Overheidsorganisatie | Gemeente Oegstgeest |
---|---|
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie 2014 |
Citeertitel | Verordening vermakelijkhedenretributie 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
De “Verordening vermakelijkhedenretributie 2013” van 29 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van 01-01-2014.
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Artikel 13 bevat een overgangsrecht.
Geen.
Datum inwerking- treding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerking- treding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-12-2013 | 08-02-2014 | nieuwe regeling | 28-11-2013 Oegstgeester Courant, 04-12-2013 | Onbekend. |
De raad van de gemeente Oegstgeest;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2013;
gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, onderdeel c, van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en de invordering van vermakelijkhedenretributie 2014
Voor de toepassing van deze verordening wordt onder een vermakelijkheid verstaan: een activiteit, waarbij wordt beoogd of mede wordt beoogd het publiek amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak te verschaffen of waarbij het publiek dit amusement, verstrooiing, ontspanning of vermaak zoekt, ondergaat, vindt, pleegt te vinden of kan vinden, een en ander in of daartoe bestemde of geschikte voor ieder in wezen toegankelijke inrichtingen, terreinen, wateren en dergelijke.
Onder de naam "vermakelijkhedenretributie" worden geheven rechten ter zake van het, tegen betaling of vergoeding van welke aard dan ook en voor welk onderdeel van de vermakelijkheid dan ook, geven van vermakelijkheden, waarbij gebruik wordt gemaakt van door of met medewerking van het gemeentebestuur tot stand gebrachte of in stand gehouden voorzieningen of waarbij een bijzondere voorziening in de vorm van toezicht of anderszins van de zijde van het gemeentebestuur getroffen wordt.
Belastingplichtig is degene die de vermakelijkheid geeft, dan wel degene voor wiens rekening en risico de vermakelijkheid gegeven wordt.
De vermakelijkhedenretributie wordt niet geheven indien en voor zover:
uit hoofde van een privaatrechtelijke overeenkomst terzake van het geven van vermakelijkheden waarbij gebruik wordt gemaakt van de in artikel 2 bedoelde voorzieningen een bedrag wordt gevorderd;
de gemeente de vermakelijkheid geeft;
de vermakelijkheid bestaat uit een braderie, rommelmarkt, kermis of vergelijkbaar evenement dat zich voornamelijk op de openbare weg afspeelt;
het gaat om een vermakelijkheid die in hoofdzaak wordt genoten door personen met een lidmaatschap/abonnement;
degene die de vermakelijkheid geeft dit doet ter aanvulling van zijn/haar hoofdactiviteit.
De grondslag voor de heffing van de vermakelijkhedenretributie is het aantal betalende bezoekers c.q. deelnemers aan de vermakelijkheid.
Het tarief bedraagt € 0,51 per betalende bezoeker, met dien verstande dat voor de eerste 2.000 bezoekers per belastingtijdvak het tarief € 0,00 per bezoeker bedraagt.
Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.
1. De vermakelijkhedenretributie wordt bij wege van aanslag geheven.
2. Na aanvang van het belastingtijdvak kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over het belastingtijdvak vermoedelijk zal worden vastgesteld.
1. De belasting is verschuldigd aan het einde van het belastingtijdvak, doch voor het einde van het belastingtijdvak kan er een voorlopige aanslag worden opgelegd.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, is er belasting verschuldigd voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar.
3. Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt, is er geen belasting verschuldigd voor het resterende gedeelte van het kalenderjaar.
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, en de tweede twee maanden later.
2. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, is het vorige lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de vermakelijkhedenretributie.
De “Verordening vermakelijkhedenretributie 2013” van 29 november 2012 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 15, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2014.
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening vermakelijkhedenretributie 2014".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2013,
de voorzitter,
de griffier,