Organisatie | Cuijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Aanwijzingsbesluit gemeentelijke heffingen |
Citeertitel | Aanwijzingsbesluit gemeentelijke heffingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | financiën |
geen
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 17-12-2013 Maasdriehoek 24 december 2013 | onbekend |
1. aan te wijzen als de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet (heffingsambtenaar),
a. voor de heffing van onroerende-zaakbelastingen, roerende-zaakbelastingen, reinigingsheffingen, rioolheffing, hondenbelasting, reclamebelasting, parkeerbelasting, scheepvaartrechten, liggelden, toeristenbelasting, baatbelasting, markt- en staangelden:
de coördinator WOZ/belastingen van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.19);
b. voor de heffing van leges en lijkbezorgingsrechten:
de teamleider Financiën van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 5.2);
c. voor het beslissen op bezwaar:
de coördinator WOZ/belastingen van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.19);
d. als plaatsvervanger voor de functionaris bedoeld in de onderdelen a. en c. aan te wijzen de teamleider Belastingen en Burgerzaken van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.4);
2. aan te wijzen als gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet (invorderingsambtenaar),
a. voor de invordering van onroerende-zaakbelastingen, roerende-zaakbelastingen, reinigingsheffingen, rioolheffing, hondenbelasting, reclamebelasting, parkeerbelasting, scheepvaartrechten, liggelden, toeristenbelasting, baatbelasting, markt- en staangelden:
de coördinator WOZ/belastingen van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.19);
b. als plaatsvervanger voor de functionaris bedoeld in onderdeel a. aan te wijzen de teamleider Belastingen en Burgerzaken van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.4);
3. aan te wijzen als gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet, voor de invordering van leges en lijkbezorgingsrechten (invorderingsambtenaar):
a. de teamleider Financiën van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 5.2);
4. aan te wijzen als gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 1, tweede lid van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ-ambtenaar):
a. de coördinator WOZ/belastingen van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.19);
b. als plaatsvervanger voor de functionaris bedoeld in onderdeel a. aan te wijzen de teamleider Belastingen en Burgerzaken van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (functiecode 4.4);
5. aan te wijzen als de gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel d van de Gemeentewet, de volgende medewerkers van de Werkorganisatie Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (belastingambtenaren):
a. de medewerkers burgerzaken C (functiecode 4.18);
b. de coördinator WOZ/belastingen (functiecode 4.19);
c. de medewerkers belastingen A (functiecode 4.20);
d. de medewerkers belastingen B (functiecode 4.21);
e. de medewerkers invordering en kwijtschelding (functiecode 4.22);
f. de medewerkers administratie belastingen (functiecode 4.23);
g. de medewerkers financiële administratie A (functiecode 5.19);
h. de medewerkers financiële administratie B (functiecode 5.20);
i. de medewerkers financieel administratie C (functiecode 5.21).
6. Ten opzichte van de onder 5 a t/m i genoemde ambtenaren gelden de verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet.
7. Ten opzichte van de onder 5 a t/m f genoemde ambtenaren gelden de verplichtingen bedoeld in:
de artikelen 47, 49, 50, 51 en 53a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 31 van de Wet waardering onroerende zaken.
8. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014 en vervangt alle eerdere aanwijzingsbesluiten gemeentelijke heffingen met uitzondering van de aanwijzingsbesluiten ten behoeve van de medewerkers van Cannock Chase Public.