Organisatie | Wijk bij Duurstede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beheersverordening Grondbedrijf gemeente Wijk bij Duurstede 2013 |
Citeertitel | Beheersverordening Grondbedrijf gemeente Wijk bij Duurstede 2013 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-05-2013 | 17-06-2020 | Onbekend | 14-05-2013 De Wijkse Courant d.d. 29-05-2013, www.wijkbijduurstede.nl | Onbekend |
Ter uitvoering van de nota Grondbeleid is in 2011 de reserve Grondbedrijf opgesteld. Hiermee is een belangrijk kader gerealiseerd waarmee sturing kan worden gegeven aan de beleidsdoelstellingen op het gebied van volkshuisvesting, ruimtelijke ontwikkeling en economie. Een onlosmakelijk onderdeel hiervan betreft een wijze van werken waarbij het noodzakelijk is om functiescheidingen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden nader te omschrijven. Om tot een goede uitvoering van het Grondbedrijf te komen is het noodzakelijk de organisatiestructuur verder in te richten. In de bijgevoegde beheersverordening Grondbedrijf wordt dit geformaliseerd. Tezamen met de nota Grondprijzen 2013 zijn dit belangrijke instrumenten om de structuurvisie en het grondbeleid verder vorm te geven.
Het Grondbedrijf is een administratief verband binnen de gemeente, waar medewerkers van verschillende afdelingen bij betrokken zijn. De verordening heeft tot doel de vastlegging van de verantwoordelijkheden van de diverse medewerkers met betrekking tot de effectieve en efficiënte voorbereiding en uitvoering van het Grondbedrijf, de rapportage daarover en de controle daarop.
Het Grondbedrijf faciliteert, ontwikkelt mede en ondersteunt de maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Wijk bij Duurstede. Het draagt bij aan het proces dat tot doel heeft het feitelijke gebruik van grond in overeenstemming te brengen met het maatschappelijk gewenste ruimtelijke gebruik. Het Grondbedrijf genereert de financiële middelen en voert een overwegend actief grondbeleid. Daarnaast verleent het Grondbedrijf deskundige financieel-economische begeleiding in projecten, met als doel het bereiken van een optimaal financieel resultaat binnen elk project. Het Grondbedrijf ondersteunt de gemeentelijke planvorming door de creatieve inzet van kennis en vaardigheden op het gebied van planfinanciering, grondverwerving, tijdelijk beheer en uitgifte van grond en door inzet van de geschikte juridische instrumenten om ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk te maken.
Een belangrijke doelstelling van het Grondbedrijf is dat het zorg draagt voor gezonde grondexploitaties en transparantie in de financiële resultaten van de projecten. Het Grondbedrijf draagt zorg voor een financiële reserve die een voldoende buffer vormt voor financiële risico’s in lopende en toekomstige projecten. Het Grondbedrijf toetst beleidsvoorstellen in lopende en toekomstige projecten, analyseert de risico’s en raamt de resultaten van projecten, om te kunnen beoordelen of de financiële reserve voldoende omvang heeft. Indien sprake is van een snelle of langdurige wijziging in de markt of economische omstandigheden, kan aanvullende dekking van buiten het Grondbedrijf noodzakelijk zijn.
Voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en de BBV-voorschriften. Binnen de P&C-cylcus vormt het grondbeleid een belangrijk onderdeel.
De beheersverordening wordt voor onbepaalde tijd vastgesteld en gaat in per 1 mei 2013.
Het vaststellen van een verordening is een bevoegdheid van de raad.
Na besluitvorming door de raad wordt deze beheersverordening als uitgangspunt door het college gehanteerd voor de verdere uitvoering van het gemeentelijk grondbeleid.
De beheersverordening formaliseert de financiële effecten van het gemeentelijk grondbeleid.
-Besluit “Beheersverordening Grondbedrijf Gemeente Wijk bij Duurstede 2013”
Burgemeester en wethouders van Wijk bij Duurstede,
Janneke Louisa-Muller Tjapko Poppens
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Gelet op de artikelen 212 en 156, derde lid, van de Gemeentewet,
de nota Grondbeleid, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 11 januari 2011, de nota instellen Reserve Grondbeleid, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 27 september 2011 en artikel 19 van de Financiële beheersverordening van de gemeente Wijk bij Duurstede
Beheersverordening Grondbedrijf Gemeente Wijk bij Duurstede 2013.
In deze verordening wordt verstaan onder:
die grondexploitaties of exploitatieplannen opstelt
Strategie, Beleid en Projecten die eindverantwoordelijk is voor het project.
een nader aangeduid gebied in overeenstemming te brengen met het maatschappelijk gewenste gebruik.
Dit vormt een verplicht onderdeel van het exploitatieplan. Bij de vaststelling ervan moet de gemeente openbaar maken welke kosten worden toegerekend aan een exploitatieplan. Dit moet worden gemotiveerd en toetsbaar zijn. Een grondexploitatie moet actueel zijn en wordt daarom jaarlijks geactualiseerd. De raad stelt de grondexploitatie vast
Artikel 3. Financiering Grondbedrijf
De financiering van het Grondbedrijf vindt plaats vanuit de winstgevende grondexploitaties. Daarnaast zijn andere incidentele bronnen mogelijk. Te denken valt aan verkoopopbrengst van gronden of panden die niet zijn opgenomen in een grondexploitatie, of ontvangen vergoedingen in het kader van de uitvoering van het anti-speculatiebeding.
Het college is bevoegd te besluiten een budget van maximaal € 25.000,-- beschikbaar te stellen ten behoeve van het schrijven van een projectopdracht en eventuele onderzoeken en werkzaamheden in de initiatieffase van een project. De raad wordt hierover actief geïnformeerd. De kosten zullen worden opgenomen in de grondexploitatie. In het geval dat het project uiteindelijk geen doorgang vindt, worden de gemaakte kosten ten laste gebracht van de reserve Grondbeleid.
De definitieve grondexploitatieopzet voor een project wordt door de raad vastgesteld, waarmee impliciet een totaalbudget ten behoeve van dat project beschikbaar wordt gesteld. Halfjaarlijks, bij de actualisatie van de grondexploitaties, deelt het college aan de raad mee of de totaalkredieten nog voldoende zijn om de nog te maken kosten te dekken. Indien nodig, wordt aan de raad een aanvullend totaalkrediet voor de desbetreffende projecten gevraagd, of vindt een herziening van de grondexploitatie plaats.
Artikel 5. Complexen, algemene bepalingen
Onder de noemer “In exploitatie genomen gronden” worden gronden geadministreerd, die betrekking hebben op exploitaties in uitvoering. Uiterlijk bij het vaststellen van het bestemmingsplan wordt een exploitatieplan of grondexploitatie aan de raad ter vaststelling aangeboden. Op basis van dit exploitatieplan of deze grondexploitatie wordt bij het in uitvoering nemen van het plan aan de raad een totaalkrediet gevraagd voor de uitvoering van het plan.
Onder de noemer “Nog niet in exploitatie genomen gronden” worden gronden geadministreerd waarvoor een reëel en stellig voornemen bestaat dat deze in de nabije toekomst zullen worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode.. Indien een plan niet tot uitvoering komt, wordt het resultaat ten laste of ten gunste gebracht van de algemene reserve Grondbeleid
De grondexploitaties van in exploitatie genomen gronden die risicovol zijn en vanuit financieel perspectief een dragend karakter hebben worden minimaal twee keer per jaar geactualiseerd. De overige grondexploitaties worden minimaal één keer per jaar geactualiseerd. De nog niet in exploitatie zijnde gronden, waarvoor kosten worden geactiveerd, worden minimaal één keer per jaar geactualiseerd en vastgesteld door de raad, als onderdeel van de jaarrekening van de gemeente. In het kader van de jaarlijkse actualisatie worden de boekwaarden van de bezittingen vergeleken met de economische waarde op basis van de huidige bestemming. Bij een hogere boekwaarde dan de economische waarde in de huidige situatie en bestemming, vindt afwaardering plaats middels een bijdrage vanuit de reserve Grondbeleid.
Eenmaal in de twee jaar, of zoveel eerder als noodzakelijk is, vindt een uitgebreidere actualisatie plaats van de nog niet in exploitatie genomen gronden die mogelijk bestemd zijn als uitleggebied, in- of uitbreidingslocaties. Doel van deze actualisatie is om aan te geven of de oorspronkelijke motieven voor de aankopen nog steeds van toepassing zijn, dan wel of door gewijzigde omstandigheden nadere voorstellen moeten worden gedaan. Indien nodig, kan de economische waarde getoetst worden door middel van een onafhankelijke taxatie.
Artikel 6. Grondexploitatie of exploitatieplan
Een exploitatieplan wordt opgesteld, indien niet met alle particuliere grondeigenaren binnen een exploitatiegebied of project een exploitatieovereenkomst kan worden gesloten voordat het bestemmingsplan in procedure gaat. Een exploitatieplan dient tegelijk dezelfde openbare publiekrechtelijke procedure te doorlopen als het bestemmingsplan conform de Wet ruimtelijke ordening.
In de grondexploitaties wordt onder “Overige kosten” een kostenpost opgenomen voor het fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Deze wordt berekend per woning of woningequivalent. De raad stelt de hoogte van de bijdrage vast bij het vaststellen van de begroting of bij een actualisatie van de Nota Bovenwijkse Voorzieningen.
De projectmanager is verantwoordelijk voor het correct weergeven van inkomsten en uitgaven in het project, de financieel consulent is verantwoordelijk voor het faciliteren en inrichten van het financiële systeem en de coördinator Grondbedrijf is eindverantwoordelijk voor het op een correcte wijze registreren van inkomsten en uitgaven van de lopende grondexploitaties en projecten in voorbereiding.