Overheidsorganisatie | Gemeente Oost Gelre |
---|---|
Officiële naam regeling | Algemene subsidieverordening Oost Gelre |
Citeertitel | Algemene subsidieverordening Oost Gelre |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 24-12-2014 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Elna / Groenlose Gids 24-12-2013 | 17-12-2013/8 |
raad van de gemeente Oost Gelre;
gezien het voorstel van het college van de gemeente Oost Gelre van 4 november 2013; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is om een duidelijke algemene subsidieverordening te hanteren waarbij de regeldruk en de administratieve lasten zo laag mogelijk worden gehouden. Besluit:
vast te stellen de ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING OOST GELRE
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. college: college van burgemeester en wethouders van Oost Gelre;
b. raad: raad van Oost Gelre;
c. eenmalige subsidie: subsidie ten behoeve van bijzondere activiteiten die niet behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager;
d. jaarlijkse subsidie: subsidie die per jaar of voor een bepaald aantal jaren voor een periode van maximaal vier jaar wordt verstrekt;
e. aanvrager: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie;
f. jaarrekening: omvat de exploitatierekening en de balans, beide voorzien van een toelichting;
g. jaarverslag: het overzicht van uitgevoerde activiteiten.
De raad stelt hierbij vast dat voor de volgende beleidsterreinen subsidie kan worden verstrekt:
a. algemeen bestuur;
b. openbare orde en veiligheid;
c. verkeer, vervoer en waterstaat;
d. economische zaken;
e. onderwijs;
f. cultuur en recreatie;
g. sociale voorzieningen en maatschappelijke dienstverlening;
h. volksgezondheid en milieu;
i. ruimtelijke ordening en volkshuisvesting.
1. Het college is bevoegd subsidies te verstrekken met inachtneming van het bepaalde in deze verordening.
2. Het college kan nadere regels stellen, waarin onder andere de te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie kunnen worden vastgelegd.
Het college is bevoegd tot het vaststellen van een subsidieplafond. Het college kan er voor kiezen om een subsidieplafond vast te leggen in nadere regels.
1. De aanvraag voor een subsidie wordt schriftelijk ingediend bij het college middels een aanvraagformulier.
2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
b. het doel en de resultaten, die daarmee worden nagestreefd;
c. een begroting van baten en lasten van de activiteiten.
3. Indien een aanvrager voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij een exemplaar van de oprichtingsakte, de statuten, het jaarverslag en de jaarrekening van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier.
4. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.
Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan uiterlijk 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar of de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
1. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag.
2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.
Het college kan een aanvraag voor subsidie in ieder geval weigeren indien de activiteiten van de aanvrager niet of niet in overwegende mate gericht zijn op de gemeente of haar inwoners of niet of nauwelijks ten goede komen aan de gemeente of haar ingezetenen.
Vervallen.
1. Indien een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 13 lid 1, onderdeel a, wordt gegeven, vindt de betaling van de gehele subsidie in één bedrag plaats.
2. Indien een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 13 lid 1, onderdeel b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot.
3. Indien besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, wordt in de beschikking tot subsidieverlening de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald.
Bij subsidies, hoger dan 50.000 euro, die verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot het tussentijds afleggen van rekening en verantwoording over de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten. Een dergelijke tussentijdse verantwoording wordt niet vaker dan één keer per jaar gevraagd.
1. De subsidieontvanger doet onmiddellijk melding aan het college, zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend of vastgesteld, niet of niet geheel zullen worden verricht of dat niet of niet geheel aan de aan de beschikking tot subsidieverlening of beschikking tot subsidievaststelling verbonden verplichtingen zal worden voldaan.
2. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over:
a. procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten, waarvoor subsidie is verleend of vastgesteld, dan wel ontbinding van de rechtspersoon;
b. relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhoudingen met derden;
c. ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de aan de beschikking tot subsidieverlening en/of vaststelling verbonden voorwaarden en verplichtingen niet of niet geheel kan worden nagekomen;
d. wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm en/of het doel van de rechtspersoon
1. Subsidies tot 5.000 euro worden door het college:
a. direct vastgesteld of
b. ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten uiterlijk moeten zijn verricht.
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 14 en 15 van deze verordening kan het college besluiten om subsidies direct vast te stellen.
1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 5.000 euro, maar minder dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten een aanvraag tot vaststelling in bij het college.
2. De aanvraag tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag en een financieel verslag.
3. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.
1. Indien de subsidieverlening meer bedraagt dan 50.000 euro, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling in bij het college:
a. bij een eenmalige subsidie, uiterlijk 13 weken na het verricht zijn van de activiteiten;
b. bij een jaarlijks verstrekte subsidie, uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar, respectievelijk 4 maanden na het subsidietijdvak, waarvoor de subsidie is verleend.
2. De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht;
b. de jaarrekening, voorzien van een accountantsverklaring.
3. Het college is bevoegd ook andere gegevens te verlangen.
1. Het college stelt binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling de subsidie vast.
2. Indien uit de aard van de subsidie, dan wel de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag.
3. Indien de aanvraag tot subsidievaststelling niet voor het in het eerste lid genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college 6 weken na een eenmalig rappel over tot ambtshalve vaststelling.
Het college kan, in bijzondere gevallen, één of meerdere artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 2, 3 en 8, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.
De Algemene Subsidieverordening 2011 wordt ingetrokken.
Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 januari 2014 worden afgedaan volgens de bepalingen van deze verordening.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
Deze verordening wordt aangehaald als ‘Algemene subsidieverordening Oost Gelre’.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 17 december 2013,
de raadsgriffier,
J. Vinke
de voorzitter,
M.N. Kallen-Morren