Organisatie | Zevenaar |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van begrafenisrechten Rosorum en Angerlo 2014 |
Citeertitel | Verordening begrafenisrechten Rosorum en Angerlo 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
zie ook de Tarieventabel
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 18-12-2013 Liemers Lantaren, 27 december 2013 | Onbekend |
Artikel 1 - Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.
Artikel 4 - Maatstaf van heffing en belastingtarief
De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.
Artikel 6 - Ontstaan van de belastingschuld
De rechten zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 7 - Termijnen van betaling
De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 9 - Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de begrafenisrechten.
Artikel 10 – Overgangsbepaling
De “Verordening begrafenisrechten Rosorum en Angerlo 2013 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.