Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Cuijk

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014’

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieCuijk
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014’
CiteertitelVerordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014’
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpfinanciën

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-2014nieuwe regeling

16-12-2013

Maasdriehoek 24 december 2013

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014’

De raad van de gemeente Cuijk

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013;

 

Overwegende dat een gemeenschappelijke regeling is aangegaan: de Gemeenschappelijke Regeling Cuijk Grave Mill en Sint Hubert, waarbij een openbaar lichaam is ingesteld, genaamd Werkorganisatie CGM;

 

gelet op artikel 213a Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

VERORDENING ‘Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014’

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

a. Werkorganisatie CGM

De Werkorganisatie CGM, zoals bedoeld in artikel 2 van de Gemeenschappelijke Regeling Cuijk Grave Mill en Sint Hubert, welke thans wordt genoemd Werkorganisatie CGM.

 

b. Doelmatigheid:

De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen, of met de beschikbare middelen zo veel mogelijk resultaat wordt bereikt.

 

c. Doeltreffendheid:

De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten van het beleid daadwerkelijk worden behaald.

 

Artikel 2 Onderzoeksfrequentie

Het college onderzoekt periodiek de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van (onderdelen van) de organisatie-eenheden van de Werkorganisatie CGM en de uitvoering van taken voor de gemeente.

 

Artikel 3 Onderzoeksplan

  • 1.

    Het college zendt voorafgaand aan de te verrichten interne onderzoeken naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid een onderzoeksplan naar de raad.

     

  • 2.

    Het college stelt de rekenkamer tijdig op de hoogte van de onderzoeken die hij doet instellen.

     

Artikel 4 Voortgang onderzoeken

Het college rapporteert de raad periodiek over de voortgang van de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid.

 

 

Artikel 5 Rapportage en gevolgtrekking

  • 1.

    De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke rapportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen.

     

  • 2.

    Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.

Artikel 6 Inwerkingtreding
  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

  • 2.

    Deze verordening treedt in de plaats van de “Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Cuijk 2012”, vastgesteld door de raad op 22 oktober 2012.

     

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Cuijk 2014".

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Cuijk in zijn openbare vergadering van 16 december 2013.

De raad voornoemd,

R.M. van der Weegen mr. W.A.G. Hillenaar

griffier voorzitter