Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | REGELING WOON/WERKVERKEER (2013) |
Citeertitel | REGELING WOON/WERKVERKEER (2013) |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Regeling Woon/werkverkeer (2015).
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | intrekking | 16-12-2014 PO&O-Toppings, 18-02-2015 | Onbekend. | |
01-01-2014 | 01-01-2015 | nieuwe regeling | 03-09-2013 PO&O-Toppings, 21-12-2013 | Onbekend. |
Artikel 2 Reiskosten openbaar vervoer
Ingeval het woon-werktraject deels per openbaar middel van vervoer wordt afgelegd en deels met eigen vervoer dan mag de ambtenaar de afstand(en) van het woonhuis naar het OV-opstappunt en/of van het OV-eindpunt naar de standplaats aanvullend, conform artikel 3 (Reiskosten eigen vervoer) van deze regeling, declareren.
Artikel 3 Reiskosten eigen vervoer
De tegemoetkoming wordt toegekend indien de enkele reisafstand tussen het woonhuis van de ambtenaar en de standplaats méér bedraagt dan 10 kilometer*. De tegemoetkoming wordt echter maximaal berekend over een enkele reisafstand van 37 kilometer, hetgeen overeenkomt met de reisafstand die de begrenzing vormt van het door burgemeester en wethouders aangewezen woongebied (als vermeld in artikel 1 van de “Regeling aanvulling verplaatsingskosten”).
De enkele reisafstand, overeenkomstig de leden 1 en 2, wordt vermenigvuldigd met 2 (de afstand heen en terug) en het aantal werkdagen dat de ambtenaar gewoonlijk reist evenals met een factor 13/3 (aantal weken per kwartaal gedeeld door aantal maanden per kwartaal) waardoor het gemiddelde aantal woon-werkkilometers per maand ontstaat.
Wanneer de ambtenaar, als gevolg van roosterinvulling, structureel wisselend (bijvoorbeeld 4 en 5 dagen) per week werkt wordt bij de berekening van de tegemoetkoming uitgegaan van het gemiddeld aantal werkdagen per week (in het voorbeeld derhalve 4 + 5 : 2 = 4½dag).
*NB Voor fusiepersoneel (in dienst op 31-12-2003) geldt een overgangsbepaling, zie artikel 6.
Artikel 4 Stopzetten/wijzigen van de vergoeding (bijv. ingeval van ziekte, zwangerschaps- of ouderschapsverlof e.d.)
De reiskostenvergoeding (uitgezonderd de vergoeding voor jaarabonnementen die kunnen niet worden stopgezet) wordt, al naar gelang het aantal dagen waarop wegens ziekte niet gewerkt wordt, geheel stopgezet als de ambtenaar gedurende een periode van meer dan 4 weken zijn werkzaamheden –behoudens vakantie c.q. verlof- niet (geheel dan wel gedeeltelijk) verricht. De periode van 4 of meer weken wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 7:3, lid 11 CAR.
Artikel 6 Overgangsbepaling (1 januari 2004)
Ambtenaren die op 31 december 2003 aangesteld waren in de gemeente(n) De Lier, Monster, Naaldwijk/Milieubureau Westland, ’s-Gravenzande of Wateringen komen, in het kader van de fusie, ook in aanmerking voor een vergoeding als de enkele reisafstand tussen het woonhuis en de standplaats 10 kilometer of minder bedraagt.
Artikel 7 Reiskosten bij verhuisplicht
Hiervoor wordt verwezen naar het gestelde in hoofdstuk 18 (CAR/UWO) respectievelijk de "Regeling Aanvulling Verplaatsingskosten" en het "Informatieblad Vergoedingen".
Vastgesteld door burgemeester en wethouders in hun vergadering van 3 september 2013 (nummer 6.5.2).
de secretaris, de burgemeester,
M.van Beek J. van der Tak .
De kosten van het openbaar vervoer voor woon-werkverkeer worden in beginsel volledig vergoed. Dat geldt ook voor abonnementen, ook voor parttimers, indien het abonnement niet duurder is dan de kosten van het totaal aantal benodigde ritten. Wanneer de kosten van een abonnement hoger zijn dan wanneer gebruik zou zijn gemaakt van de (persoonlijke) OV-chipkaart, wordt maximaal een vergoeding betaald gelijk aan de kosten die gemaakt zouden zijn bij gebruik van de OV-chipkaart. Op grond van een voorschrift van de Belastingdienst moeten de vervallen vervoersbewijzen of een declaratieoverzicht OV-transacties bij de declaratie aan de werkgever worden overgedragen.