men een heel laag bedrag. Woont men zelfstandig dan is die uitkering niet voldoende om van te leven. Of men zelfstandig woont of niet, de ouder(s) of verzorger(s) zijn wettelijk onderhoudsplichtig. Kunnen of willen deze niet aan hun onderhoudsplicht voldoen dan is bijzondere bijstand mogelijk in aanvulling op de bijstandsnorm. Indien mogelijk verhaalt de gemeente de verstrekte bijzondere bijstand op de ouder(s) of verzorger(s). Ter bepaling van de hoogte van een eventuele toeslag moet onderzocht worden wat de daadwerkelijke kosten/ vaste lasten zijn welke belanghebbende maakt. Aan de hand van dit kostenoverzicht en de toe te kennen norm kan bepaald worden wat belanghebbende eventueel te kort komt. Aan de hand van het vast te stellen te kort kan de toeslag worden vastgesteld.

Voor een echte alleenstaande betekent dit dat een toeslag tot maximaal 70% van het geldende minimumloon kan worden toegekend. Voor een alleenstaande ouder is dit 90% van het geldende minimumloon. In de situatie dat sprake is van de norm echtpaar waarbij één of beide partners jonger is dan 21 jaar, kan de toeslag worden toegekend tot maximaal 100% van het minimumloon.

 

Sociale participatie

Wanneer men langere tijd is aangewezen op een inkomen op minimumniveau, dan bestaat het gevaar voor financiële armoede. Men maakt misschien schulden (huurschuld, betalingsachterstand energiekosten, betalingsachterstand nominale ziekenfondspremie etc.) en/of men moet meer dan maatschappelijk aanvaard bezuinigen op primaire levensbehoeften (eten, drinken, kleding). Het gevolg van financiële armoede is vaak dat niet meer kan worden deelgenomen aan verenigingsactiviteiten, geen bibliotheek meer kan worden bezocht, of geen krant meer kan worden gelezen. Dit geldt voor volwassenen, maar heeft vaak ook zijn weerslag op kinderen. In dergelijke situaties kan bijzondere bijstand worden aangevraagd.

Bijzondere bijstand wordt verleend wanneer sprake is van het langer dan 3 jaar zijn aangewezen op een inkomen op minimumniveau (draagkrachtberekening wordt toegepast).

Gedacht kan worden aan lidmaatschapskosten van sportverenigingen, scouting, zangkoren dan wel anderszins de deelname aan groepsgewijze activiteiten e.d. Ten behoeve van kinderen komen ook deelnamekosten aan schoolreisjes in aanmerking. De kosten van lidmaatschap van een bibliotheek komen voor vergoeding in aanmerking in combinatie met andere vergoedingen.

Voor het totaal aan sociaal-culturele activiteiten kan een gemaximeerd bedrag van € 150,-- per gezinslid per jaar als toereikend worden beschouwd. Dit bedrag zal voor een jaar worden verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget. Vanuit dit budget kunnen op vertoon van betaalbewijzen en/of facturen betalingen worden gedaan.

In geval van schoolreisjes annex werkweken van kinderen, kan het budget worden verhoogd met maximaal € 75,--. Schoolreisjes kunnen in sommige gevallen tot excessief hoge kosten leiden. Daarom wordt voor kosten van schoolreisjes een gemaximeerde vergoeding aan het persoonsgebonden budget toegevoegd, en geldt deze toevoeging nadrukkelijk als een bijdrage in de kosten, aanvullend op eigen- en schoolmiddelen.

Het aan het einde van het jaar onbenut gelaten gedeelte van het beschikbaar gestelde budget komt automatisch te vervallen.

 

Kosten schoolgaande kinderen van 12 tot 18 jaar

In de uitvoeringspraktijk blijkt (alle wetten en regelingen ten spijt) dat mensen die langere tijd zijn aangewezen op een inkomen op of rond het minimum, en die de zorg hebben voor schoolgaande kinderen tussen 12 en 18 jaar, op financiële beperkingen stuiten. De combinatie met het gebrek aan financiële middelen voor sociale participatie leidt niet zelden tot grote problemen. Onderzoeken in het verleden hebben uitgewezen dat na aftrek van de tegemoetkoming WTS voor ouders een bedrag aan ongedekte kosten resteert variërend van € 100,-- tot € 175,-- per kind per jaar.

De doelgroep voor deze vorm van bijstand dient te worden beperkt tot (alleenstaande) ouders met schoolgaande kinderen van 12 tot 18 jaar, die zijn aangewezen op een inkomen op of rond het minimumniveau (bijstandsniveau vermeerderd met € 50,-- per maand). Om de bijstand te beperken tot een bijdrage in de ongedekte kosten (en dus aanvullend op eigen financiële inspanning), kan een forfaitair bedrag van € 85,-- per schoolgaand kind per jaar worden vastgesteld.

De bijstand wordt à fonds perdu verstrekt en de uitbetaling vindt op aanvraag bij aanvang van het schooljaar plaats.

Hoofdstuk 10. Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van in deze nota opgenomen bepalingen. Ook kan, indien B&W hier aanleiding toe zien, bijzondere bijstand worden verstrekt voor niet in deze beleidsnota opgenomen bijzondere kosten waarvan de noodzaak vaststaat.