Organisatie | Sint Anthonis |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van leges 2014 |
Citeertitel | Legesverordening 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | leges |
geen
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
31-12-2013 | 09-02-2018 | herziening | 09-12-2013 Elektronisch gemeenteblad 30-12-2013 | leges2014 | |
31-12-2013 | 22-04-2014 | herziening | 09-12-2013 Elektronisch gemeenteblad 30-12-2013 | leges2014 |
De raad van de gemeente Sint Anthonis;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2013;
gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid,
aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011,
houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse
identiteitskaart (Stb. 2011, 440);
vast te stellen de volgende verordening:
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a ’dag’: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een
b ’week’: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
c ’maand’: het tijdvak dat loopt van n-de dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)de dag in de volgende kalendermaand;
d ’jaar’: het tijdvak dat loopt van de n-de dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)de dag in het volgende kalenderjaar;
e 'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:
a. het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
b. het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse
identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan
wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.
Leges worden voorts niet geheven voor:
a. diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke
ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;
b. diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke
intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een
omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit
met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van
de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
c. het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft
bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning
d. het in behandeling nemen van een aanvraag van ventvergunning of vergunning
om geld of goederen in te zamelen of een markt of tentoonstelling te organiseren
e. het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een
verklaring omtrent het gedrag voor meerderjarige gezinsleden van gastgezinnen
ten behoeve van (tijdelijke) opvang van minderjarige kinderen.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een
projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet
bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening
verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader
van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het
projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in
De leges worden geheven door middel van een mondelinge dan wel een gedagtekende
schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota
of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of
uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges
worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
a. mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
b. schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan
wel in geval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening
Artikel 10 Overdracht van bevoegdheden
Het college is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:
a. van zuiver redactionele aard zijn;
b. een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen
drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het
Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van
titel 1 van de tarieventabel betreft:
1. onderdeel 1.1.9 (akten burgerlijke stand);
2. hoofdstuk 2 (reisdocumenten);
4. onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit gemeentelijke basisadministratie
5. hoofdstuk 6 (verstrekkingen op grond van de Wet bescherming
6. onderdeel 1.9 1 (verklaring omtrent het gedrag);
een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de
De ‘Verordening [citeertitel oude verordening]’ van [datum], laatstelijk gewijzigd bij
raadsbesluit van [datum], wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid,
genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing
blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 13,
tweede lid, opgenomen datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid
genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende
belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.