Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling inzake de uitvoering van de wet Sociale Werkvoorziening |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling "OP/MAAT" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | 001 bestuursorganen |
Dit is een gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenteraden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | nieuwe regeling | 04-10-2011 Westfries Weekblad | 11.19076 |
De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Drechterland, Medembli,kEnkhuizen, Opmeer, Hoorn, Stede Broec en Koggenland
overwegendedat het voor een doelmatige uitvoering van de taken, door de Wet sociale werkvoorziening (Stb. 465/1997) aan de gemeenten opgedragen, wenselijk is de Gemeenschappelijke Regeling Dienst Sociale Werkvoorziening in West-Friesland (zoals goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland bij hun besluit van 27 mei 1980, nr. 414, en zoals sedertdien gewijzigd), gevestigd te Hoorn, te handhaven, zij het onder aanpassing van de bedrijfsnaam en aanpassing aan de nieuwe Gemeentewet en de Wet sociale werkvoorziening 1997;
In deze Gemeenschappelijke regeling wordt verstaan onder:
Er is een openbaar lichaam, genaamd Op/maat. Het openbaar lichaam is rechtspersoon. Het is gevestigd te Hoorn.
Het bestuur van Op/maat bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter.
Op/maat biedt werk aan mensen die om wat voor reden dan ook niet zelfstandig aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Het werk bij Op/maat is gericht op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden naar de mogelijkheden van mensen, met het doel hen te begeleiden naar de arbeidsmarkt. Uitgangspunt is plaatsing in het reguliere bedrijfsleven en bij uitzondering in onze eigen productiebedrijven.
Het algemeen bestuur bestaat uit zeven leden, die per deelnemende gemeente door de raad uit zijn midden, de voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders worden gekozen. Per gemeente wordt een lid en een plaatsvervangend lid aangewezen.De aanwijzing vindt plaats in de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de gemeenteraad.
Het algemeen bestuur wijst uit de leden van het dagelijks bestuur een secretaris en een penningmeester aan. Tevens wijst het algemeen bestuur uit de leden van het dagelijks bestuur een loco-secretaris en een loco-penningmeester aan.De aanwijzing vindt plaats in de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van het algemeen bestuur.
De leden van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur alsmede de voorzitter, de loco-voorzitter, de secretaris en de penningmeester als bedoeld in artikel 10 lid 1 kunnen een door het algemeen bestuur vast te stellen vergoeding voor hun werkzaam-heden en een tegemoetkoming in de kosten ontvangen.
Het algemeen bestuur stelt een reglement van orde voor zijn vergaderingen en andere werkzaamheden vast.
Tegelijkertijd met de oproeping brengt de voorzitter dag, tijdstip en plaats van de vergadering ter openbare kennis. De agenda en de daarbij behorende voorstellen worden behoudens het bepaalde in artikel 23 van de Wet gemeenschappelijke regelingen tegelijkertijd met de oproeping en op een bij de openbare kennisgeving aan te geven wijze ter inzage gelegd.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het algemeen bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien blijkens de presentielijst meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De leden van het gemeentebestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor dan wel worden verplicht getuigenis af te leggen als bedoeld in artikel 191, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering over hetgeen zij in de vergadering van het algemeen bestuur hebben gezegd of aan het algemeen bestuur schriftelijk hebben overgelegd.
Hij kan het algemeen bestuur voorstellen aan een lid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Het algemeen bestuur regelt op welke wijze ambtelijke bijstand wordt verleend aan de leden van het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur regelt in een reglement van orde de verdeling van de portefeuilles, de verantwoordelijkheden van de portefeuillehouders, de wijze waarop, indien nodig, wordt vergaderd, de oproeping voor de vergadering en al het nodige om goed te kunnen functioneren.
De voorzitter stelt, met inachtneming van hetgeen het dagelijks bestuur heeft bepaald, dag en plaats van de vergadering van het dagelijks bestuur en het tijdstip van de opening vast.
Op de vergadering, bedoeld in het tweede lid, is het eerste lid niet van toepassing. Het dagelijks bestuur kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de eerdere vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, indien ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden tegenwoordig is.
De leden van het dagelijks bestuur en andere personen die deelnemen aan de beraadslaging kunnen niet in rechte worden vervolgd of aangesproken voor hetgeen zij in de vergadering van het dagelijks bestuur hebben gezegd of aan het dagelijks bestuur schriftelijk hebben overgelegd.
De artikelen 19, 20 en 21 zijn ten aanzien van de vergaderingen van het dagelijks bestuur van overeenkomstige toepassing.
Binnen vier weken na de ontvangst dient het lid van het algemeen bestuur dit verzoek om inlichtingen schriftelijk te beantwoorden en deze beantwoording in te dienen bij de desbetreffende gemeenteraad. Indien de beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, geeft het betrokken lid van het algemeen bestuur de gemeenteraad daarvan gemotiveerd bericht.
De gemeenteraad kan besluiten dat een door hem aangewezen lid van het algemeen bestuur zich mondeling dan wel schriftelijk dient te verantwoorden voor het door hem of haar in het algemeen bestuur gevoerde beleid. De gemeenteraad stelt daarbij tevens de termijn vast waarbinnen deze verantwoording moet plaatsvinden.
De gemeenteraad is bevoegd het door hem aangewezen lid in het algemeen bestuur tussentijds te ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de gemeenteraad niet meer bezit.
De artikelen 49 en 50 van de Gemeentewet zijn zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Binnen vier weken na de ontvangst dient het dagelijks bestuur dan wel één of meer leden van het dagelijks bestuur als bedoeld in lid 1 het verzoek om inlichtingen schriftelijk te beantwoorden en deze beantwoording in te dienen bij het algemeen bestuur. Indien de beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, krijgt het algemeen bestuur daarvan gemotiveerd bericht.
In de eerstvolgende vergadering van het algemeen bestuur die plaatsvindt nadat het antwoord als bedoeld in het voorgaande lid is gegeven, geeft het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur gelegenheid terzake nadere mondelinge inlichtingen aan het dagelijks bestuur of aan één of meer leden van het dagelijks bestuur te vragen.
Tijdens de vergadering als bedoeld in artikel 44 lid 4 kan het dagelijks bestuur of één of meer leden van het dagelijks bestuur door het algemeen bestuur worden verzocht zich te verantwoorden aangaande het bestuur dat is of wordt gevoerd ten aanzien van het onderwerp waarover de inlichtingen zijn gevraagd.
Nadat deze is vastgesteld, zendt het algemeen bestuur zo nodig de begroting aan de raden van de deelnemende gemeenten die ter zake bij gedeputeerde staten hun zienswijze naar voren kunnen brengen. Het bepaalde in het eerste, derde en vierde lid is mede van toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting, tenzij het gaat om wijzigingen die het begrote resultaat niet in negatieve zin beïnvloeden.
Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt per gemeente een berekening opgesteld, rekening houdende met bijdragen van het rijk of anderen, uitgaande van het feitelijk aantal dagen gedurende welke inwoners van de deelnemende gemeente werkzaam zijn. Voor de vaststelling van het aantal gewerkte dagen per gemeente wordt het in de jaarrekening over het jaar voorafgaande aan de ontwerp-begroting vastgestelde aantal dagen aangehouden.
Voor uitgaven die in strijd met de goede trouw zijn aangewezen op een begrotingspost waarmee zij niet overeenstemmen of die anderszins niet rechtmatig zijn bevolen, zijn de leden van het dagelijks bestuur deswege hoofdelijk aansprakelijk voor het geheel jegens het openbaar lichaam, tenzij blijkt dat zij aan het bevelen van die uitgaven of het boeken op die onjuiste begrotingspost niet hebben meegewerkt.
Zo dikwijls daartoe volgens dit artikel termen aanwezig zijn, wijst het algemeen bestuur iemand aan die zonder nader besluit van het algemeen bestuur gemachtigd is tot instellen van een rechtsvordering en het voeren of doen voeren van een rechtsgeding namens en voor rekening van het openbaar lichaam, teneinde betaling te verkrijgen van de krachtens het eerste en het tweede lid ontstane vorderingen op de leden van het dagelijks bestuur.
De verdeling en de verrekening van de in het vorige lid bedoelde saldi wordt door hetalgemeen bestuur per gemeente vastgesteld, gebaseerd op het feitelijk aantal dagen gedurende welke inwoners van de deelnemende gemeente op 31 december van het desbetreffende jaar werkzaam zijn geweest, rekening houdende met bijdragen van het rijk of anderen. Artikel 24 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
De gemeenten garanderen de voldoening van rente en aflossing van de door het openbaar lichaam af te sluiten vaste geldleningen en op te nemen rekening-courantkredieten, naar rato van hun inwonertal op 1 januari van het jaar waarin de geldlening wordt gesloten. Artikel 24 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
De uittredende gemeente is gehouden de tijdens de deelneming gezamenlijk aangegane verplichtingen voor de duur daarvan voor haar deel na te komen; zij is voorts gehouden de voorwaarden in acht te nemen die in een door het algemeen bestuur vast te stellen uittredingsregeling zullen worden vastgesteld.
De uittreding gaat in drie jaren na het verstrijken van het jaar waarin het besluit als bedoeld in lid 1 is genomen, mits het laatste bericht van opname in de registers als bedoeld in artikel 27 lid 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen is ontvangen door het dagelijks bestuur en is voldaan aan de overige eisen die deze regeling stelt.
Een voorstel tot wijziging uitgaande van één of meer gemeentebesturen wordt door de gemeente of gemeenten toegezonden aan het dagelijks bestuur, dat binnen drie maanden voor behandeling in het algemeen bestuur zorgdraagt. Met de beschouwingen en opmerkingen van het algemeen bestuur wordt het voorstel aan de gemeentebesturen toegezonden.
Het dagelijks bestuur zendt binnen vier weken na ontvangst van de door gedeputeerde staten vastgestelde eindrekening, deze aan de gemeentebesturen toe met een verslag van de liquidatie en een opgave van het bedrag dat iedere gemeente van het eindsaldo zal ontvangen, respectievelijk in het eindsaldo zal hebben bij te dragen.