Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-03-2024 | 7e wijziging ( bijlagen 4 en 5) | 12-03-2024 | |||
11-10-2023 | 01-01-2021 | 26-03-2024 | 6e wijziging ( bijlage 6) | 03-10-2023 | |
22-03-2023 | 11-10-2023 | 5e wijziging ( bijlagen 4 en 5) | 14-03-2023 | ||
09-02-2022 | 22-03-2023 | 3e wijziging (bijlagen 4, 5 en 6) | 21-12-2021 | ||
18-02-2020 | 31-12-2021 | 2e wijziging (art 1, bijlage 4, 5, 6) | 28-01-2020 | 2402430 | |
24-12-2015 | 18-02-2020 | Bijlagen 2 en 3 | 15-12-2015 | SO/1494189 | |
01-01-2014 | 18-02-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeentenieuws, 2013-12-31 | 2013, MO/1103403 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 12 november 2013, kenmerk MO/1103403;
gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 134 van de Wet op de expertisecentra;
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
Het college zendt jaarlijks vóór 1 oktober aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening aan alle schoolbesturen toegekende voorzieningen en aanvullende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 augustus van het voorafgaande jaar tot en met 31 juli van het jaar van toezending.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorziening c.q. aanvullende voorziening; weigeringsgronden
Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevensof in het geval dat het college de motivering onvoldoende acht deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling ofSubsidievaststelling; terugvordering
De regels van de Algemene wet bestuursrecht inzake subsidies zijn van toepassing.
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013.
De griffier, De voorzitter,
M. van Hall, A.A.M. Brok
Bijlage 1 Voorziening exploitatie en beheer van schoolgebouwen door de gemeente
Deze voorziening betreft het zorgdragen door de gemeente voor de materiële instandhouding van een schoolgebouw, zoals beschreven in de programma’s van eisen als bedoeld in art. 112 eerste lid onder a, b en c van de Wet op de expertisecentra (WEC) en artikel 114 eerste lid onder a, b en c van de Wet op het primair onderwijs (WPO).
De scholen krijgen financiering van de rijksoverheid om deze activiteiten zelf uit te (laten) voeren en de kosten van het zorgdragen, zoals in de eerste alinea omschreven zullen tussen gemeente en schoolbestuur verrekend moeten worden.
Indienen kan op elk gewenst moment, maar het schoolbestuur dient dit tenminste 3 maanden voorafgaande aan de gewenste ingangsdatum van de voorziening aan te vragen.
III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend
Voor de duur van de ingebruikgevingsovereenkomst.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
In IVa en IVb wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Voor beide situaties gelden andere criteria.
IV a Toekenningscriteria voor situaties waarin wordt afgerekend op basis van de rijksvergoeding voor materiële instandhouding
B. Scholen die hun bestaande gebouw nog maximaal 5 jaar beogen te gebruiken en voldoen aan het voorgaande toekenningscriterium kunnen voor deze voorziening in aanmerking komen, mits zij hun gebouw in beheer geven bij de gemeente en het eigendom van het gebouw overdragen, voor zover dit laatste nog niet is gebeurd.
IV b Toekenningscriteria voor situaties waarin wordt afgerekend op basis van werkelijke kosten
Scholen die niet gehuisvest zijn in situaties, als bedoeld onder IV a, maar waar de gemeente wel zorg draagt voor de materiële instandhouding van het gebouw.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Met het betreffende schoolbestuur wordt een ingebruikgevingsovereenkomst afgesloten met daarin de concrete afspraken.
Er wordt met het schoolbestuur afgerekend op basis van de materiële instandhoudingvergoeding van het rijk, conform de programma’s van eisen als bedoeld in onderdeel I van deze bijlage dan wel op basis van werkelijke kosten voor die onderdelen van de materiële instandhouding, die de gemeente verzorgt.
Bijlage 2 Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:
dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.
II Aanduiding van de voorziening
Een voorziening kan het volgende inhouden:
wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:
A. de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt; en
B. het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
De noodzaak van een voorziening:
ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
De voorzieningen als opgenomen onder II komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:
V Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.
Bijlage 3 Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.
Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D):
Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.
De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.
Speciale school voor basisonderwijs
In bijlage III, deel B, onder 1.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs
In bijlage III, deel B, onder 2.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs
De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, voor zover dit onderhoud niet valt onder het onderhoud als bedoeld in de bijlage - Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening
Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van:
Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs voortgezet speciaal onderwijs] gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor basisonderwijs[, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor voortgezet onderwijs vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het andere bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancieerd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de stichtingskosten en het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs vergoedt aan de commerciële exploitant de vergoeding materiële instandhouding.
Bijlage 4 Voorziening ontwerp groenblauwe schoolpleinen
[red. opmerkiing: bijlage 4 vervalt per 01-01-2027]
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het schoolbestuur van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs komt in aanmerking voor de voorziening.
II Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een subsidie van maximaal € 5.500,00 voor een ontwerp voor een groenblauw schoolplein door een door het schoolbestuur gecontracteerde ontwerper.
Een groenblauw schoolplein is een plein met meer beplanting en natuurelementen en minder tegels. Hierdoor is het regenbestendig, vergroot het de biodiversiteit en draagt het bij aan het fysieke en mentale welbevinden van de leerlingen.
III Criteria voor het toekennen van de voorziening
Bij aangrenzende schoolpleinen van scholen en/of nevenvestigingen dienen de schoolbesturen ‑ bij gebruik van de voorziening door de betreffende schoolbesturen van deze scholen en/of nevenvestiging ‑ beide gelijktijdig een aanvraag voor deze voorziening in zodat één gezamenlijk totaalontwerp kan worden gemaakt.
Op basis van de aangeleverde offerte van een ontwerper kan het schoolbestuur een beroep doen op een subsidie van tot een maximum van € 5.500,00 (inclusief BTW).
Een aanvraag wordt afgewezen wanneer een aanvraag voor het betreffende schoolplein is gedaan en reeds eerder een subsidie is toegekend.
Het definitief ontwerp wordt uiterlijk 9 maanden na toekenning van de subsidie via gemeente@dordrecht.nl toegezonden aan de gemeente. Bijgevoegd wordt de eerder aangeleverde offerte van een ontwerper en de toekenning van de subsidie.
VIII Subsidieplafond en verdelingsregels
Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend, loopt van 1 januari 2023 tot 31 december 2026.
Bijlage 5 Voorziening uitvoering groenblauwe schoolpleinen
[red. opmerking: bijlage 5 vervalt per 01-01-2027]
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het schoolbestuur van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs komt in aanmerking voor de voorziening.
II Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft een subsidie in de aanpassing van een verhard schoolplein naar een groenblauw schoolplein.
Een groenblauw schoolplein is een plein met meer beplanting en natuurelementen en minder tegels. Hierdoor is het regenbestendig, vergroot het de biodiversiteit en draagt het bij aan het fysieke en mentale welbevinden van de leerlingen.
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
De aanpassing levert een bijdrage aan minimaal twee van de volgende doelstellingen van de gemeente:
Het schoolbestuur verleent medewerking aan bodemonderzoek, indien de gemeente constateert dat dit onderzoek noodzakelijk is. De gemeente checkt bij een nieuwe aanvraag in de uitvoeringsregeling, waarbij geen gebruik is gemaakt van de ontwerpregeling, bij OZHZ of bodemonderzoek nodig is en stelt de school daarvan op de hoogte.
Het indienen van de aanvraag kan op ieder gewenst moment.
Bij de aanvraag moet worden overlegd:
V Wijze waarop de voorziening wordt toegekend en daarbij behorende berekeningseenheid
De voorziening wordt toegekend op basis van het plan, dat door het bevoegd gezag is overgelegd en daarbij wordt de volgende berekeningseenheid gehanteerd:
Een aanvraag wordt afgewezen wanneer een aanvraag voor het betreffende schoolplein is gedaan en reeds eerder een subsidie is toegekend.
Het schoolbestuur overlegt via gemeente@dordrecht.nl binnen 24 maanden na toekenning van de subsidie bewijsstukken die aantonen op welke wijze de subsidie is ingezet. Als bewijsstuk worden in ieder geval foto's van het betreffende groenblauwe schoolplein overlegd.
VI Subsidieplafond en verdelingsregels
Het tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend, loopt van 1 januari 2023 tot 31 december 2026.
Bijlage 6 Aanvullende voorziening Ventilatie in scholen
SUVIS: Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 november 2020, nr. 2020-000066691, houdende regels voor het verstrekken van specifieke uitkeringen voor de verbetering van het binnenklimaat in scholen, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 september 2021, nr. 2021-0000063178, tot wijziging van de Regeling specifieke uitkering ventilatie in scholen in verband met de verhoging van het uitkeringsplafond en het openen van een nieuwe aanvraagronde.
SUVIS Maatwerk: Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 24 juni 2022, nr. PO/33175747, houdende regels voor subsidieverstrekking voor het verbeteren van ventilatie in scholen door het bieden van maatwerk (Maatwerkregeling ventilatie op scholen).
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Voor de aanvullende voorziening als bedoeld onder II, komt in aanmerking het schoolbestuur van een school voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of (voorgezet) speciaal onderwijs en voorgezet onderwijs of een nevenvestiging ervan.
II Aanduiding van de aanvullende voorziening
Een schoolbestuur als bedoeld onder I kan op grond van de SUVIS en SUVIS Maatwerk bij het college een verzoek indienen voor een subsidie voor het treffen van maatregelen teneinde te voldoen aan de doelstellingen als bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de SUVIS en artikelen 5 en 6 van de SUVIS Maatwerk.
III Voorwaarden voor het toekennen van de aanvullende voorziening
Subsidie wordt slechts verleend indien:
IV Subsidieverplichtingen voor de aanvullende voorziening.
Het schoolbestuur verleent alle medewerking en verstrekt alle informatie die het college nodig heeft om zelf aan haar verplichtingen uit de SUVIS te voldoen, in het bijzonder aan de verantwoording, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, over de besteding van de SUVIS. Daarbij geldt dat het schoolbestuur de vragen die door de gemeentelijke accountant worden gesteld binnen vijf werkdagen na ontvangst daarvan dient te beantwoorden.
VI Wijze waarop de aanvullende voorziening wordt toegekend en daarbij behorende berekeningseenheid
De aanvullende voorziening bestaat uit twee delen.
Deel I van de subsidie: doorbetaling SUVIS gelden
Deel I van de subsidie is gelijk aan de door de gemeente ontvangen SUVIS subsidie voor het betreffende schoolgebouw.
Deel II Additionele middelen gebaseerd op artikel 7 van de overeenkomst doordecentralisatie Onderwijshuisvesting primair en speciaal onderwijs Dordrecht
Dee lI van de subsidie bedraagt 50% van de na aftrek van de SUVIS en SUVIS Maatwerk subsidie resterende in de SUVIS en SUVIS Maatwerk aanvraag geraamde kosten. Vergoed worden de jaarlasten voor een bij de gemeente af te sluiten lening voor deze additionele middelen. De jaarlasten zijn gelijk aan de afschrijving en rente (kapitaallasten) van het gemeentelijke deel in de investering in de ventilatie op scholen. Deze lineaire lening kent een looptijd van twintig jaar.