Organisatie | Midden-Delfland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidslijn voor de toepassing van de wet Bibob Midden-Delfland 2010 |
Citeertitel | Beleidslijn voor de toepassing van de wet Bibob Midden-Delfland 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
n.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
07-01-2010 | 27-12-2012 | Nieuwe regeling | 15-12-2009 Gemeenteblad, 2009, 1 | Geen |
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;
Overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
Gelet op de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27 en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 2:28, 2:39 en 3:4 van de Algemene plaatselijke verordening Midden-Delfland 2010, de Aanbestedingsrichtlijn gemeente Midden-Delfland, artikel 40, eerste lid van de Woningwet, artikel 8.1 van de Wet Milieubeheer en de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2007;
Vast te stellen de volgende Beleidslijn voor de toepassing van de Wet Bibob Midden-Delfland 2010.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
het onderzoek: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, de gegadigde niet tot de aanbesteding toe te laten, de overeenkomst niet aan te gaan, respectievelijk de beschikking of opdracht in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het bureau aan te vragen;
Artikel 2. Toepassingsbereik van de Wet Bibob in de gemeente Midden-Delfland
Het bestuursorgaan zal, met inachtneming van hetgeen in deze beleidsregels daarover is bepaald, de wet in beginsel toepassen bij het zich voordoen van een of meer van de op de bijlage vermelde indicatoren met betrekking tot:
I. beschikkingen zoals vermeld in:
i. artikel 3 van de Drank- en Horecawet, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;
ii. artikel 2:28 van de Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland 2010, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;
iii. artikel 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland 2010, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;
iv. artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Midden-Delfland 2010 inzake speelgelegenheden, indien sprake is van vestiging van een nieuw bedrijf, de overname van een bestaand bedrijf, de overname van (de meerderheid van) de aandelen van een bestaand bedrijf of wijziging van de rechtsvorm van de onderneming;
II. overheidsopdrachten zoals genoemd in artikel 1, eerste lid onder h. en j. van de wet;
III. bouwvergunningen als bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Woningwet;
IV. vergunningen als bedoeld in artikel 8.1 van de Wet milieubeheer;
V. beschikkingen zoals vermeld in de Algemene subsidieverordening Midden-Delfland 2007.
Bij overheidsopdrachten zal het bestuursorgaan bedingen dat de overeenkomst kan worden ontbonden op de gronden vermeld in artikel 3, eerste lid van de wet. Ook kan het bestuursorgaan bedingen dat onderaannemers alleen met toestemming van de gemeente kunnen worden gecontracteerd en dat in dat kader een advies kan worden gevraagd.
Artikel 3. Overige situaties waarin de wet in beginsel wordt toegepast
Behalve op de in artikel 2 genoemde besluiten zal het bestuursorgaan de wet in beginsel toepassen:
Het onderzoek naar het zich voordoen van de weigeringsgronden als bedoeld in artikel 3 van de wet bestaat uit:
het verzamelen, bewerken en analyseren van informatie die al dan niet door middel van het in het volgende artikel bedoelde vragenformulier en de daarbij te voegen bijlagen is verstrekt door de aanvrager en gegevens die zijn verkregen uit informatiebronnen die het bestuursorgaan volgens de wet kan raadplegen;
Artikel 5. Informatieverstrekking
In door of namens het bestuursorgaan bepaalde gevallen moet betrokkene naast de gebruikelijke aanvraagformulieren de Bibob-vragenformulieren invullen en bij het bestuursorgaan indienen. Daarbij dienen de documenten te worden gevoegd die in de vragenformulieren zijn vermeld en/of die bij de uitreiking van de formulieren zijn door of namens het bestuursorgaan zijn genoemd. Ten aanzien van de gevallen waarin in beginsel om invulling en indiening van het vragenformulier zal worden verzocht, wordt verwezen naar de bij deze beleidsregel behorende en daarvan deel uitmakende indicatorenlijst.
De in het eerste lid bedoelde vragenformulieren bevatten in elk geval de in artikel 30, tweede lid van de wet genoemde vragen en daarnaast aanvullende vragen die het bestuursorgaan zo goed mogelijk in staat stellen het onderzoek als bedoeld in artikel 4 te verrichten. De vragenlijsten zijn als bijlage aan deze beleidsregel toegevoegd.
Artikel 6. Uitvoering van nieuwe aanvragen
Indien de resultaten van deze toets hiertoe aanleiding geven, zal vervolgens een zware toets plaatsvinden;
Bij de zware toets gaat het om een gewogen gemiddelde. Het is ongewenst om de indicatoren in harde criteria vast te leggen, omdat deze te veel in zwaarte verschillen. Soms is één zware indicator voldoende om te concluderen dat nader onderzoek noodzakelijk is, maar ook een reeks van lichtere indicatoren kunnen - in hun onderlinge samenhang bezien - tot een dergelijke conclusie leiden. Dit vergt enige sensitiviteit van de behandelende ambtenaar. Uitgangspunt is dat bij twijfel altijd de zware toets plaatsvindt;
Artikel 8. Weigering / intrekking andere vergunningen van dezelfde ondernemer en sluiting
Indien een Bibob-advies wordt gevraagd ten aanzien van een bepaalde ondernemer, dan heeft dit verzoek betrekking op alle aan de ondernemer binnen deze gemeente verleende vergunningen, welke onder de reikwijdte van de wet Bibob vallen. Dat betekent dat in het geval dat de burgemeester/ het college een negatief advies van het Bureau overneemt, in één keer de aanvraag wordt geweigerd en alle reeds verstrekte vergunningen worden ingetrokken.
Indien de onderneming(en) ten tijde van de weigering of intrekking nog geopend is/zijn, zal sluiting onmiddellijk na de bezwaarfase plaatsvinden onder voorwaarde dat de gemeente in het gelijk is gesteld. Indien in die situatie een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt de sluiting opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.
Schipluiden, 15 december 2009.
Burgemeester en wethouders van Midden-Delfland,
De secretaris, de burgemeester,
BIJLAGE BEHOREND BIJ BELEIDSLIJN BIBOB
Indicatorenlijst bij beleidsregel toepassing Wet Bibob
Behoort bij de beleidsregel voor de toepassing van de Wet Bibob vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders Midden-Delfland en door de burgemeester van de gemeente Midden-Delfland op 15 december 2009. Indicatoren die aanleiding kunnen vormen tot het toepassen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. Deze lijst is niet limitatief, ook andere gronden kunnen aanleiding vormen tot het instellen van een onderzoek.
Omstandigheden in de persoon van de aanvrager
Algemeen geldende en beleidsindicatoren
Mogelijk samengestelde indicatoren voor een BIBOB-aanvraag
STAP 1 Iedere vergunningaanvraag doorloopt eerst de normale procedure waarbij wordt bezien of aan de reguliere vergunningeisen wordt voldaan (APV, Drank- en Horecawet e.d.).
STAP 2 Indien aan de reguliere eisen is voldaan, wordt vervolgens het Bibob-vragenformulier doorgenomen aan de hand van een indicatorenlijst: de zgn. lichte toets.
STAP 3 Indien de resultaten van deze toets hiertoe aanleiding geven, zal vervolgens een zware toets plaatsvinden.
Bij de zware toetst gaat het om een gewogen gemiddelde. Het is ongewenst om de indicatoren in harde criteria vast te leggen, omdat deze te veel in zwaarte verschillen. Soms is één zware indicator voldoende om te concluderen dat nader onderzoek noodzakelijk is, maar ook een reeks van lichtere indicatoren kunnen - in hun onderlinge samenhang bezien - tot een dergelijke conclusie leiden. Dit vergt enige sensitiviteit van de behandelend ambtenaar. Uitgangspunt is dat bij twijfel altijd de zware toets plaatsvindt.
Ook de onderstaande punten kunnen aanleiding zijn voor het uitvoeren van een zware toets. Het strategische kader verschaft daarvoor een aantal harde criteria, namelijk indien:
2. Reeds verstrekte vergunningen
In de Bibob-beleidslijn wordt ten aanzien van verstrekte vergunningen aangegeven dat een Bibob-vragenformulier zal worden uitgereikt, indien daartoe aanleiding bestaat. Een weigering om het vragenformulier ingevuld te retourneren zal worden beschouwd als een ernstig gevaar op grond van de wet Bibob met als gevolg dat de vergunning wordt ingetrokken. Van deze wettelijke mogelijkheid wordt actief gebruik gemaakt, indien één of meer van de navolgende situaties van toepassing is / zijn:
3. Weigering / intrekking andere vergunningen van dezelfde ondernemer en sluiting
Indien een Bibob-advies wordt gevraagd ten aanzien van een bepaalde ondernemer, dan heeft dit verzoek betrekking op alle aan de ondernemer verleende vergunningen, welke onder de reikwijdte van de wet Bibob vallen. Dat betekent dat bij een negatief advies en dit advies door de burgemeester / college wordt overgenomen in één keer de aanvraag wordt geweigerd en alle verstrekte vergunningen worden ingetrokken.
Indien de onderneming(en) ten tijde van de weigering of intrekking nog geopend is/zijn, zal sluiting onmiddellijk na de bezwaarfase plaatsvinden onder voorwaarde dat de gemeente in het gelijk is gesteld. Indien in die situatie een voorlopige voorziening wordt gevraagd, wordt de sluiting opgeschort tot de uitspraak van de voorzieningenrechter.