Paragraaf 2. De taak, samenstelling en het lidmaatschap van de Rekenkamer
Artikel 2 Taak van de commissie
- 1.
Er is een gemeentelijke Rekenkamer.
- 2.
De Rekenkamer voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke)
effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid, van het gemeentelijk
beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid
van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en
doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of
in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.
Artikel 3 Samenstelling Rekenkamer
- 1.
De Rekenkamer bestaat uit drie onafhankelijke leden, die door de
raad van buiten de kring van zijn leden worden benoemd voor een
periode van zes jaar. Eén van hen benoemt de raad als voorzitter van
de rekenkamer.
- 2.
De leden leggen, voordat zij hun functie kunnen uitoefenen, in een
vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de raad
de eed (verklaring of belofte) af.
- 3.
De voorzitter van de rekenkamer draagt zorg voor het tijdig en
periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de Rekenkamer, het
leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de
onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een
zorgvuldige besluitvorming. Hij voert hiertoe regelmatig overleg met
de onderzoekers.
Artikel 4 Besluitvorming in de Rekenkamer
- 1.
In vergaderingen van de Rekenkamer wordt gestreefd naar unanimiteit.
Wanneer dit niet mogelijk is, wordt besloten bij meerderheid van
stemmen, waarbij ieder lid een stem heeft.
- 2.
Besluiten kunnen worden genomen indien twee of drie leden van de
Rekenkamer ter vergadering aanwezig zijn.
- 3.
Als de stemmen staken, is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Artikel 5 Einde van het lidmaatschap
- 1.
Het lidmaatschap van een lid eindigt:
- a.
- b.
bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het
lidmaatschap van de Rekenkamer;
- c.
wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk
een uitspraak een maatregel is opgelegd die
vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- d.
indien het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke
uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van
faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft
verkregen of wegens schulden is gegijzeld.
- e.
De leden van de Rekenkamer kunnen door de raad worden
ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of
ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren
te vervullen.
Artikel 6 Verboden handelingen
- 1.
Het is de leden van de Rekenkamer verboden de handelingen te
verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De raad
kan, gehoord de Rekenkamer, een lid van de Rekenkamer dat heeft
gehandeld in strijd met dit verbod van zijn functie ontslaan.
- 2.
De leden van de Rekenkamer zijn niet werkzaam bij een bedrijf dat
opdrachten uitvoert in opdracht van de gemeente of bij een door de
gemeente gesubsidieerde instelling, danwel hebben geen andere
(neven)betrekkingen die hun onafhankelijke positie ten aanzien van
gemeenten zouden kunnen schaden.
- 3.
Leden overleggen aan de raad een lijst met daarin opgenomen de
nevenfuncties die zij op dat moment vervullen, als ook de
veranderingen daarin.
Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de
Rekenkamer
- 1.
De leden van de Rekenkamer ontvangen een maandelijkse vergoeding
voor hun werkzaamheden overeenkomstig de in de begroting hiervoor
opgenomen bedragen.
- 2.
De voorzitter van de Rekenkamer ontvangt een maandelijkse vergoeding
voor zijn werkzaamheden overeenkomstig de in de begroting hiervoor
opgenomen bedragen.
- 3.
De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van
het budget van de Rekenkamer als bedoeld in artikel 12.
Paragraaf 3. De werkwijze van de Rekenkamer
Artikel 8 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van
onderzoek.
- 1.
Gemotiveerde verzoeken tot het verrichten van een onderzoek kunnen
worden gedaan door:
- a.
- b.
- c.
- d.
inwoners van de gemeente Heumen.
- 2
De rekenkamer overlegt jaarlijks voordat zij haar
onderzoeksprogramma opstelt, met de raad over haar wensen. De
commissie overlegt ook vooraf met het college en de accountant over
de door hen voorgenomen onderzoeken om overlap te voorkomen.
- 3
De rekenkamer beoordeelt de verzoeken op basis van in ieder geval de
volgende criteria:
- a.
onderzoeken hebben betrekking op doelmatigheid,
doeltreffendheid of rechtmatigheid;
- b.
er moet sprake zijn van een substantieel belang;
- c.
onderzoeken hebben betrekking op door de gemeente te
beïnvloeden beleid;
- 4
De rekenkamer kiest onderwerpen voor haar onderzoek, formuleert de
probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet
vast.
- 5
De onderwerpen van onderzoek worden jaarlijks voor 1 november als
onderzoeksprogramma ter kennisname aan de raad en het college
voorgelegd.
- 6
De rekenkamer bericht indieners van verzoeken, bedoeld onder lid 1,
sub b, c en d van dit artikel, in hoeverre aan dat verzoek wordt
voldaan. Indien de rekenkamer niet aan een verzoek voldoet, zal zij
daarvoor gegronde redenen aanvoeren.
- 7
De in lid 4 bedoelde onderzoeksopzet wordt door de Rekenkamer
rechtstreeks ter kennisneming gebracht aan de gemeenteraad.
Artikel 9 Uitvoering van het onderzoek en rapportage.
- 1.
De Rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering
van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde
onderzoeksopzet.
- 2.
De Rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te
informeren.
- 3.
De Rekenkamer is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur, van
alle ambtenaren en gesubsidieerde instellingen de mondelinge en
schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de
uitvoering van het onderzoek. De Rekenkamer kan de bevoegdheid tot
het inwinnen van inlichtingen mandateren aan medewerkers die haar
bij de uitoefening van haar taak terzijde staan. De leden van het
gemeentebestuur, de ambtenaren van de gemeente en gesubsidieerde
instellingen zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door
de Rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.
- 4.
De Rekenkamer vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn
openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet
openbaarheid van Bestuur kan de Rekenkamer rapporten die aan de raad
worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De
leden van de Rekenkamer en degenen die ten behoeve van de Rekenkamer
werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen
in hun hoedanigheid als lid, respectievelijk medewerker ter kennis
is gekomen.
- 5.
De Rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.
- 6.
De Rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door
haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun
zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamer kenbaar te
maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp
van onderzoek is of is geweest. De Rekenkamer bepaalt wie verder als
betrokkenen worden aangemerkt.
- 7.
Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten zoals
bedoeld in lid 6 formuleert de Rekenkamer haar conclusies en
aanbevelingen in een nota.
- 8.
De Rekenkamer stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door
haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt hun
zienswijze op het onderzoek en de nota aan de Rekenkamer kenbaar te
maken.
- 9.
Na vaststelling door de Rekenkamer worden het onderzoeksrapport en
de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de
raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke
reacties gevoegd. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis
van het rapport en de nota met conclusies en aanbevelingen. De raad
stelt de eindconclusies en aanbevelingen vast.
Artikel 10 Medewerker/ onderzoeker rekenkamer
- 1.
De Rekenkamer benoemt een medewerker(s) / onderzoeker(s) van de
Rekenkamer, voor zover zij dat nodig acht.
- 2.
De medewerker(s) staat de Rekenkamer terzijde bij de uitvoering van
haar taak.
- 3.
De medewerker(s) legt met betrekking tot de wijze waarop de
ondersteunende taken worden verricht rechtstreeks verantwoording af
aan (de voorzitter van) de Rekenkamer.
- 4.
De medewerker(s) kan rechtspositioneel ondergebracht worden bij de
griffie. Daarmee zijn op de medewerker de arbeidsvoorwaarden van de
gemeente Heumen van toepassing.
- 5.
De Rekenkamer is bevoegd tot schorsing danwel ontslag van de
medewerker(s) voor wat betreft zijn werkzaamheden voor de
Rekenkamer.
Artikel 11 Onderzoeksmedewerkers
- 1.
De Rekenkamer is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in
artikel 12 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te stellen.
- 2.
Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de Rekenkamer hen daartoe de
bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de Rekenkamer in
het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een
geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn
alleen verantwoording verschuldigd aan de Rekenkamer.
- 3.
De Rekenkamer is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld
in artikel 12 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in
lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van
toepassing.
Artikel 12 Budget
- 1.
De Rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de
begrotingbeschikbaar gesteld budget uitgaven te dien ten
behoeve van de uitvoering van haar taken.
- 2.
Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de
kosten gebracht van:
- a.
de vergoedingen die krachtens artikel 7.1 zijn toegekend aan
de leden van de Rekenkamer;
- b.
de medewerker rekenkamer;
- c.
- d.
externe deskundigen die mogelijk door de Rekenkamer zijn
ingeschakeld en
- e.
de mogelijke overige uitgaven die de Rekenkamer nodig
oordeelt voor de uitvoering van haar taak.
Artikel 13 Citeertitel; inwerkingtreding.
- 1.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Rekenkamer
gemeente Heumen 2014.
- 2.
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van
bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de Verordening
Rekenkamer gemeente Heumen 2010 zoals is vastgesteld in de
vergadering van 26 november 2009.