Organisatie | Dordrecht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht |
Citeertitel | Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-02-2020 | 31-12-2021 | 2e wijziging (art 1, bijlage 4, 5, 6) | 28-01-2020 | 2402430 | |
24-12-2015 | 18-02-2020 | Bijlagen 2 en 3 | 15-12-2015 | SO/1494189 | |
01-01-2014 | 18-02-2020 | Nieuwe regeling | 17-12-2013 Gemeentenieuws, 2013-12-31 | 2013, MO/1103403 |
De RAAD van de gemeente Dordrecht;
gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 12 november 2013, kenmerk MO/1103403;
gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 134 van de Wet op de expertisecentra;
Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Dordrecht
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;
Het college zendt jaarlijks vóór 1 oktober aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening aan alle schoolbesturen toegekende voorzieningen en aanvullende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 augustus van het voorafgaande jaar tot en met 31 juli van het jaar van toezending.
Paragraaf 2.1 Aanvraag voorziening c.q. aanvullende voorziening; weigeringsgronden
Toevoegen, wijzigen en intrekken
Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.
Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.
Bij het ontbreken van een of meer gegevensof in het geval dat het college de motivering onvoldoende acht deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.
Paragraaf 2.2 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding
Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling ofSubsidievaststelling; terugvordering
De regels van de Algemene wet bestuursrecht inzake subsidies zijn van toepassing.
Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.
Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013.
De griffier, De voorzitter,
M. van Hall A.A.M. Brok
Bijlage 1 Voorziening exploitatie en beheer van schoolgebouwen door de gemeente
Deze voorziening betreft het zorgdragen door de gemeente voor de materiële instandhouding van een schoolgebouw, zoals beschreven in de programma’s van eisen als bedoeld in art. 112 eerste lid onder a, b en c van de Wet op de expertisecentra (WEC) en artikel 114 eerste lid onder a, b en c van de Wet op het primair onderwijs (WPO).
De scholen krijgen financiering van de rijksoverheid om deze activiteiten zelf uit te (laten) voeren en de kosten van het zorgdragen, zoals in de eerste alinea omschreven zullen tussen gemeente en schoolbestuur verrekend moeten worden.
Indienen kan op elk gewenst moment, maar het schoolbestuur dient dit tenminste 3 maanden voorafgaande aan de gewenste ingangsdatum van de voorziening aan te vragen.
III Tijdvak waarvoor de voorziening wordt toegekend
Voor de duur van de ingebruikgevingsovereenkomst.
IV Toekenningscriteria op grond waarvan een schoolbestuur in aanmerking komt voor de voorziening
In IVa en IVb wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Voor beide situaties gelden andere criteria.
IV a Toekenningscriteria voor situaties waarin wordt afgerekend op basis van de rijksvergoeding voor materiële instandhouding
B. Scholen die hun bestaande gebouw nog maximaal 5 jaar beogen te gebruiken en voldoen aan het voorgaande toekenningscriterium kunnen voor deze voorziening in aanmerking komen, mits zij hun gebouw in beheer geven bij de gemeente en het eigendom van het gebouw overdragen, voor zover dit laatste nog niet is gebeurd.
IV b Toekenningscriteria voor situaties waarin wordt afgerekend op basis van werkelijke kosten
Scholen die niet gehuisvest zijn in situaties, als bedoeld onder IV a, maar waar de gemeente wel zorg draagt voor de materiële instandhouding van het gebouw.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Met het betreffende schoolbestuur wordt een ingebruikgevingsovereenkomst afgesloten met daarin de concrete afspraken.
Er wordt met het schoolbestuur afgerekend op basis van de materiële instandhoudingvergoeding van het rijk, conform de programma’s van eisen als bedoeld in onderdeel I van deze bijlage dan wel op basis van werkelijke kosten voor die onderdelen van de materiële instandhouding, die de gemeente verzorgt.
Bijlage 2 Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor:
dat juridisch eigenaar is van een school voor basisonderwijs, school voor speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die zich bevindt op het grondgebied van de gemeente en juridisch eigenaar is van lokaal bewegingsonderwijs dat zich bevindt op het grondgebied van de gemeente.
II Aanduiding van de voorziening
Een voorziening kan het volgende inhouden:
wijzigingen bij ingebruikneming van een gebouw als het gebouw anders niet geschikt is voor het primair onderwijs en speciaal of voortgezet speciaal onderwijs, omdat:
A. de netto vloeroppervlakte van een lokaal bewegingsonderwijs niet minstens 252 vierkante meter netto is en de hoogte niet minstens 5 meter bedraagt; en
B. het lokaal bewegingsonderwijs niet voorzien is van minstens twee kleedruimten met een was- of douchegelegenheid;
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
De noodzaak van een voorziening:
ingebruikneming blijkt uit het feit dat het desbetreffende gebouw niet voldoet aan de inrichtingseisen voor lokalen bewegingsonderwijs voor het basisonderwijs, speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs en het geschikt maken van het gebouw met redelijke kosten, zulks ter beoordeling van het college, te verwezenlijken is;
De voorzieningen als opgenomen onder II komen voor bekostiging in aanmerking als op basis van een prognose, die voldoet aan de in bijlage II van de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gestelde vereisten, het gebouw nog ten minste vier jaar voor het bewegingsonderwijs noodzakelijk is, tenzij er een andere, goedkopere, voorziening mogelijk is. Dit ter beoordeling van het college.
De aanvraag voor het bekostigen van de voorziening moet uiterlijk 1 februari voorafgaande het jaar van bekostiging bij het college worden ingediend. Bij de aanvraag moet worden overlegd:
V Tijdvak waarvoor voorziening wordt toegekend
De voorziening wordt toegekend voor het jaar volgend op het jaar waarop de aanvraag is ingediend. Is het niet mogelijk om de voorziening in het toegekende jaar te realiseren dat moet het bevoegd gezag voor 1 september van het toegekende jaar van uitvoering bij het college een gemotiveerd verzoek indienen om uitstel van de uitvoering van de voorziening. Het college beslist voor 1 november daaropvolgend.
VI Wijze waarop de voorziening wordt toegekend
Voor deze voorziening wordt geen subsidieplafond gehanteerd.
Bijlage 3 Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs, de speciale school voor basisonderwijs, de school voor speciaal onderwijs, de school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en de school voor voortgezet speciaal onderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.
Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal formatieplaatsen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A + B + C + D):
Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.
De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal formatieplaatsen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.
Speciale school voor basisonderwijs
In bijlage III, deel B, onder 1.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een speciale school voor basisonderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor (bepalend voor de groepsgrootte) die voor een speciale school voor basisonderwijs is vastgesteld op 15. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
School voor speciaal of voortgezet speciaal onderwijs
In bijlage III, deel B, onder 2.2, van de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht is vermeld op hoeveel klokuren bewegingsonderwijs een school voor speciaal onderwijs of voor voortgezet speciaal onderwijs maximaal aanspraak kan maken. Het aantal groepen wordt bepaald door het aantal leerlingen te delen door de N-factor, die afhankelijk is van de onderwijssoort, zie tabel 2. Het verkregen getal wordt alleen naar boven afgerond als het cijfer achter de komma groter is dan 5. In het andere geval wordt het getal naar beneden afgerond.
Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs
De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en de artikelen 115, derde lid, en 130, eerste en tweede lid, van de Wet op de expertisecentra worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, voor zover dit onderhoud niet valt onder het onderhoud als bedoeld in de bijlage - Voorzieningen lokaal bewegingsonderwijs van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening
Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van:
Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs voortgezet speciaal onderwijs] gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor basisonderwijs[, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs, waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor voortgezet onderwijs vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het andere bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
als een school voor basisonderwijs, een speciale school voor basisonderwijs, een school voor speciaal onderwijs, een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs of een school voor voortgezet speciaal onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding;
als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancieerd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de stichtingskosten en het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs vergoedt aan de commerciële exploitant de vergoeding materiële instandhouding.
In deze voorziening is vastgelegd in welke gevallen de gemeente zorg wil dragen voor de materiële instandhouding en welke procedure hiervoor aangehouden dient te worden.
Deze voorziening formaliseert een aantal situaties, waarin al op bovenstaande wijze wordt gehandeld. Dit is een logische handelswijze in het licht van de verordening Voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Dordrecht. Deze voorziet echter alleen in de situatie van medegebruik tussen twee schoolbesturen.
Het schoolbestuur kan volgens de WPO en WEC altijd met de gemeente overeenkomen dat deze de materiële instandhouding uitvoert. Over de wijze van verrekening is echter niks opgenomen.
In sommige gevallen is moeilijk te achterhalen wat de werkelijke kosten zijn of staan de werkelijke kosten niet in verhouding tot de rijksbijdrage, zonder dat een schoolbestuur daar invloed op uit kan oefenen. In deze gevallen is afrekenen op basis van de door het schoolbestuur ontvangen rijksbijdrage geëigend.
Het is voor deze voorziening niet van belang of de gemeente eigenaar is van een schoolgebouw. Het is ook denkbaar dat de gemeente huurt van een derde of in bijzondere situaties, dat een schoolbestuur eigenaar is.
De in de WPO en WEC beschreven onderdelen van de materiële instandhouding, die de gemeente mag verzorgen zijn: het gebouwonderhoud, tuinonderhoud, schoonmaakonderhoud, kosten van energie- en waterverbruik en de publiekrechtelijke heffingen (waterschapslasten, zuiveringsheffing, rioolrecht, afvalstoffenheffing).
Deze termijn geeft beide partijen voldoende tijd om een overeenkomst af te sluiten en het beheer te organiseren.
Het uitgangspunt is dat er een overeenkomst wordt afgesloten voor de periode waarin de voorziening noodzakelijk is en dat de afspraken niet tussentijds worden veranderd, tenzij er sprake is van onvoorziene omstandigheden.
IVa Situaties waarin wordt afgerekend op basis van de materiële instandhoudingvergoeding
I. Tijdelijke huisvesting kan op verschillende manieren worden ingevuld. Bijvoorbeeld door de huur van units, tijdelijk onderbrengen in een bestaand schoolgebouw, medegebruik etc.
Tijdelijke huisvesting is vaak niet de meest optimale oplossing. Vaak is sprake van of een te ruime of een krappe behuizing. Zijn delen van de materiële instandhouding opgenomen in het huurcontract of moeten verplicht bij een bepaalde partij worden ondergebracht. Daarnaast is de motivatie voor schoolbesturen om bepaald onderhoud uit te voeren vaak gering, terwijl het voor de gemeente in verband met volgend gebruik wel belangrijk kan zijn, dat dit wordt uitgevoerd.
Om al deze redenen kan het logisch zijn de gemeente de materiële instandhouding te laten verzorgen.
II. Er zijn een aantal scholen in Dordrecht gehuisvest in zogenaamde multifunctionele accommodaties. Het verschillende gebruik is in deze gevallen vaak zo met elkaar verweven dat het realiseren van eigendomsoverdracht ingewikkeld wordt. Denk aan installaties en gemeenschappelijke ruimtes. Een koopovereenkomst biedt verder weinig flexibiliteit, terwijl dit in deze situaties juist een meerwaarde kan geven.
Wanneer twee (school)gebouwen aan elkaar vast zitten, maar niet functioneel met elkaar verweven zijn, is er in principe geen belemmering om een schoolgebouw over te dragen. Dan geldt deze regeling dus niet. Ook gebouwen met meerdere scholen van hetzelfde schoolbestuur en medegebruik/verhuur situaties vallen niet onder deze regeling.
III. Het is zeer moeilijk een rijksmonument op een goede manier te onderhouden op basis van de rijksbekostiging. De gemeente heeft hier een duidelijk belang om te zorgen, dat het onderhoud tijdig en op hoog niveau wordt uitgevoerd. De gemeente geeft er in deze gevallen daarom de voorkeur aan zelf de materiële instandhouding te verzorgen.
IV.b Situaties waarin wordt afgerekend op basis van werkelijke kosten
De gemeente is in alle gevallen en voor alle schoolbesturen bereid om het beheer en onderhoud van een schoolbestuur over te nemen, dit mag echter geen extra kosten opleveren voor de gemeente. Dan is namelijk sprake van ongelijke behandeling.
De voorziening staat in principe open voor alle scholenbesturen, maar net als bij alle andere voorzieningen en subsidies, alleen als een schoolbestuur daar om vraagt.
Er wordt dan afgerekend op basis van werkelijke kosten.
V Wijze van toekenning met eventueel daarbij behorende berekeningseenheid
Er is sprake van feitelijke beschikbaarstelling, wat wil zeggen dat geen subsidie wordt verstrekt, maar sprake is van beschikbaarstelling in natura. In dit geval betreft het beschikbaarstelling van arbeid, materieel en expertise.
De gemeente heeft een modelovereenkomst waarin rechten en plichten zoveel mogelijk conform de gebruikelijke situatie zijn geregeld.
In de ingebruikgevingsovereenkomst kan worden afgesproken dat gemeente alleen bepaalde onderdelen van de materiële instandhouding verzorgt.
Bijlage 4 Voorziening ontwerp groenblauwe schoolpleinen
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs komt in aanmerking voor de voorziening.
II Aanduiding van de voorziening
De voorziening betreft de feitelijke beschikbaarstelling van een ontwerp voor een groenblauw schoolplein door een door het college gecontracteerde ontwerper.
Een groenblauw schoolplein is een plein met meer beplanting en natuurelementen en minder tegels. Hierdoor is het regenbestendig, vergroot het de biodiversiteit en draagt het bij aan het fysieke en mentale welbevinden van de leerlingen.
III Criteria voor het toekennen van de voorziening
V Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid
De ontwerper maakt een schetsontwerp en een beplantingsplan voor het schoolplein en geeft input voor het door de school te maken beheerplan, waarbij wordt uitgegaan van 40 adviesuren per schoollocatie.
VI Bekostigingsplafond en verdeelsleutel
Bijlage 5 Voorziening uitvoering groenblauwe schoolpleinen
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs komt in aanmerking voor de voorziening.
II Aanduiding van de voorziening
Een financiële bijdrage in de aanpassing van een verhard schoolplein naar een groenblauw schoolplein.
Een groenblauw schoolplein is een plein met meer beplanting en natuurelementen en minder tegels. Hierdoor is het regenbestendig, vergroot het de biodiversiteit en draagt het bij aan het fysieke en mentale welbevinden van de leerlingen.
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
De aanpassing levert een bijdrage aan minimaal twee van de doelstellingen van de gemeente met betrekking tot klimaatadaptatie, biodiversiteit en gezonde leefomgeving.
Het indienen van de aanvraag kan op ieder gewenst moment.
Bij de aanvraag moet worden overlegd:
V Wijze waarop de voorziening wordt toegekend en daarbij behorende berekeningseenheid
VI Bekostigingsplafond en verdeelsleutel
De regeling loopt van 1 februari 2020 tot 31 december 2021.
Bijlage 6 - Voorziening onderzoekskosten plaatsen zonnepanelen
I Criteria schoolbestuur dat in aanmerking komt voor een voorziening
Het bevoegd gezag van een school of nevenvestiging voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs komt in aanmerking voor de voorziening.
II Aanduiding van de voorziening
Een financiële bijdrage in de onderzoekskosten voor het plaatsen van zonnepanelen op schooldaken.
III Criteria voor het toekennen van een voorziening
V Wijze waarop de voorziening wordt toegekend en daarbij behorende berekeningseenheid
De gemeente draagt 50% van de onderzoekskosten bij tot maximaal € 1.500,-.
VI Bekostigingsplafond en verdeelsleutel
Toekenning vindt plaats op volgorde van binnenkomst.