Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Bloemendaal

Legesverordening Bloemendaal 2014

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBloemendaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingLegesverordening Bloemendaal 2014
CiteertitelLegesverordening Bloemendaal 2014
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201401-01-2015Onbekend

19-12-2013

GVOP

2013044315

Tekst van de regeling

Intitulé

Legesverordening Bloemendaal 2014

De raad der gemeente Bloemendaal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440);

b e s l u i t:

vast te stellen de:

LEGESVERORDENING BLOEMENDAAL 2014

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    "dag": de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    "week": een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    "maand": het tijdvak dat loopt van ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    "jaar": het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    "kalenderjaar": de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet.

een en ander zoals benoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor het in behandeling nemen van:

  • a.

    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • b.

    diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • c.

    aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen;

  • d.

    aanvragen tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen inzake het plaatsen van zonnecollectoren en –panelen bij een Rijks- of een gemeentelijk monument of in een beschermd dorpsgezicht.

Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 1 maand na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid genoemde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Vermindering of teruggaaf

  • 1.

    Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden

Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    Van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    Een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van de tarieventabel betreft:

  • 1.

    Hoofdstuk 10 (reisdocumenten);

  • 2.

    Hoofdstuk 11 (rijbewijzen);

  • 3.

    Hoofdstuk 12 (Wet op de kansspelen);

  • 4.

    Onderdeel 4.7.1 (verklaring omtrent het gedrag)

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De 'Legesverordening Bloemendaal 2013’ van 20 december 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan alsmede dat artikel 12, eerste lid van de verordening (en daarmee de ‘Legesverordening Bloemendaal 2010’ ) van toepassing blijft op de belastbare feiten:

    • a.

      die zich voor 1 oktober 2010 hebben voorgedaan;

    • b.

      waarop de Wet ruimtelijke ordening of de Woningwet zoals deze luidden voor inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nog moeten worden toegepast;

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als 'Legesverordening Bloemendaal 2014’.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Bloemendaal,

gehouden op 19 december 2013.

R.Th.M. Nederveen, voorzitter

K.A. van der Pas, griffier

Gepubliceerd in het Weekblad Kennemerland Zuid d.d. 9 januari 2014.

Tarieven

 

 

 

 

 

TARIEVENTABEL

 

 

behorende bij de Legesverordening Bloemendaal 2014

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 1

 

 

Algemeen

 

1.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

1.1.1

afschriften, doorslagen, fotokopieën of faxen van stukken in zwart-wit, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.1.1.1

per pagina op A4-formaat

€ 0,30

 

per pagina op A3-formaat

€ 0,60

 

per pagina op A2-formaat

€ 1,45

 

per pagina op A1-formaat

€ 3,35

 

per pagina op A0-formaat

€ 6,45

1.1.2

afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken in kleur, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 

1.1.2.1

per pagina op A4-formaat

€ 1,15

 

per pagina op A3-formaat

€ 2,25

1.1.3

kaarten en tekeningen, al dan niet behorend bij de in de onderdelen 1.1.1 en 1.1.2 genoemde stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 3,55

1.1.4

stukken of uittreksels, welke op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina of gedeelte daarvan, bladzijde of gedeelte daarvan

€ 2,05

1.1.5

De bedragen genoemd onder 1.1 worden met ieder daaraan besteed kwartier, of gedeelte van dat kwartier, verhoogd met

€ 20,30

1.1.6

Digitale stukken

voor ieder aan het opzoeken en verzenden van digitale stukken besteed kwartier, of gedeelte van dat kwartier

€ 20,30

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 2

 

 

Bestuursstukken

 

2.1.

Vervallen

 

2.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

 

 

-rapporten op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur per pagina

€ 0,30

 

met een maximum per rapport van

€ 17,45

 

-rapporten op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur per CD of DVD

€ 17,45

2.2.1

De bedragen genoemd onder 2.2 worden met ieder daaraan besteed kwartier verhoogd met

€ 20,30

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 3

 

 

Burgerlijke stand

 

3.1

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap op:

 

 

-locatie Brouwerskolk op maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 12.30 uur en op woensdag ook van 13.30 uur tot 16.00 uur

€ 418,00

 

-locatie Bennebroekerlaan 5 op maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 12.30 uur en op woensdag ook van 13.30 uur tot 16.30 uur

€ 418,00

 

-alle hierboven niet genoemde dagen en tijden op de locaties Brouwerskolk en Bennebroekerlaan 5 met uitzondering van maandag op 08.30 uur of 09.00 uur

-locatie bezoekerscentrum De Kennemerduinen op maandag t/m vrijdag

-locatie bezoekerscentrum De Kennemerduinen in het weekend

€ 760,00

€ 441,64

€ 760,00

 

 

 

3.2

Het tarief bedraagt ter zake van het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal op de locatie Brouwerskolk of Bennebroekerlaan 5 of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte:

-locatie Brouwerskolk maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 12.30 uur en op woensdag ook van 13.30 uur tot 16.00 uur

€ 418,00

 

-locatie Bennebroekerlaan 5 maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 12.30 uur en op woensdag ook van 13.30 uur tot 16.30 uur

-alle hierboven niet genoemde dagen en tijden op de locaties Brouwerskolk en Bennebroekerlaan 5 met uitzondering van maandag op 08.30 uur of 09.00 uur

-locatie bezoekerscentrum De Kennemerduinen op maandag t/m vrijdag

€ 418,00

€ 760,00

€ 441,64

 

-locatie bezoekerscentrum De Kennemerduinen in het weekend

€ 760,00

3.2.1

Indien de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap wordt verricht op een andere locatie dan de Brouwerskolk, Bennebroekerlaan 5 of het bezoekerscentrum De Kennemerduinen

 

 

-op maandag t/m vrijdag

€ 617,00

 

-op andere dagen

€ 965,00

3.2.2

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot aanwijzing van een keuzelocatie als “huis van de gemeente” teneinde aldaar een huwelijk of geregistreerd partnerschap mogelijk te maken worden de tarieven onder 3.2.1 verhoogd met

€ 166,00

3.3

Voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap of omzetting als bedoeld in 3.2, buiten het raadhuis, ingevolge 1 : 64 van het Burgerlijk Wetboek, worden de onder 3.1 genoemde tarieven verhoogd met 10%

 

3.4

Voor het afgeven van een trouwboekje of een partnerschapsboekje bedraagt het tarief

€ 21,20

3.5

Voor het op verzoek wijzigen of annuleren van het tijdstip of de datum waarop een huwelijk, registratie van een partnerschap of omzetting als bedoeld in 3.2.1 wordt voltrokken

€ 21,20

3.6

Het tarief bedraagt voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen: per getuige

€ 36,00

3.7

Het tarief bedraagt ter zake van het doen van nasporingen in de registers van de Burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,30

3.8

Terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 

3.9

Het tarief voor de benoeming van buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand voor één dag bedraagt, per uur

€ 81,20

3.10

Indien het aanvangstijdstip met meer dan 15 minuten wordt overschreden, door omstandigheden niet aan de gemeente te wijten, kan het van toepassing zijnde tarief, genoemd onder 3.1, 3.2 en 3.2.1 worden verdubbeld

 

3.11

Indien een huwelijksvoltrekking / registratie partnerschap niet plaatsvindt, wordt op aanvraag teruggaaf van 60% van de geheven leges verleend

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

 

 

Verstrekkingen uit de basisregistratie personen

 

 

 

 

4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk, met uitzondering van de onderdelen 4.3 en 4.4, wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

 

4.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 9,40

4.3

Voor de toepassing van onderdeel 4.4 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basisregistratie personen

 

4.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens: per verstrekking

€ 9,40

4.5

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van Nederlanderschap

€ 9,40

4.6

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een bewijs van inschrijving in de basisregistratie personen

€ 9,40

4.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

4.7.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent gedrag

€ 30,05

4.7.2

tot het verkrijgen van een attestatie de vita

€ 9,40

4.7.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening of het waarmerken van een fotokopie

€ 12,30

 

 

 

4.9

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basisregistratie personen voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,30

4.10

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 5

 

 

Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning

 

 

 

 

5.1

Begripsomschrijvingen

 

 

 

 

5.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

5.1.1.1

Aanlegkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

 

5.1.1.2

Bouwkosten:

 

de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

Voor de berekening van de bouwkosten c.q. de herbouwkosten wordt als leidraad gehanteerd de meest recente uitgave van de taxatieboekjes (her)bouwkosten woningen, bedrijfspanden en agrarische gebouwen van BIM media;

 

5.1.1.3a

5.1.1.3b

Principeverzoek:

Een verzoek dat een aanvrager kan doen als blijkt dat zijn initiatief niet past binnen de regels van het bestemmingsplan dan wel niet gerealiseerd kan worden met ontheffingsmogelijkheden die het bestemmingsplan kent of op basis van de zogenaamde lijst met kruimelgevallen (1e en 2e graad ontheffingen). Het verzoek aan de gemeente houdt in de vraag of een zwaardere ontheffing van de regels of wijziging van het bestemmingsplan mogelijk is.

Schetsplan:

Een verzoek dat een aanvrager kan doen als blijkt dat zijn initiatief niet past binnen de regels van het bestemmingsplan dan wel niet gerealiseerd kan worden met ontheffingsmogelijkheden die het bestemmingsplan kent of op basis van de zogenaamde lijst met kruimelgevallen (1e en 2e graad ontheffingen). Het verzoek aan de gemeente houdt in de vraag of een zwaardere ontheffing van de regels of wijziging van het bestemmingsplan mogelijk is.

 

 

 

5.1.1.4

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

 

 

 

 

5.1.2

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die in de Wabo zijn

 

 

omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

 

 

 

 

5.1.3

In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

 

 

 

 

5.2

5.2.1

Beoordeling principeverzoek of schetsplan

Principeverzoek

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek of medewerking kan worden verleend aan het verkrijgen van een omgevingsvergunning

€ 600,10

5.2.2

Schetsplan

De kosten voor de behandeling van een schetsplan zijn inbegrepen bij de leges voor de behandeling van een officiële aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het (ver)bouwen van een object, zolang binnen drie maanden na bekendmaking van het eindresultaat over de haalbaarheid van het plan het proces wordt vervolgd met een officiële aanvraag. Wanneer binnen drie maanden geen gevolg wordt gegeven aan het proces worden de kosten voor de behandeling van het schetsplan in rekening gebracht. De volgende kosten worden daarbij in rekening gebracht:

De kosten voor de advisering door de Welstandszorg Noord Holland verhoogd met een bedrag van:

-bij een bouwsom tot € 10.000

-bij een bouwsom vanaf € 10.000 tot € 100.000

-bij een bouwsom vanaf € 100.000

€ 80,00

€ 160,00

€ 320,00

5.3

Omgevingsvergunning

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3 en 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

 

 

 

 

5.3.1

Bouwactiviteiten

 

5.3.1.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

-bouwkosten tot € 4.500

€ 150,00

 

-bouwkosten vanaf € 4.500 tot € 10.000

€ 300,00

 

-bouwkosten vanaf € 10.000 tot € 100.000

(met een maximum van € 3.000)

-bouwkosten vanaf € 100.000 tot € 1.000.000

(met een minimum van € 3.000)

-bouwkosten vanaf € 1.000.000

(met een maximum van € 108.000)

3,9%

2,85%

2,85%

 

 

 

5.3.1.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een tijdelijke bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief

2,97%

 

 

 

 

van de werkelijke kosten tot het realiseren van het tijdelijke bouwwerk (huur o.i.d.) met een minimum van

€ 130,50

 

 

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

5.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, verhoogd met:

10%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges tot een maximum van

€ 1.071,60

 

 

 

5.3.2

Aanlegactiviteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 353,35

 

 

 

5.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 5.3.1:

 

5.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

€ 300,00

5.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 900,00

5.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking (voormalige projectbesluit)):

 

€ 9.000,00

5.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 300,00

5.3.3.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

 

€ 300,00

5.3.3.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 1.800,00

5.3.3.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 1.800,00

5.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 900,00

 

 

 

5.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

5.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 300,00

5.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 900,00

5.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking (voormalig projectbesluit)):

€ 9.000,00

5.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

€ 900,00

5.3.4.5

indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):

€ 300,00

5.3.4.6

indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):

€ 1.800,00

5.3.4.7

indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):

€ 1.800,00

5.3.4.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

€ 900,00

 

 

 

5.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

 

 

 

 

 

 

-tot 100 m2

€ 452,60

 

 

 

-van 100 m2 tot 500 m2, per m2

€ 1,55

plus een vast bedrag van

€ 452,60

 

 

 

-van 500 m2 tot 2.000 m2, per m2

€ 0,85

 

plus een vast bedrag van

€ 1.078,70

 

 

 

-van 2.000 m2 tot 5.000 m2, per m2

€ 0,55

plus een vast bedrag van

€ 2.376,95

 

 

 

-van 5.000 m2 tot 50.000 m2, per m2

€ 0,10

plus een vast bedrag van

€ 3.977,60

 

 

 

-groter dan 50.000 m2

€ 6.111,70

 

 

5.3.6

Sloopactiviteiten op basis van bestemmingsplan

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder g van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 300,00

 

 

 

5.3.7

Vervallen

 

 

 

 

5.3.8

Aanleggen of veranderen weg

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 639,75

 

 

 

5.3.9

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 162,65

 

 

 

5.3.10

Kappen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 81,30

 

 

 

5.3.10A

Handelsreclame en ontsierende gevelkleuren en –schilderingen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging, afbeelding of op gevelkleuren in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 5.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:

 

5.3.10A.1

indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo, dan wel de ontsierende gevelkleuren of –schilderingen:

€ 61,00

5.3.10A.2

indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat die handelsreclame aan de onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder h, van de Wabo, dan wel de ontsierende gevelkleuren of –schilderingen:

€ 61,00

 

 

 

5.3.14

Andere activiteiten

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedoeld en die activiteit of handeling:

 

5.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 300,00

5.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 300,00

5.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief:

€ 300,00

5.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

5.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

5.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

5.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in paragraaf voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft;

 

 

 

 

5.3.16

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

5.3.16.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 179,00

5.3.16.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

€ 179,00

 

 

 

5.3.17

Advies

 

5.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van deze paragraaf bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

5.3.17.2

Indien een begroting als bedoeld in 5.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

5.4

Vermindering

 

5.4.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 5.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in paragraaf 5.3.

 

5.4.2

Indien de aanvraag om een herziening van een bestemmingsplan is voorafgegaan door een aanvraag om beoordeling van een principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 5.2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van de beoordeling van het principeverzoek geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om herziening van het bestemmingsplan als bedoeld in paragraaf 5.8.

 

 

 

 

5.5

Teruggaaf

 

5.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of aanlegactiviteiten

 

 

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 5.3.1, 5.3.2 en 5.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

5.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen/weigeren van de vergunning

60%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

5.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan doch voor het verlenen/weigeren van de vergunning

40%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

 

 

5.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanlegactiviteiten

 

 

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning, voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 5.3.1 en 5.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

5.5.3

Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

5.5.3.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 5.3.3 van deze tabel intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

5.5.3.2

De teruggaaf bedraagt:

 

indien de aanvraag wordt ingetrokken voor de planologische beoordeling heeft plaatsgevonden;

100%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

5.5.3.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de planologische beoordeling maar voor het verlenen/weigeren van de vergunning

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

 

5.5.3.4.

Onder een weigering bedoeld in de onderdelen 5.5.3.1, 5.5.3.2 en 5.5.3.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

5.5.4

Teruggaaf als gevolg van het intrekken van een aanvraag om een omgevingsvergunning die betrekking heeft op planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

5.5.4.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in paragraaf 5.3.4 van deze tabel intrekt terwijl deze al in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.

 

5.5.4.2

De teruggaaf bedraagt:

 

indien de aanvraag wordt ingetrokken voor de planologische beoordeling

100%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

5.5.4.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na de planologische beoordeling maar voor het verlenen/weigeren van de vergunning

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

 

5.5.4.4.

Onder een weigering bedoeld in de onderdelen 5.5.4.1, 5.5.4.2 en 5.5.4.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

5.5.5

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw- en aanlegactiviteiten

 

5.5.5.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- en aanlegactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 5.3.1, 5.3.2, 5.3.6 of 5.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

 

 

 

5.5.6

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

5.5.6.1

Indien op een aanvraag als bedoeld in paragraaf 5.3.3 van deze tabel afwijzend wordt beschikt, bedragen de verschuldigde leges

50%

 

van de leges als bedoeld in paragraaf 5.3.3

 

5.5.6.2

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo toe te passen (buitenplanse afwijking) bedragen de verschuldigde leges

15%

 

van de leges als bedoeld in artikel 5.3.3.3

 

5.5.6.3

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om een artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo toe te passen (afwijking van provinciale of nationale regelgeving) bedragen de verschuldigde leges:

15%

 

van de leges als bedoeld in de artikelen 5.3.3.6 en 5.3.3.7

 

5.5.6.4

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om een artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo toe te passen (afwijking van een voorbereidingsbesluit) bedragen de verschuldigde leges

15%

 

van de leges als bedoeld in artikel 5.3.3.8

 

 

 

 

5.5.7

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning die betrekking heeft op planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

5.5.7.1

Indien op een aanvraag als bedoeld in paragraaf 5.3.4 van deze tabel afwijzend wordt beschikt, bedragen de verschuldigde leges

80%

 

van de leges als bedoeld in paragraaf 5.3.4

 

5.5.7.2

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo toe te passen (buitenplanse afwijking) bedragen de verschuldigde leges:

15%

 

van de leges als bedoeld in artikel 5.3.4.3

 

5.5.7.3

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om een artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo toe te passen (afwijking van provinciale of nationale regelgeving) bedragen de verschuldigde leges:

15%

 

van de leges als bedoeld in de artikelen 5.3.4.6 en 5.3.4.7

 

5.5.7.4

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies om een artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo toe te passen (afwijking van een voorbereidingsbesluit) bedragen de verschuldigde leges

15%

 

van de leges als bedoeld in artikel 5.3.4.8

 

 

 

 

5.5.8

Onder een weigering bedoeld in de onderdelen 5.5.5, 5.5.6 en 5.5.7 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is herroepen naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift of bij rechterlijke uitspraak.

 

 

 

 

5.5.9

Minimumbedrag voor teruggaaf

 

 

Een bedrag minder dan € 75,00 wordt niet teruggegeven.

 

 

 

 

5.5.10

Geen teruggaaf leges principeverzoek

 

5.5.10.1

Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 5.2 wordt geen teruggaaf verleend op het moment dat het principeverzoek wordt ingetrokken nadat het ambtelijk advies gereed is.

 

5.5.10.2

Als de leges voor de omgevingsvergunning minder bedragen dan de leges voor het principeverzoek vindt geen teruggaaf plaats.

 

 

 

 

5.5.11

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

 

 

Van de leges verschuldigd op grond van het onderdeel 5.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

 

 

 

5.6

Intrekking omgevingsvergunning

 

5.6.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.5.2 en 5.5.3 van toepassing zijn:

€ 300,00

 

 

 

5.7

Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 300,00

 

 

 

5.8

Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten

 

5.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 9.000,00

5.8.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening

€ 6.000,00

5.8.3

Indien op een aanvraag als bedoeld in de artikelen 5.8.1 tot en met 5.8.3 van deze tabel afwijzend wordt beschikt, bedragen de verschuldigde leges

50%

 

van de leges als bedoeld in de artikelen 5.8.1 tot en met 5.8.3

 

5.8.4

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt het tarief

€ 1.200,00

5.8.5

Bij een op voorhand ambtelijk negatief advies voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen of uitwerken van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening bedraagt het tarief

€ 1.200,00

 

 

 

5.9

Sloopmelding

 

 

Vervallen

 

 

 

 

5.10

In deze titel niet benoemde beschikking

 

 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking

€ 300,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 6

 

 

Wet milieubeheervergunningen en –ontheffingen

 

 

 

 

6.1

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 7

 

 

Gemeentearchief

 

7.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in de in het gemeentearchief berustende stukken, voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,30

7.2

Het tarief bedraagt voor het afgeven van een verklaring WKPB-registratie conform artikel 9 van de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen

€ 20,30

 

 

 

 

Hoofdstuk 8

 

 

Kiezersregister

 

 

 

 

8.1

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 9

 

 

Kadaster

 

9.1.

Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doen van nasporingen in het gemeentelijk kadaster voor ieder daaraan besteed kwartier

€ 20,30

9.2.

Het tarief bedraagt terzake van het verlenen van inzage van de kadastrale leggers per leggerartikel

€ 6,45

9.3.

indien daarbij de hulp van gemeentewege wordt verleend, per kwartier of gedeelte daarvan

€ 20,30

9.4.

het tarief bedraagt terzake van het opmaken van een tekening van een kadastraal perceel, per tekening, per perceel

€ 35,65

9.5.

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van informatie uit het gemeentelijk kadastraal informatiesysteem per kadastraal perceel

€ 6,45

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 10

 

 

Reisdocumenten

 

 

 

 

10.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

10.1.1

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

€ 50,35

10.1.2

tot het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 10.1.1 (zakenpaspoort)

€ 50,35

10.1.3

tot het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort)

€ 50,35

10.1.4

Vervallen

 

10.1.5

Vervallen

 

10.1.6

Vervallen

 

10.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart (NIK) als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet

€ 41,90

10.2.1

Voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van veertien jaar nog niet heeft bereikt

€ 31,85

10.3

De tarieven als genoemd in de onderdelen 10.1.1 tot en met 10.1.3 alsmede in 10.2 en 10.2.1 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

€ 46,60

10.3.1

Het tarief als genoemd in 10.3 wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument als bedoeld in 10.1.1, 10.1.2 en 10.1.3 slechts één keer per reisdocument berekend

 

10.2.3

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 11

 

 

Rijbewijzen

 

11.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

€ 38,45

11.1.1

Het tarief genoemd in onderdeel 11.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met

€ 34,10

11.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

€ 12,15

11.3

Vervallen

 

 

Hoofdstuk 12

 

 

Wet op de kansspelen

 

12.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen

 

12.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één speelautomaat

€ 56,50

12.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste speelautomaat

€ 22,50

 

-en voor iedere volgende automaat

€ 34,00

12.1.3

voor één speelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van 5 jaar

€ 226,50

12.1.4

voor twee of meer speelautomaten welke vergunning geldt voor een periode van 5 jaar, voor de eerste speelautomaat

€ 90,50

 

-en voor iedere volgende automaat

€ 136,00

12.1.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 38,60

 

 

 

 

Hoofdstuk 13

 

 

Drank- en Horecawet

 

13.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet

€ 485,00

13.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 82,75

13.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 en 30a van de Drank- en Horecawet

€ 41,35

13.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet, en/of artikel 2.28 (oud artikel 2.3.1.2) van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning horecabedrijf), en/of een bouwvergunning wordt, indien na de reguliere beoordeling van de aanvraag een zogenoemde integriteitstoetsing (intake en screening) moet plaatsvinden, verhoogd met

€ 469,60

13.5

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Drank- en Horecawet, en/of artikel 2.28 (oud artikel 2.3.1.2) van de Algemene plaatselijke verordening (exploitatievergunning horecabedrijf), en/of een bouwvergunning wordt, indien na de integriteitstoets (intake en screening) een advies bij het landelijk bureau Bibob wordt aangevraagd, het bedrag genoemd in artikel 13.4 verhoogd met

€ 585,60

 

 

 

 

Hoofdstuk 14

 

 

Winkeltijdenwet

 

14.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

14.1.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 41,35

14.1.2

tot het verlenen van toestemming om een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 41,35

14.1.3

tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing

€ 41,35

 

 

 

 

Hoofdstuk 15

 

 

Wonen

 

15.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

15.1.1

tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet

€ 48,20

15.1.2

tot het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet

€ 375,00

15.1.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet

€ 375,00

15.1.4

tot het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet

€ 375,00

15.1.5

tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33, eerste lid van de Huisvestingswet

€ 375,00

15.1.6

tot het verkrijgen van een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet

€ 150,00

15.1.6.2

tot het verkrijgen van een verlenging van een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15, eerste lid van de Leegstandswet

€ 75,10

15.1.7

Tot het verkrijgen van een urgentieverklaring als bedoeld in artikel 14, eerste lid van de Huisvestingsverordening Bloemendaal 2007, indien woonruimte in het kader van een stadsvernieuwings- of herstructureringsproject op korte termijn moet worden verlaten (artikel 16 lid b Huisvestingsverordening Bloemendaal 2007). De leges worden per huishouden in rekening gebracht bij de verhuurder.

€ 48,20

15.1.8

Bij het afwijzen of intrekken van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of verklaring als bedoeld in hoofdstuk 15 van deze tabel bedraagt de leges:

50%

 

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende vergunning of verklaring verschuldigde leges.

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 16

 

 

Verkeer en Vervoer

 

16.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

16.1.1

tot het verkrijgen van een ontheffing/vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op grond van artikel 149 Wegenverkeerswet 1994 juncto art. 87 RVV (blauwe zone) of de Parkeerverordening zone E9 Bloemendaal 2006

 

 

a.voor een vergunning/ontheffing op kenteken (3 jaar geldig)

€ 84,65

 

b.voor een eerste bezoekersvergunning betrekking hebbend op

zone E9 (3 jaar geldig)

nihil

 

c.voor een tweede bezoekersvergunning betrekking hebbend op

zone E9 (3 jaar geldig)

€ 32,30

 

d.een tijdelijke vergunning op grond van art. 3 lid 6 van de Parkeerverordening zone E9 Bloemendaal 2006

€ 12,85

16.1.2.

tot het verkrijgen van een invalidenparkeerkaart of gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer indien sprake is van een vijfjaarlijkse keuring in een stabiele situatie (stabiel of statisch ten aan zien van fysieke gesteldheid als grondslag voor het in aanmerking komen van een kaart)

nihil

16.1.3

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2.10 (oud artikel 2.1.5.1) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal, waarvoor een Verkeersbesluit genomen moet worden op grond van de artikelen 15 en 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 41,35

16.1.4

Vervallen

 

16.1.5

Vervallen

 

16.1.6

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 anders dan een parkeerontheffing zoals bedoeld onder 16.1.1

€ 64,70

16.1.7

tot het verkrijgen van een gereserveerde gehandicaptenparkeerplaats op kenteken waarvoor een verkeersbesluit moet worden genomen op grond van artikel 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 235,75

 

 

 

 

Hoofdstuk 17

 

 

Wet op de openluchtrecreatie

 

17.1

Vervallen

 

 

 

 

 

Hoofdstuk 18

 

 

Diversen

 

18.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:

 

18.3.1

Vervallen

 

18.3.2

Vervallen

 

18.3.3

tot het verkrijgen van een vergunning tot het innemen van een staan- of ligplaats binnen de gemeente met een woonwagen of woonschip

€ 82,70

18.3.5

tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 5.45 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor het mogen berijden van het strand en/of de strandafgang

€ 41,35

18.3.7

tot het verkrijgen van een ontheffing van het verbod als bedoeld in artikel 4.6 (oud artikel 4.1.5) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal

-Muziek in de open lucht

-Nachtelijke werkzaamheden

€ 41,35

€ 124,05

18.3.8

tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 4.25 (oud artikel 4.4.1) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal

€ 213,25

18.3.9

Vervallen

 

18.3.10

Vervallen

 

18.3.11

tot het verkrijgen van een ontheffing op grond van artikel 2.9 (oud artikel 2.1.4.2) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal voor het op of aan de weg optreden als straatartiest

€ 41,35

18.3.12

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2.25 (oud artikel 2.2.2) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal voor het organiseren van een evenement

 

 

-voor zover het betreft de behandeling van een aanvraag (al dan niet) met advisering

€ 44,05

 

-voor zover het betreft de behandeling van een uitgebreide aanvraag met advisering door diverse disciplines

€ 88,10

 

-voor zover het betreft de behandeling van een uitgebreide, complexe aanvraag waarvoor vooroverleg, uitgebreide advisering en/of controle(s) vereist zijn

€ 318,80

 

-voor zover het betreft de behandeling van een nieuwe, uitgebreide, complexe aanvraag waarvoor vooroverleg, uitgebreide advisering en/of controle(s) vereist zijn

€ 637,60

 

 

 

 

 

 

18.3.12.1

Indien er door de GGD/GHOR, conform het Evenementenbeleid 2011-2015 GHOR Kennemerland, een evenementenadvisering heeft plaats-gevonden, of dient plaats te vinden, worden de onder artikel 18.3.12 genoemde bedragen verhoogd met het bedrag voor advieskosten dat voor elk afzonderlijk evenement in rekening wordt gebracht:

 

 

-voor evenementen uit de categorie ‘verhoogde veiligheidsaandacht’ die op de bestuurlijk vastgestelde Regionale Evenementenkalender staan

€ 2.005,35

 

-voor evenementen uit de categorie ‘veiligheidsaandacht’ die op de bestuurlijk vastgestelde Regionale Evenementenkalender staan

€ 1.052,00

 

-voor evenementen niet vallende onder de hierboven vermelde categorieën van dit artikel

€ 1.052,00

 

 

 

18.3.13

tot het verkrijgen van een vergunning of ontheffing tot het openhouden na sluitingstijd van inrichtingen, als bedoeld in artikel 2.29 (oud artikel 2.3.1.4) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal:

€ 41,35

 

 

 

18.3.14

Vervallen

 

18.3.15

tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 2.11 (oud artikel 2.1.5.2) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal voor het leggen van kabels en leidingen door nutsbedrijven die niet vallen onder de Telecommunicatiewet

€ 64,60

18.3.16

tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing tot handelingen, waarvoor krachtens wet, reglement of verordening een vergunning, ontheffing dan wel een verklaring van geen bezwaar moet worden gevraagd en voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of bijzondere regeling is opgenomen en voorts er daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

€ 41,35

18.3.17

Vervallen

 

18.3.18

Vervallen

 

18.4.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet

€ 64,60

18.4.2

Het in 18.4.1 genoemde bedrag wordt:

 

18.4.2.1

indien met betrekking tot een melding overleg plaats moet vinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, verhoogd met

€ 129,20

18.4.2.2

indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

18.4.3

Indien een begroting als bedoeld in 18.4.2.2 is uitgebracht, wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

18.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3.4, lid 2 (oud artikel 3.2.1, lid 2) van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Bloemendaal (escortvergunning)

€ 1.655,05

18.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Verordening Kinderopvang Bloemendaal

 

18.7.1

voor een kindercentrum (voor dagopvang eventueel gecombineerd met bso) tot en met 4 groepen

€ 593,55

18.7.2

voor elke extra groep boven het aantal genoemd in artikel 18.7.1 wordt het bedrag verhoogd met

€ 37,10

18.8

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwijs- of verwijsbord nadat daarvoor een vergunning is verleend op grond van artikel 2.10 Algemene Plaatselijke Verordening

 

18.8.1

voor een door de gemeente te leveren aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een nieuwe verkeerspaal (per stuk)

€ 214,20

18.8.2

voor een door de gemeente te leveren aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een bestaande verkeerspaal (per stuk)

€ 107,10

18.8.3

voor een door derden ter beschikking gesteld aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een nieuwe verkeerspaal (per stuk)

€ 107,10

18.8.4

voor een door derden ter beschikking gesteld aanwijs- of verwijsbord, te plaatsen op een bestaande verkeerspaal (per stuk)

€ 53,55

18.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot informatie inzake de gesteldheid van de bodem, per perceel

€ 46,60

 

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 19 december 2013.

De griffier van de gemeente Bloemendaal.