Organisatie | Blaricum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening Drank- en horecawet blaricum 2014 |
Citeertitel | Drank- en Horecaverordening gemeente Blaricum 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | Openbare orde en veiligheid |
Externe bijlage | Toelichting Drank- en horecaverordening |
De verordening treedt in werking op 1-1-2014. Art. 20 bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2014 | nieuwe regeling | 10-12-2013 Hei en wei 20-12-2013 | Raadsbesluit 2013/61 |
1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
het buiten de besloten ruimte gelegen deel van een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar bedrijfsmatig of anders dan om niet dranken of spijzen voor gebruik ter plaatse mogen worden verstrekt;
de vergunning als bedoeld in artikel 3 van de wet;
een ieder die zich in een inrichting bevindt, met uitzondering van:
-leidinggevenden in de zin van de wet;
-personen die dienst doen in de inrichting;
-personen wier aanwezigheid in de inrichting wegens dringende redenen noodzakelijk is;
een inrichting waarin een paracommerciële rechtspersoon in eigen beheer het horecabedrijf exploiteert;
een inrichting voornamelijk gericht op het verstrekken van maaltijden. 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder de overige begrippen in deze verordening verstaan hetgeen de wet daaronder verstaat.
§ 2 BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND
Artikel 2 Voorschriften aan vergunningen om het horecabedrijf uit te oefenen
De burgemeester kan aan een vergunning voor een horecabedrijf voorschriften verbinden. Deze voorschriften kunnen alleen worden gesteld:
ter bescherming van de volksgezondheid, of in het belang van de openbare orde, of ter bevordering van de naleving van artikel 20 van de wet.
Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die in de betreffende horecalokaliteit of op het betreffende terras gewoonlijk wordt gevraagd.
§ 3 AANVULLENDE BEPALINGEN VOOR INRICHTINGEN WAARIN HET HORECABEDRIJF WORDT UITGEOEFEND IN BEPAALDE GEBOUWEN
Artikel 6 Schenktijden alcoholhoudende drank
1. Het is verboden buiten onderstaande tijden alcoholhoudende drank te verstrekken in een inrichting waarin het horecabedrijf wordt uitgeoefend, niet zijnde een paracommerciële inrichting, welke: a. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt om onderwijs te geven aan leerlingen die merendeels de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, of b. deel uitmaakt van een gebouw dat of waarvan een onderdeel uitsluitend of in hoofdzaak in gebruik is bij een of meer jeugd- of jongerenorganisaties. Alle dagen van de week 12.00 uur tot 24.00 uur 2. De burgemeester kan op aanvraag permanent, dan wel tijdelijk, ontheffing verlenen van het in lid 1 gestelde verbod. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.
§ 4 BEPALINGEN VOOR PARACOMMERCIËLE INRICHTINGEN
Artikel 7 Schenktijden paracommerciële inrichtingen (Hoofdregel)
1. Het is verboden in paracommerciële inrichtingen alcoholhoudende drank te verstrekken buiten de in onderstaand schema opgenomen schenktijden:
zaterdag en zondag en algemeen erkende feestdagen.
2. Van het bepaalde onder lid 1 kan zes keer per jaar ontheffing worden verleend voor activiteiten die betrekking hebben op de in de statuten genoemde doelstellingen van de paracommerciële inrichting. 3. De ontheffing voor de in lid twee bedoelde activiteiten dient tenminste vier weken voordat de activiteit plaatsvindt te worden aangevraagd. 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen.
Artikel 8 Andere schenktijden voor bepaalde typen paracommerciële inrichtingen
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 7 hanteren de in onderstaand schema opgenomen typen paracommerciële inrichtingen de hierna opgenomen schenktijden:
gemeenschapshuizen (buurt- en dorpshuizen),
kerkgebouwen en daarmee gelijk te stellen paracommerciële inrichtingen, biljart,- schaak-, klaverjas-, en daarmee gelijk te stellen verenigingen, tennisvereniging, dierensportverenigingen, schietvereniging
zaalsporten, manege, watersport, Vliegclub, toneel- carnavalsvereniging, muziekvereniging en daarmee gelijk te stellen inrichtingen
2. De burgemeester kan zes keer per jaar ontheffing verlenen van de in het eerste lid opgenomen schenktijden. 3. De ontheffing dient tenminste vier weken van te voren te worden aangevraagd. 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen.
Artikel 9 Privé-bijeenkomsten en bijeenkomsten derden
1. Ter voorkoming van oneerlijke mededinging is het verboden in een paracommerciële inrichting alcoholhoudende drank te verstrekken:
a. tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard, zoals bruiloften en partijen, of
b. tijdens bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de beherende paracommerciële rechtspersoon zijn betrokken. 2. De burgemeester kan vier keer per jaar ontheffing verlenen van het in het eerste lid opgenomen verbod. De ontheffing dienst tenminste vier weken van te voren te worden aangevraagd. 3. De ontheffing kan worden geweigerd indien door het verlenen van de ontheffing het woon- en leefklimaat wordt aangetast en dat daaraan niet door middel van het stellen van voorschriften tegemoet kan worden gekomen. 4. Tijdens de onder a en b genoemde bijeenkomsten dient te allen tijde een op de vergunning of op het aanhangsel van de vergunning genoemde leidinggevende aanwezig te zijn.
§ 5 BEPALINGEN VOOR DE DETAILHANDEL
Artikel 12 Prijsacties detailhandel /slijterijen
Ter bescherming van de volksgezondheid of in het belang van de openbare orde is het verboden bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende dranken aan te bieden voor gebruik elders dan ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van één week of korter lager is dan 70% van de prijs die in het betreffende verkooppunt gewoonlijk wordt gevraagd.
Artikel 18 Intrekkingsgronden ontheffing
De in deze verordening genoemde ontheffingen kunnen worden ingetrokken of gewijzigd indien:
a. ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt, of
b. op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist, of
c. zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid, of
d. de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen, of
e. van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn, of
In bijzondere gevallen kan de burgemeester van het bepaalde in deze verordening afwijken, indien strikte toepassing van het bepaalde voor een of meer belanghebbenden onevenredig zou zijn in verhouding tot de met deze verordening te dienen doelen en met de belangen ter waarborging waarvan deze verordening is opgesteld.
§ 8 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
1. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervallen voor paracommerciële inrichtingen: a. de voorschriften en beperkingen die tot dat tijdstip op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld; b. de ontheffingen die tot dat tijdstip door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester zijn verleend; c. de tot dat tijdstip gehanteerde schenk- of taptijden. 2. Voorschriften en beperkingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet zijn gesteld aan vergunningen van andere dan in het eerste lid bedoelde inrichtingen, blijven van kracht. 3. Ontheffingen die tot het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend op grond van eerdere gemeentelijke verordeningen krachtens de wet, behalve de in het eerste lid, onder c bedoelde ontheffingen, blijven twaalf maanden na inwerkingtreding van deze verordening van kracht. Daarna komen deze ontheffingen te vervallen. 4. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing of vergunning is ingediend waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
1. Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met de openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet wanneer het bepaalde in de Wet op de economische delicten van toepassing is.