Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ridderkerk

Beleidsregels handhaving inburgering

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieRidderkerk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels handhaving inburgering
CiteertitelBeleidsregels handhaving inburgering
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerponderwijs
Eigen onderwerponderwijs

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Verordening Wet inburgering 2013 Ridderkerk

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-01-2014Nieuwe regeling

29-10-2013

Gemeentejournaal, 09-01-2014

Gemeentestukken: 2013-26035

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels handhaving inburgering

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk;

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de navolgende beleidsregels handhaving inburgering.

1. Inleiding

Deze beleidsregels dienen bij de uitvoering van de Verordening Wet inburgering 2013 Ridderkerk en de Afstemmingsverordening Uitkeringen 2013 BA-Ridderkerk in acht te worden genomen.

 

2. Uitgangspunten

Het college hanteert bij de uitvoering van de verordening Wet Inburgering het volgende uitgangspunt: Bij bepaalde gedragingen kunnen boetes opgelegd worden. Het college bepaalt de hoogte van de boete op basis van artikelen 8, 19, vijfde en zesde lid, 23, derde lid, 24 e, 24 f en 35 van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 en artikelen 34 en X van de wet van 13 september 2012 tot wijziging van de Wet inburgering (2012, 430).

 

3. Gedragingen waarvoor boetes opgelegd kunnen worden:

1. Niet verschijnen op de oproep voor het inburgeringsonderzoek, of niet meewerken aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012

2. Niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de verstrekte inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012 (het niet of onvoldoende deelnemen aan de inburgeringscursus) of het onvoldoende medewerking verlenen aan de vastgestelde verplichtingen in het kader van deze voorziening, bedoeld in artikel 23, derde lid, van de Wet inburgering, zoals deze luidde op 31 december 2012.

3. Niet binnen de wettelijke termijn slagen voor het inburgeringsexamen, als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de wet.

4. Niet binnen de verlengde termijn slagen voor het inburgeringsexamen, als bedoeld in artikel 33, eerste lid, van de wet.

 

In de  tabellen, op de volgende pagina’s wordt dit verder toegelicht.

 

1. Niet verschijnen op de oproep voor het inburgeringsonderzoek en niet meewerken aan het onderzoek

gedraging

Verwijtbaar/

niet verwijtbaar

bestuurlijke boete

maatregel (voor WWB-ers)

1e keer niet meewerken

Verwijtbaar

waarschuwingsbrief en nieuwe afspraak binnen 2 weken

zie onder bestuurlijke boete

 

niet verwijtbaar

brief en nieuwe afspraak binnen twee weken

zie onder bestuurlijke boete

2e keer niet meewerken

Verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 200,00

twintig procent van de bijstandsnorm/netto grondslag gedurende één maand

 

niet verwijtbaar

waarschuwingsbrief en nieuwe afspraak binnen 2 weken

 

3e keer niet meewerken

Verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 500,00

veertig procent van de bijstandsnorm/netto grondslag gedurende één maand

 

2. Niet of onvoldoende medewerking verlenen aan de (verstrekte) inburgeringsvoorziening

gedraging

verwijtbaar/

niet verwijtbaar

bestuurlijke boete

maatregel (voor WWB-ers)

1e keer niet meewerken

verwijtbaar

gesprek en waarschuwingsbrief

zie onder bestuurlijke boete

 

niet verwijtbaar

gesprek en brief

zie onder bestuurlijke boete

2e keer niet meewerken

verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 300,00

dertig procent van de bijstandsnorm/netto grondslag gedurende één maand

 

niet verwijtbaar

waarschuwingsbrief en nieuwe afspraak binnen 2 weken

 

3e keer niet meewerken

verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 500,00

veertig procent van de bijstandsnorm/netto grondslag gedurende één maand

 

3. Niet binnen de wettelijke termijn slagen voor het inburgeringsexamen

gedraging

verwijtbaar/

niet verwijtbaar

bestuurlijke boete

maatregel (voor WWB-ers)

1e keer niet halen

verwijtbaar

waarschuwingsbrief + hersteltermijn

zie onder bestuurlijke boete

 

niet verwijtbaar

brief + hersteltermijn

zie onder bestuurlijke boete

2e keer niet halen

verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 500,00

veertig procent van de bijstandsnorm/netto grondslag gedurende één maand

 

niet verwijtbaar

waarschuwingsbrief + hersteltermijn/ vrijstelling

 

3e keer niet halen

verwijtbaar

bestuurlijke boete: € 1.000,00

honderd procent van de bijstandsnorm/grondslag gedurende één maand

 

4. Bij het niet slagen binnen de verlengde termijn voor het inburgeringsexamen gelden dezelfde boetes en maatregelen als bij het niet slagen binnen de wettelijke termijn.

 

Ridderkerk,

Het college voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

dhr. H.W.J. Klaucke

mw. A. Attema

Bijlage toelichting beleidsregels handhaving inburgering

 

De Wet inburgering draagt het college op om een bestuurlijke op te leggen aan de inburgeringsplichtige als hij/zij zich niet houdt aan de wettelijke verplichtingen. In de beleidsregels staat omschreven welke boete bij welke overtreding kan worden opgelegd. Voor de opbouw van de boetes wordt een schema gehanteerd, met daarin beschreven de gedragingen en de hieraan gerelateerde boetes die opgelegd kunnen worden. In deze bijlage worden de plichten van de inburgeraar, de mogelijke overtredingen en het boetebeleid nader omschreven.

 

1. Inleiding

Bij het uitvoeren van de Verordening Wet inburgering en de Afstemmingsverordening moeten deze beleidsregels toegepast worden. Dit geldt alleen voor inburgeringsplichtigen, die in het kader van de Wet inburgering, inburgeringsplichtig zijn.

 

2. Uitgangspunten

Spreekt voor zich.

 

3. Gedragingen waarvoor boetes opgelegd kunnen worden:

1. Inburgeringsonderzoek

Nadat de Gemeenschappelijke regeling BAR organisatie een potentieel inburgeringsplichtige heeft opgeroepen voor een inburgeringsonderzoek, wordt deze conform de wet verplicht om te verschijnen. Indien de persoon ‘geen gehoor’ (definitie: zowel niet komen opdagen op de afgesproken tijd en locatie en de afspraak niet is verzet) geeft aan deze oproep, wordt eenmalig een waarschuwingsbrief, met het voornemen tot het opleggen van een boete, gestuurd en waarin ook een nieuwe afspraak voor een gesprek wordt gemaakt (opnieuw een inburgeringsonderzoek binnen maximaal

4 weken na de datum van de oorspronkelijke afspraak). Indien de persoon vervolgens wederom geen gehoor geeft aan de oproep wordt een bestuurlijke boete opgelegd van

€ 300,00 en volgt een nieuwe afspraak voor een gesprek. Bij de derde keer geen gehoor geven aan de oproep loopt dit bedrag op tot € 500,00. Is het gedrag van de persoon bij de eerste keer niet verwijtbaar, dan volgt er een brief waarin een nieuwe afspraak voor een gesprek wordt gemaakt. Is het gedrag van de persoon ook bij de tweede keer niet verwijtbaar, dan volgt er een waarschuwingsbrief, waarin opnieuw een afspraak voor een gesprek wordt gemaakt. Wordt er hierna geen gehoor gegeven aan de oproep, dan gaat de gemeente er vanuit dat dit verwijtbaar gedrag is. Vanaf dan wordt het schema verwijtbaar gedrag gevolgd. Aan WWB-ers kunnen, op basis van de afstemmingsverordening, geen boetes opgelegd worden. Voor deze personen gelden de maatregelen zoals vermeld in het schema onder maatregel (voor WWB-ers). Indien de persoon wel verschijnt op het inburgeringsonderzoek, maar niet of onvoldoende meewerkt, wordt er een waarschuwingsbrief gestuurd, waarin een nieuwe afspraak wordt gemaakt en waarin het voornemen om een boete op te leggen bekend wordt gemaakt. Indien de persoon vervolgens wederom geen of onvoldoende medewerking verleent tijdens het inburgeringsonderzoek, wordt een boete opgelegd van € 300,-. Bij recidivegedrag wordt dit bedrag € 500,- Is het gedrag van de persoon de eerste twee keren niet verwijtbaar dan gelden dezelfde regels als bij het niet verschijnen voor het inburgeringsonderzoek. Ook hierbij gaat de gemeente er vanuit dat er vanaf de derde keer sprake is van verwijtbaar gedrag en wordt het schema verwijtbaar gedrag gevolgd. Ook hier gelden voor WWB-ers dezelfde maatregelen, als eerder genoemd.

 

2. Inburgeringsvoorziening

Indien een inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor een aanbod voor een inburgeringsvoorziening, biedt de gemeente deze inburgeringsvoorziening aan. De inburgeringsplichtige kan dit aanbod aanvaarden of weigeren. De inburgeringsplichtige is niet verplicht een aanbod te accepteren. Hij kan ervoor kiezen zich op eigen wijze op het inburgeringsexamen voor te bereiden. Dit is geen gedraging waarvoor een boete opgelegd kan worden. Deze inburgeringsplichtige ontvangt dan een handhavingsbeschikking, waarin de termijn wordt opgenomen waarbinnen het inburgeringsexamen moet zijn behaald. Inburgeringsplichtige WWB-ers die vanuit hun re-integratieverplichtingen de verplichting opgelegd hebben gekregen het door ons aangeboden inburgeringstraject te volgen, zijn wél verplicht het aanbod te accepteren. Na het verstrijken van de wettelijke inburgeringstermijn (termijnen zoals vastgelegd bij punt 3) wordt gecontroleerd of en hoe deze inburgeringsplichtige zich voorbereidt op het inburgeringsexamen en of er voortgang is geboekt. Wanneer de inburgeringsplichtige zich onvoldoende inzet, kan een boete worden opgelegd. Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod van een inburgeringsvoorziening accepteert, zal de gemeente in de beschikking horend bij de inburgeringsvoorziening voorwaarden opleggen tot verlening van medewerking aan de uitvoering van de inburgeringsvoorziening.

 

De Gemeenschappelijke regeling BAR organisatie wil bij het doen van een aanbod onder ander de volgende voorwaarden opleggen:

 

- De inburgeraar start met het volgen van het programma op de datum dat hij daarvoor door de onderwijsinstelling wordt uitgenodigd.

- De inburgeraar houdt zich aan de regels die de onderwijsinstelling voor cursisten stelt.

- De inburgeraar dient zoveel mogelijk, maar tenminste 80% van de cursusbijeenkomsten van het inburgeringsprogramma bij te wonen.

- De inburgeraar verschijnt op een gesprek op uitnodiging van de ambtenaar van de gemeente die in het kader van de begeleiding daarvoor is aangewezen.

- De inburgeraar vraagt op tijd een gesprek aan bij de gemeente aan als hij dit nodig vindt.

- De inburgeraar stelt het bureau inburgering onmiddellijk en onder opgave van redenen op de hoogte, indien hij niet of niet volledig kan voldoen aan de verplichtingen als omschreven in het trajectplan.

- De inburgeraar is ook verplicht alle onderdelen uit het inburgeringsprogramma te blijven volgen en af te maken, ook indien en nadat andere onderdelen uit het trajectplan al voltooid zijn.

- De inburgeraar dient bureau inburgering of de ambtenaar die in het kader van de begeleiding daarvoor is aangewezen onmiddellijk op de hoogte te brengen van zijn (voorgenomen) verhuizing en het nieuwe adres.

 

Daarnaast wordt de inburgeraar er op gewezen dat, tenzij het niet aan hem kan worden verweten, wij een boete kunnen opleggen in de volgende gevallen:

 

- Als de inburgeraar onvoldoende meewerkt aan inburgeringvoorziening.

- Als de inburgeraar niet op tijd voor de eerste maal aan het inburge heeft deelgenomen.examen

- Als de inburgeraar niet op tijd het inburgeringexamen heeft behaald.

 

Indien de persoon evident niet voldoet aan één van vermelde voorwaarden, volgt er een uitnodiging voor een gesprek en wordt er een gesprek gevoerd met de persoon. De afspraken uit dit gesprek worden bevestigd in een waarschuwingsbrief.

In deze waarschuwingsbrief wordt tevens het voornemen tot het opleggen van een boete kenbaar gemaakt wanneer de inburgeringsplichtige zich niet houdt aan de gemaakte afspraken. Indien de persoon dan opnieuw geen medewerking verleent, wordt een bestuurlijke boete opgelegd van €  300,00. Bij recidivegedrag wordt vervolgens het traject onmiddellijk stopgezet en wordt er een boete opgelegd van € 500,00. Is het gedrag van de persoon bij de eerste keer niet verwijtbaar, dan volgt er een brief waarin een nieuwe afspraak voor een gesprek wordt gemaakt. Is het gedrag van de persoon ook bij de tweede keer niet verwijtbaar, dan volgt er een waarschuwingsbrief, waarin opnieuw een afspraak voor een gesprek wordt gemaakt. Wordt er hierna geen gehoor gegeven aan de oproep, dan gaat de gemeente er vanuit dat dit verwijtbaar gedrag is. Vanaf dan wordt het schema verwijtbaar gedrag gevolgd. Aan WWB-ers kunnen, op basis van de afstemmingsverordening, geen boetes opgelegd worden. Voor deze personen gelden de maatregelen zoals vermeld in het schema onder maatregel (voor WWB-ers).

 

3. Inburgeringsexamen

In de wet zijn termijnen opgenomen waarbinnen het examen moet zijn behaald:

- Voor nieuwkomers die op basis van de Vreemdelingenwet 2000 het basisexamen inburgering in het land van herkomst hebben behaald, geldt een termijn van 3,5 jaar. Van hen wordt immers verondersteld dat zij reeds over basiskennis van de Nederlandse taal en de Nederlandse samenleving beschikken. Deze termijn gaat lopen vanaf het moment dat de nieuwkomer een inwilligende beschikking heeft ontvangen van de IND.

- Voor de nieuwkomers aan wie de inburgeringsplicht is opgelegd tussen

1 januari 2007 en 1 januari 2010 en die geen basisexamen inburgering in het buitenland hebben gehaald (zoals asielgerechtigden en Pardonners) geldt een termijn van 5 jaar. Deze termijn gaat lopen vanaf het moment dat de nieuwkomer een inwilligende beschikking heeft ontvangen van de IND.

- Voor nieuwkomers aan wie de inburgeringsplicht is opgelegd na 1 januari 2010 en die geen basisexamen inburgering in het buitenland hebben behaald (zoals asielgerechtigden) geldt een termijn van 3,5 jaar. Deze termijn gaat lopen vanaf het moment dat de nieuwkomer een inwilligende beschikking heeft ontvangen van de IND.

- Voor oudkomers aan wie de inburgeringsplicht is opgelegd tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2010 geldt een termijn van 5 jaar. Deze termijn gaat lopen vanaf de datum van de handhavingsbeschikking.

- Voor oudkomers aan wie de inburgeringsplicht is opgelegd na 1 januari 2010 geldt een termijn van 3,5 jaar. Deze termijn gaat lopen vanaf de datum van de handhavingsbeschikking.

 

Indien een inburgeringsplichtige niet tijdig verwijtbaar het inburgeringsexamen heeft gehaald, wordt eenmalig een waarschuwingsbrief gestuurd, met het voornemen tot opleggen van een boete. Hierbij wordt aangegeven, dat binnen twee maanden na het verstrijken van de oorspronkelijke maximale datum van het inburgeringsexamen, het examen alsnog behaald moet worden. Wanneer de persoon vervolgens wederom het examen niet haalt, wordt een boete van € 500,00 opgelegd. Een jaar na het verstrijken van de tweede termijn wordt er opnieuw bekeken of het examen is behaald. Is het voor de derde keer niet behaald dan wordt er opnieuw een boete opgelegd, dit keer van € 1.000,00

De termijn waarop wordt uitgesteld (tussen verstrijken tweede termijn en de derde termijn) is in principe een jaar. De termijn wordt afgestemd op de persoonlijke omstandigheden van de inburgeringsplichtige, maar zal nooit meer dan twee jaar bedragen. Is het niet slagen voor het inburgeringsexamen de eerste keer niet verwijtbaar dan volgt er een brief waarin de hersteltermijn bekend wordt gemaakt. Dat is twee maanden na het verstrijken van de oorspronkelijke maximale datum van het inburgeringsexamen. Haalt de persoon het examen vervolgens niet verwijtbaar weer niet dan volgt of een waarschuwingsbrief waarin wordt aangekondigd dat er het voornemen bestaat om een boete op te leggen en volgt er een hersteltermijn. Deze termijn bedraagt nooit meer dan twee jaar, of volgt er een vrijstelling, wanneer het voor deze persoon, na getoonde inzet, niet mogelijk blijkt om het inburgeringsexamen te behalen. Voor de personen zonder vrijstelling die na de hersteltermijn het examen niet halen, geldt hierna het schema verwijtbaar gedrag en volgt de eerste boete, omdat de gemeente er vanuit gaat dat er nu wel sprake is van verwijtbaar gedrag. Aan WWB-ers kunnen, op basis van de afstemmingsverordening, geen boetes opgelegd worden. Voor deze personen gelden de maatregelen zoals vermeld in het schema onder maatregel (voor WWB-ers).