De raad van de gemeente Landerd;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Landerd d.d. 5
november 2013;
gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229 ,
eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de
Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van grondslag voor de heffing van
rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (STB. 2011,440).
B E S L U I T:
Vast te stellen de Legesverordening 2014
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
- a.
’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte
van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
- b.
’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
- c.
’maand’: het tijdvak dat loopt van 1e dag in een
kalendermaand tot en met de laatste dag in de kalendermaand;
- d.
’jaar’: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een
kalenderjaar tot en met de laatste dag in het kalenderjaar;
- e.
'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
- a.
het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte
diensten,
- b.
het verrichten van handelingen te behoeve van een aanvraag van een
Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, twee lid, van
de Paspoortwet:
een en ander genoemd in deze verordening en de daarbij behorende
tarieventabel.
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse
identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend
of de handelingen zijn verricht.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
- a.
stukken, inlichtingen of nasporingen, waarvan de kosteloze
afgifteverstrekking of verrichting bij enig wettelijk voorschrift
aan de gemeentebesturen is opgelegd;
- b.
nasporingen en werkzaamheden als omschreven in hoofdstuk 7 van Titel
1 van de bijbehorende tarieventabel, die in het openbaar belang
worden verricht;
- c.
het afgeven van stukken, nodig voor de ontvangst van pensioenen,
lijfrenten, wachtgelden, lonen, bezoldiging en andere dergelijke
periodieke uitkeringen;
- d.
het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en
bezwaarschriften terzake van belastingen;
- e.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan houdende aanstelling, benoeming, bevordering,
ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betrekkelijk
enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de
gemeente;
- f.
de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of
afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie
uit de gemeentekas;
- g.
één exemplaar van de stukken bedoeld in titel 1 hoofdstuk 7, onder
1.7.2.11 , van de bij deze verordening behorende tarieventabel, die
worden verstrekt aan de raadsfracties;
- h.
vijf exemplaren van de stukken bedoeld in titel 1 hoofdstuk 7, onder
1.7.2.11, van de bij deze verordening behorende tarieventabel, die worden verstrekt aan
de raadsfracties
- i.
het afgeven van een monumentenvergunning voor objecten die op de
door de gemeenteraad vastgestelde lijst van gemeentelijke monumenten
staan vermeld.
- j.
diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet
ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden
verhaald;
- k.
diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of
gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging
van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die
aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een
inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
- 1.
De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de
bij deze verordening behorende tarieventabel, met inachtneming van het
overigens in dit artikel bepaalde.
- 2.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een
projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en
herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van
deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen
van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing,
vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en
verwezenlijking van het project, voor zover het
projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten,
zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en
herstelwet.
- 3.
Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de
tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een
gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een
stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt
mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke
kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
- 1.
In afwijking van artikel 9 , eerste lid, van de Invorderingswet 1990
moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in
artikel 6:
- a.
mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de
kennisgeving;
- b.
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de
kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14
dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
- 2.
De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid
gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de
bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt
verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in die
tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening in de loop van
het kalenderjaar, indien de wijzigingen:
- a.
van zuiver redactionele aard zijn;
- b.
een tariefsverlaging betreffen;
- c.
een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in de
loop van dat kalenderjaar in werking treedt [en het de volgende
hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel
betreft):
- 1.
onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);
- 2.
hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
- 3.
hoofdstuk 3 (rijbewijzen);
- 4.
hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet
basisregistratie personen);
- 5.
onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);
- 6.
hoofdstuk 16 (kansspelen)].
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met
betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 12 Overgangsrecht
- 1.
De tarieventabel 2013 behorend bij de legesverordening 2013, vervalt met
ingang van in artikel 13 2e lid genoemde datum, met dien
verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich
voor die datum hebben voorgedaan.
- 2.
De op artikel 10 van de in het eerste lid genoemde verordening
gebaseerde regels van het college worden geacht mede gebaseerd te zijn
op artikel 11 van deze verordening.
Artikel 13 Inwerkingtreding
- 1.
Deze tarieventabel 2014 behorend bij de legesverordening 2013 treedt in
werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
- 2.
De datum van ingang van heffing is 1 januari 2014.
Artikel 14 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening 2014.