Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
De Ronde Venen

Verordening op de heffing en de invordering van de reinigingsrechten 

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieDe Ronde Venen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van de reinigingsrechten 
CiteertitelVerordening reinigingsrechten 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling blijft na de herindeling van 1 januari 2011 nog uiterlijk twee jaar van toepassing voor het grondgebied van de huidige gemeente De Ronde Venen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. Gemeentewet, art 229, eerste lid , aanhef en onderdelen a en b
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-11-200901-01-2013Nieuwe regeling

12-11-2009

Nieuwe Meerbode, 18-11-2009

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van de reinigingsrechten 

 

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Onder eigendom wordt verstaan een roerende of een onroerende zaak.

  • 2.

    Indien gedeelten van een eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, wordt het recht geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat, indien twee of meer van die gedeelten tezamen als een geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

  • 3.

    Wie als gebruiker van een eigendom moet worden beschouwd, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam van ‘reinigingsrechten’ worden rechten geheven zowel voor het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten als voor het gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentebezittingen, werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of in onderhoud zijn.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van de gebruiker van een eigendom, die gebruik maakt van de in artikel 2 bedoelde diensten.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    Het recht bedraagt per belastingjaar per eigendom € 246,00 (tarief meerpersoonshuishouden).

  • 2.

    Indien de gebruiker van een eigendom, als bedoeld in artikel 1, een alleenwonende natuurlijk persoon betreft, bedraagt het recht in afwijking van lid 1, € 185,00 (tarief eenpersoonshuishouden).

  • 3.

    Indien een eigendom, als bedoeld in artikel 1, niet permanent wordt bewoond en bestemd is voor en gebezigd wordt als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden, bedraagt het recht in afwijking van lid 1, € 185,00 (tarief recreatie).

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van aanslag met dien verstande dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en de heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De rechten zijn verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist.

  • 5.

    Indien de maatstaf van de heffing in de loop van het belastingjaar wijzigt van een eenpersoons- naar een meerpersoons huishouden dan zijn de rechten verschuldigd naar het tarief meerpersoonshuishouden voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de gewijzigde omstandigheid, nog volle kalendermaanden overblijft.

  • 6.

    Indien de maatstaf van de heffing in de loop van het belastingjaar wijzigt van een meerpersoons- naar een eenpersoonshuishouden dan volgt er een vermindering van de aanslag naar het tarief eenpersoonshuishouden voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de gewijzigde omstandigheid, nog volle kalendermaanden overblijft.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

  • 2.

    In gevallen zolang het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen door middel van automatische incasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kan worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in 8 gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de eerste maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de reinigingsrechten.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening reinigingsrechten 2009” van 7 november 2008, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening reinigingsrechten 2010”.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente De Ronde Venen d.d. 12 november 2009.

 

De voorzitter, De griffier,