Organisatie | Werkendam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2014 |
Citeertitel | Beleidsregels standplaatsenbeleid Werkendam 2014 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Beleidsregel biedingen standplaatsen, in werking getreden 01-01-2014.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | 18-09-2015 | 18-09-2015 | nieuwe regeling | 10-12-2013 Altena Nieuws, 09-01-2014 | 21128 |
BELEIDSREGELS STANDPLAATSENBELEID 2014
Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;
overwegende dat het gewenst is om in beleidsregels criteria vast te leggen, die een nadere invulling geven aan de in artikel 5.18 van de Algemene plaatselijke verordening (verder te noemen APV) vastgelegde gronden voor het afwijzen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning;
gelet op het overige bepaalde in afdeling 4 van hoofdstuk 5 en artikel 1.8 van de APV en het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet;
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
aanvraag: een schriftelijk verzoek voor een standplaatsvergunning;
college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam;
locatie: een plaats op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel een andere – met enige beperking – voor publiek toegankelijke plaats, bestemd en/of ingericht voor het innemen van één of meer standplaatsen;
standplaats: een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats voor het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, met uitzondering van een Koek en Zopie-standplaats gerelateerd aan het op natuurijs schaatsen;
tijdelijke standplaats: standplaats die incidenteel wordt ingenomen;
toezichthouder: persoon die, bij of krachtens wettelijk voorschrift, belast is met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift
vaste standplaats: standplaats die met regelmaat voor een of meerdere dagdelen per week wordt ingenomen;
weg: hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 onder b van de APV.
Artikel 7 Meerdere aanvragers voor één locatie
Indien er meerdere aanvragers zijn voor een locatie als bedoeld in artikel 8, dan kan een bieding plaatsvinden, onder nader te bepalen voorwaarden.
De standplaats moet worden ingenomen met een verplaatsbaar middel die buiten de verkoopuren van de standplaats verwijderd wordt.
Artikel 10 Locaties voor vaste standplaatsen
Vaste standplaatsen worden uitsluitend toegewezen op de volgende locaties, met het daarbij aangegeven maximum aantal standplaatshouders verdeeld over het maximaal aantal dagdelen per week:
locatie: parkeerterrein nabij sporthal De Crosser
aantal standplaatshouders per week: twee(2)
verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2)
locatie: parkeerterrein nabij het Trefpunt aan de Vijfmorgen
aantal standplaatshouders per week: twee(2)
verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2)
locatie: Julianaweg nabij Oude School
aantal standplaatshouders per week: twee(2)
verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2)
aantal standplaatshouders per week: twee(2)
verdeeld over aantal dagdelen per week: twee(2)
locatie: Kerkstraat, tussen Jachtsloot en Hoefken
aantal standplaatshouders per week: twee(2)
Artikel 11 Locaties voor tijdelijke standplaatsen
Tijdelijke standplaatsen dienen in beginsel te worden ingenomen op een locatie als genoemd onder artikel 8, tenzij gemotiveerd verzocht wordt om een andere locatie. De gevraagde locaties worden per aanvraag beoordeeld op basis van beschikbaarheid, geschiktheid, verkeersveiligheid en openbare orde.
Artikel 12 Standplaatsen op niet-openbare grond
Voor de verkoop van seizoensgebonden producten, kan op niet-openbare grond een standplaats worden ingenomen. Deze standplaatsen worden per aanvraag beoordeeld op basis van geschiktheid, verkeersveiligheid en openbare orde. Bij het verlenen van een vergunning voor het innemen van een standplaats op niet-openbare grond kan het college afwijken van deze regeling.
1. Vergunninghouder mag geen gebruik maken van voorzieningen tot versterking van geluid.
2. Vergunninghouder mag maximaal twee statafels bij de standplaats plaatsen. Vergunning-houder mag geen terras inrichten, noch andere objecten bij de standplaats plaatsen.
3. Vergunninghouder is verplicht om de standplaats en de directe omgeving van de standplaats schoon te houden, zulks ter beoordeling van het college. Daarom dient de vergunninghouder er voor te zorgen dat er voldoende afvalbakken bij de standplaats aanwezig zijn.
4. Vergunninghouder is verplicht ervoor te zorgen dat de standplaats en de directe omgeving van de standplaats, meteen na het beëindigen van de activiteiten, schoon wordt gemaakt en alle afval wordt meegenomen.
5. Indien vergunninghouder handelt in strijd met artikel 15.3 en 15.4 dan heeft het college het recht om op kosten van de vergunninghouder de schoonmaakwerkzaamheden te laten uitvoeren.
6. Vergunninghouder dient de door de gemeente gemaakte kosten binnen dertig dagen na ontvangst van de rekening te betalen.
2. Bij plotselinge verhindering moet het college mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze melding
In bijzondere gevallen, waaronder begrepen (langdurige) ziekte of afwezigheid wegens vakantie, kan na het schriftelijk indienen van een verzoek daartoe aan de vergunninghouder door of namens het college voor een bepaalde periode ontheffing worden verleend van het bepaalde in artikel 16.1.
Bij overlijden van de houder van een standplaatsvergunning, wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgeno(o)t(e), dan wel duurzaam samenwonende partner, of een kind dat bij voortduring zijn ouder op diens standplaats heeft bijgestaan, mits een schriftelijk verzoek daartoe binnen vier weken na het overlijden wordt ingediend.
De standplaatsvergunning kan analoog aan het in lid 1 bepaalde ook overgeschreven worden bij blijvende arbeidsongeschiktheid of pensioen van de vergunninghouder, mits daartoe een schriftelijk verzoek wordt gedaan binnen vier weken na het bekend worden van de blijvende arbeidsongeschiktheid, dan wel vier weken voor aanvang van het pensioen.
Artikel 22 Verkoop e.d. van verkoopwagen
Wanneer een standplaatshouder zijn verkoopwagen, kraam etc. verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, verschaft dat de koper, huurder of gebruiker geen recht op toekenning van de standplaats.
Uitgangspunt is dat de overtreding onmiddellijk beëindigd moet worden. Met handhaving is belast de daartoe door de gemeente aangewezen toezichthouder.
De standplaatsvergunning die verleend is voor het innemen van een standplaats nabij de Albert Heijn te Werkendam en waarvoor deze beleidsregels geen mogelijkheid meer biedt, wordt nog eenmalig aan de bestaande standplaatshouder verstrekt voor de duur van vijf jaren, tenzij deze vergunninghouder eerder verzoekt om intrekking van diens vergunning.